Van II./SS AR (een gemotoriseerde afdeling lichte houwitsers, type 10,5 cm le FH 18) zijn drie foto's bekend. Ze staan hier op de website:
http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=13-mei-1940---de-laatste-strohalm
http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=12-mei-1940---de-frontlijn
http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=forum_discussiegroep&item=14667&group=6&view=3
Waarschijnlijk zijn deze beelden van één en dezelfde batterij. Dezelfde die op 12.5.40 tamelijk nauwkeurig werd gepeild. Op 15, 20, 25, en 30 o/oo links van de NieuweToren (RK Kerk van Wageningen). Door één post ook maar, van de middenbatterij van III-8 RA, aangeduid met de code O.113. De opgegeven coördinaten wijzen duidelijk in de richting van de Sahara, de villawijk op de Wageningse Berg, aan de zuidrand van de Eng. Waar stonden dan de twee andere batterijen van deze afdeling ?
De stukken van de gepeilde batterij stonden dan bijna 40 m uit elkaar. Een breedte van 15 o/oo op 8 km afstand is ongeveer 110 m.
Veel plaats was er niet in dit gebied. Het Duitse geschut stond in het gebied tussen Wageningen en Renkum naar artilleristische begrippen deze dag dicht opeengepakt. Meestal werden de stukken 20 - 50 m uit elkaar gezet op een frontbreedte van rond 100 m voor licht, van 150 m voor zwaar geschut. De batterijen 200 - 500 m uit elkaar.
Een sterk verspreide opstelling was belangrijk. Dat verminderde het gevaar van tegenvuur. Dat lijkt de reden, waarom er op genoemde foto's telkens maar één stuk te zien is.
De SS-afdeling was blijkbaar bijzonder voorzichtig geweest met het kiezen van de opstellingen. Trouwens niet als enige. De ook van andere eenheden voorzichtige houding bleek al op de eerste gevechtsdag (11.5.40). Toen bleven de twee batterijen van IV./AR 256 (15,0 cm s FH 18) en de drie van II./SS AR ver in veilig gebied. In Renkum. Alleen de toen ook voor het eerst ingezette bespannen afdeling van de divisie III./207. AR (10,5 cm le FH 16) stond binnen vuurbereik van Nederlands geschut. De twee batterijen van IV./256. AR kozen hierna opstellingen in de Bosrand. Buiten direct zicht en veilig voor tegenvuur, behalve de 10 Veld van I-12 RA.
Dat ook de zware en gloednieuwe Mörserbatterijen op de derde gevechtsdag (13.5.40) aan de veilige kant bleven, staat wel vast. Dat wordt duidelijker als de nu goed bekende opstelplaatsen (achter Dorskamp en bij Nol in 't Bosch) met Google Earth worden geanalyseerd met de optie "terreinprofiel weergeven". Beide batterijen blijken dan juist achter de heuvelkam verborgen hebben gestaan.
Merkwaardig genoeg beschrijft de heer Van Tricht, de enige (voorzover bekend) nog levende getuige) alleen de aankomst van bespannen afdelingen in het gebied van De Eng. Hij vertrok in de ochtend van 13.5.40 en maakte nog de bomaanval op het geschut in de Bosrand mee. Hij noemde daarbij speciaal de twee G 1A's. Voor die tijd ook opvallende vliegtuigen, moderne jachtkruisers.
In de zuidwesthoek van de Eng was in de ochtend van de eerste gevechtsdag vlak achter de huizenrij van de Diedenweg al een batterij geplaatst. Die moet van III./207. AR zijn geweest. De twee andere batterijen van deze afdeling stonden blijkbaar west van de Diedenweg, in het gebied van de LH.
Vrij zeker is ook uit andere gegevens dat vlak achter het huis van getuige aan de Dolderstraat de afdeling III./311. AR (15,0 cm s FH (lg) 13) heeft gestaan. Waarschijnlijk werd die (ook door O. 113) gepeild op 120 o/oo NO van Wageningen. Ongeveer midden tussen Bennekom en Wageningen. Dit geschut werd geplaatst in de nacht van 11. op 12.5.40.
Als volgende eenheid werden twee batterijen van II./207. AR (10,5 cm le FH 16) in de top van de vork Grindweg, Diedenweg, Rijksstraatweg geplaatst.
Daarna moet de hele afdeling III./207. AR zijn verplaatst naar stellingen in de vork. Om daarmee plaats te maken voor de komst van II./SS AR. Pas daarna kon ook IV./256. AR uit Renkum naar de Bosrand vertrekken. Het moeten wachten op de verplaatsing van III./207. AR gaf aanleiding tot (langdurig) uitstel van de Duitse aanval op de Grebbelinie. Het uitstel was gevolg van de "verlate aankomst van gedeeltelijk bespannen afdelingen" zoals het in de dagboeken staat.
Terug naar de vraag uit het opschrift. Mijn hypothese daarvoor is nu toch wat veranderd. Waarschijnlijk stond de hele afdeling verspreid achter de huizen van de Diedenweg. Vreemd is dan wel, dat de heer Van Tricht deze plaatsing in de ochtend van 12.5.40 blijkbaar niet heeft opgemerkt.
De Duitse stellingen voor de middag van die tweede gevechtsdag zijn ingetekend op het volgend kaartje.
»
Download uitvergroting van deze kaart (2.8 MB)