(redactie)
Totaal berichten: 2.111
|
Vinke geeft in feite over G. alleen maar weer wat hij hoorde. Een theorie in Vinke zijn boek is dat G., reeds krijgsgevangen genomen, zou hebben geprobeerd te ontsnappen en daarop zou zijn neergeschoten. Hij zou dan ook alleen in witte bovenkleding gekleed zijn gevonden. Bekend is dat gevangenen van de 1e Sectie, tot welke sectie G. en Brummelhuis behoorden, door Duitsers voor zich uit zijn gedreven naar de NW van de 1e Sectie gelegen posities van de 2e Sectie, die aan de Levendaalse weg lagen. Daar kan een verklaring in worden gevonden voor een sneuvelplek zo ver van de 1e Sectie af.
Feit is dat niemand weet wat hem gebeurd is. Zo werd hij o.m. samen met Brummelhuis gevonden. Brummelhuis, Gregorowitsch en (luitenant) Folmer werden volgens de rapporten van Selies c.s. gevonden nabij de Levendaalse weg, in een weiland noord daarvan, samen met nog twee anderen, waaronder Oude Breuil. De eerste drie konden niet worden geïdentificeerd, wat opvallend is. Hun vindplaats zou 400 meter west van boerderij Poppedeintje zijn, die nabij de kruising van de Cuneraweg en de Levendaalse weg stond. Oude Breuil werd echter door anderen gezien, gesneuveld, en toen lag hij IN de loopgraaf bij de 2e Sectie, dus zuid van de Levendaalse weg. Hij is inderdaad ook gesneuveld bij de loopgraaf, zoals getuigen aangaven. Toch werd ook hij geadministreerd als gevonden op voornoemde locatie. Dat kan dus niet kloppen.
Opvallender is wellicht nog dat omtrent het sneuvelen van de drie 'onbekende soldaten' nogal wat mysterie is. Brummelhuis, pas recent geïdentificeerd, is rond zijn sneuvelen door niemand gezien. Folmer werd gewond gemeld in de loopgraaf van de stoplijn nabij de Heimersteinse laan, waar hij volgens meerdere getuigen dodelijk gewond zou zijn geraakt in de late middag van 12 mei. Bizar genoeg wordt door sommige gezegd dat hij aldaar in de loopgraaf overleed, maar is mogelijk alsnog afgevoerd naar een verbandplaats. Dat zou weer heel goed samengaan met Poppedeintje, waar een hulpverbandplaats was. Maar men werd daar 400m westelijk van gevonden, wat het vak van 3-II-8.RI was en betrekkelijk ver van de positie van 1e sectie 16.MC en dus ook betrekkelijk ver van de hulpverbandplaats. Een raadsel dus.
Tegelijkertijd is het onverklaarbaar dat de drie man onherkenbaar waren. Dat suggereert dat zij mogelijk al krijgsgevangen waren of anderszins van hun persoonlijke bezittingen waren ontdaan, zodat identificatie sterk werd bemoeilijkt. Folmer en G. werden nog tijdens de oorlog geïdentificeerd, Brummelhuis zoals bekend pas dit jaar.
Nog vreemder is dat van deze mensen naast hun vindplaats zoals hierboven omschreven, ook wordt gesteld dat zij 'in de stelling van 16.MC' werden gevonden, wat zich zeer gespannen verhoudt met hun omschreven vindplaats, die zich daar ver vandaag bevond, maar wat veel meer in lijn zou zijn met de verwachting.
Er is alle reden om aan te nemen dat de vindplaatsen nogal arbitrair zijn geadministreerd. Het heeft er de schijn van dat gevonden gesneuvelden eerst lokaal werden verzameld en dan pas geadministreerd op dat verzamelpunt. Er zijn veel aanwijzingen dat dit op veel locaties zo gegaan is. het is heel goed mogelijk dat de vijf man die vermeend op de locatie noord van de Levendaalseweg, west van Popedeintje werden geadministreerd in feite nabij de Heimersteinse laan werden gevonden. Vier van de vijf (Oude Breuil uitgezonderd) hadden namelijk of hun positie daar (1e Sie 16.MC, 1-II-19.RI) of werden daar als gesneuveld gemeld (Folmer). Ik heb van veel meer militairen sterke aanwijzing dat zij op heel andere locaties sneuvelden dan ze werden 'gevonden'. Een ander treffend voorbeeld is de sluiswacht (schuilplaats west van de sluis), waarvan mannen die door ooggetuigen aldaar werden gezien (als gesneuvelde) in de tussenverdediging noord van de berg zouden zijn teruggevonden! Hoogst onwaarschijnlijk. Dat zou zo maar voor deze groep van vijf gesneuvelden ook op kunnen gaan. » Deze reactie is geplaatst op 27 mei 2011 02:23 |