Na nieuw onderzoek naar bestaande en nieuwe bronnen bracht Kees Ruissen een concept-versie van zijn studie naar de artillerie in mei 1940 t.a.v. De Grebbeberg en de Grebbelinie zuid onder onze aandacht. Hij noemde het Grebbelinie zuid - een herwaardering.
Deze studie beperkt zich tot de plannen en acties van twee legerkorpsen, in het bijzonder van de divisies die in mei 1940 bij Scherpenzeel en de Grebbeberg tegenover elkaar kwamen te staan. Nog verder inzoomend brengt die vooral het artilleristisch optreden daar van beide partijen in beeld. Dit eerste deeltje behandelt het Duitse optreden bij de Grebbeberg.
Duidelijk werd dat die veel meer in evenwicht waren dan tot nu toe werd aangenomen. In de beginfase was er aan Nederlandse zijde zelfs een duidelijk artilleristisch overwicht. Het lukte de Duitse divisies niet om alle ingedeelde vuurmonden snel vooraan te krijgen en meteen volledig in te zetten. Geen van beide partijen wist de vuurstellingen van de tegenstander goed op te sporen en effectief te bestrijden. Vooral bij verplaatsingen kwam een hele afdeling of batterij onder vijandelijk artillerievuur. Aan weerskanten werden daarbij verliezen geleden.
Al op het eerste gezicht kwamen belangrijke verschillen tussen de opgegeven doelen en behaalde resultaten naar voren. Belangrijk is dan om daarbij voor ogen te houden dat de situatie zich op het slagveld vaak (heel) anders ontwikkelt dan in zelfs uitstekend voorbereide en ontwikkelde plannen werd aangenomen. Dat vraagt flexibiliteit in de uitvoering op het gevechtsveld. Ruimte om daar en dan de beste weg te kiezen om de gestelde doelen zo effectief en efficiënt mogelijk te bereiken. Het Duitse leger kreeg die ruimte met de Auftragstaktik, andere legers gaven die ruimte voor aanpassing van het eigen optreden aan onverwachte omstandigheden in mei 1940 nog niet.
Auteurs als Frieser, Goossens en Hoogenboom droegen hiermee een nieuwe verklaring aan voor de indrukwekkende reeks overwinningen van de Duitse troepen. In enkele weken wisten die eerst het Nederlandse, daarna het (met Britse en Franse eenheden versterkte) Belgische, tenslotte zelfs het veel sterker geachte Franse leger verrassend snel op de knieën te krijgen. En dan nog wel zonder het grote overwicht dat een aanvallende partij volgens de militaire doctrines van die tijd nodig had.
De betekenis van Duitse en Nederlandse artilleristen in de gevechten bij Grebbeberg en Scherpenzeel bleef tot nu toe een grote blinde vlek. Dit onderzoek wees uit dat de sterkte aan Duitse kant zwaar werd overschat en het Nederlandse optreden (misschien daardoor ook) niet de waardering kreeg die het verdiende.
Nu is, met gewaardeerde inbreng van enkele deskundigen als meelezers, hier een concept over de inzet van de Duitse artillerie bij de Grebbeberg beschikbaar als download,
https://www.grebbeberg.nl/uploads/downloads/Grebbeberg_mei_1940_(D1).pdf
Kees Ruissen is benieuwd naar vragen of commentaar. Die zullen zoveel mogelijk in de Discussiegroep worden beantwoord.