|
Over her civiele leven van generaal P.W. Best is – zoals bij vele andere officieren- weinig bekend c.q. aangetekend. Slechts een onderzoek bij eventuele nabestaanden kan mogelijk meer gegevens opleveren.
Zijn mening en strategische opvattingen m.b.t. de meidagen 1940 heeft hij op gedetailleerde wijze verduidelijkt voor de Commissie Regeringsbeleid 1940-1945; zie Deel 1C pags 125-132 en 461-466. Hij toont zich daar meer voorstander van de visie van generaal Reynders dan van Winkelman. Op de vraag hoe hij algemene appreciatie van Reynders was, antwoordde hij “Zeer gunstig”. Desgevraagd zei hij dat voor Winkelman hetzelfde gold maar dat zijn meningen de mens, het karakter betroffen en voegde daar aan toe: ”Wat kennis betreft, dat weet ik niet. De generaal Winkelman was al zes jaren gepensionneerd, dus of hij nu precies op de hoogte was van de geweldige evoluties die bij andere legers plaatsvonden, kan ik niet beoordelen”.
Voorts toonde hij zich een uitgesproken tegenstander van de plaatsgevonden wisseling van het opperbevel, met weinig goede woorden voor de houding van minister Dijxhoorn.
Hoewel geen bewonderaar van de Peel-Raamstelling had Best scherpe kritiek op het onmiddellijk wegtrekken van het 3e Legerkorps uit Noord-Brabant bij het uitbreken van de oorlog. Evenals generaal Reynders had dat naar zijn mening weinig met ‘neutraliteitshandhaving’te maken.
In overeenstemming met Reynders’ visie vond hij dat de Grebbelinie nooit de hoofdstelling had mogen worden. De inundaties waren daar onvoldoende of ontbraken op belangrijke punten. Deze was wel geschikt als voorpost voor van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, maar bij die laatste stelling had ook volgens generaal Best de hoofdverdediging moeten liggen. Hij erkent dat de Waterlinie ook nadelen had, maar zijn argumenten voor die linie zijn zeker interessant om die hier te memoreren:
“…deze had één groot voordeel en dat heb ik indertijd ook gezegd aan iedereen die het maar horen wilde: denk er om als we de Duitsers tegen moeten houden met hun tanks en dergelijke, dan kunnen wij dat alleen met water doen, want ze hebben absoluut watervrees; ik bedoel natuurlijk de militaire leiders in Duitsland. Die zijn bang voor grote watervlakten en dat hebben ze overgehouden van de IJzerstellingen (…) Daar zijn ze door het water verrast en hebben daardoor ontzaglijke verliezen geleden. Ten slotte zijn ze er nooit door kunnen komen. (…) Bij de Grebbelinie was men verre ten achter met de inundatievoorbereidingen, terwijl de Waterlinie, op dit punt althans, klaar was. Als die tijdig waren gesteld, had men daar een onafzienbare watervlakte gehad, niet te diep, net wat nodig is, en dan hadden de Duitsers naar mijn smaak, niet licht geprobeerd daar doorheen te komen.” » Deze reactie is geplaatst op 24 juli 2006 13:36 |