Koos Hulsman (Jacobus Wilhelmus Hulsman)
Ome Koos is een van die vele mensen die weinig heeft losgelaten over wat hij heeft meegemaakt in de oorlog. We hebben het vermoeden dat hij kok was, hij kon goed koken en werd in overal afgevoerd (althans, dit was wat hij los wou laten) Duidelijk is dat hij veel meer meegemaakt heeft dan wij weten, die last droeg hij alleen. Zodoende blijft de familie met veel vragen zitten. Als u iets kunt vertellen over hem horen wij dit bijzonder graag!
Hij is geboren op 16 September 1913 te Nederasselt Maasbandijk b104. Tegenwoordig behoord dit gedeelte van het oude Nederasselt bij het dorp Balgoy.
Enige gegevens heb ik op kunnen vragen bij een landmachtdag destijds maar veel is dat niet.
Hij had registratienummer 113.09.16.013. en was ingedeeld bij het 8e Regiment Infanterie
Voor het eerst werd hij opgeroepen op 20 maart 1933
Tweede maal 9 september 1937
Gemobiliseerd 29 augustus 1939, groot verlof 12 (13?) juni 1940 toen hij terugkwam uit krijgsgevangenschap.
Hij heeft later, vanaf 1959 in de officierskantine van de Generaal de Bons kazerne te Grave gewerkt achter de bar.
Als kind vroeg ik hem over de oorlog, hij praatte daar niet over met familie maar heeft mij wat losgelaten omdat ik doorvroeg. Dat hij daar nachten wakker door heeft gelegen besefte ik veel later pas. Zelfs op zijn sterfbed had hij het er nog zwaar mee.
Over de Grebbenberg vertelde hij: “We waren onder in de veldkeuken toen er opeens een Duitser achter ons stond” die riep “hande hoch”. De Duitsers liepen met handgranaten in hun laarzen gestoken. Daarna werd ik in mijn overal afgevoerd naar Duitsland, naar Neu Brandenburg, in de buurt van Berlijn.
Hij heeft dit alles meegemaakt samen met dorpsgenoot Wim Willems . De familie herinnert zich dat hij weken later, totaal ondervoed, uit krijgsgevangenschap terugkeerde. Desondanks kon hij jaren later toch zeggen; “ik had niets tegen die Duitse soldaten”, “Die jongens moesten ook”. Hij keek op televisie altijd graag naar de Duitse televisiezenders, vooral naar muziekprogramma’s. Maar niet naar oorlogsfilms want hij zei dan “die lui die daaraan mee doen hebben niks mee gemaakt” Jaren na hun vrijlating, kwam Wim Willems bij Koos met het etensblijk waaruit zij tijdens hun krijgsgevangenschap gegeten hadden en vroeg of hij deze wilde hebben. Nee dank je, zei Koos, ik heb nou een fatsoenlijk bord. Dit bord is natuurlijk allang weg.
De familie wist te vertellen dat Ome Koos geen eten kon binnenhouden toen hij terugkwam van krijgsgevangenschap. Hij had daar op het land moeten werken en was ondervoed. Ook werden ze bij terugkomst ondergespoten met DDT, dit zal ook niet bevorderlijk geweest zijn.
Van een dorpsgenoot hoorde we na het overlijden van Ome Koos (8 juni 1997) dat hij in het lokale verzet gezeten heeft want in de oorlog kwam Ome Koos bij zijn vader (die was visser) meermaals vragen om onderduikers de Maas over te zetten. Voor deze uitspraak wist ik niet eens dat er een lokaal verzet was maar best logisch. Ome Koos kon niet tegen onrecht. Toen ik over de Amerikanen als bevrijders begon zei hij “Amerikanen bevrijders? Ze onderdrukken hun eigen volk! De negers die mochten het vuile werk doen” (op de transporten sjouwen en de doden begraven)
Op een dag kreeg hij een overlijdensbericht met de post en zei: Nu ben ik de laatste van mijn groep, hij duidde op de groep waar hij in de krijgsdagen mee optrok.
Hij word vermeld in de brief van J.J. Thijssen
http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=thijssen-j-j
Dit is een foto van ome Koos in Uniform, genomen toen hij van dienst thuiskwam in de 1933
Van links naar rechts: Piet, Koos, Mieneke en Jan Hulsman.
Deze foto is genomen op de dag dat hij gekeurd is
Van links naar rechts: Koos Hulsman, J.J. Thijssen (begraven op de Grebbeberg), Wim Willems.
Heeft u uniformatie over Ome Koos, of over andere soldaten uit Balgoy die in 1940 gediend hebben, of het dorp zelf in de meidagen, dan horen wij dit graag. Het zou duidelijkheid geven over wat er zich toen afgespeeld heeft.
Met vriendelijke groet, Werner Peters, Balgoy.