Dagboek van reserve-Kapitein C.J.W. van Krevelen

D A G B O E K   3-II-46 R.I.
9 t/m 14 Mei 1940

 

9 Mei Hedenavond te ca 22.30 uur kwam het bericht dat de alarmkwartieren betrokken moesten worden en dat een ieder op 10 Mei om 4.00 uur zijn plaats in de stelling moest hebben ingenomen, een en ander naar aanleiding van zeer verontrustende berichten van onze Oost - grens. Het betrekken der stelling had een normaal verloop.

 

10 Mei In de nacht van 9 op 10 doorloopend berichten door de radio van den Luchtwachtdienst. Talrijke vliegtuigen vlogen boven ons land; meest in Westelijke richting. Om ca. 4.00 uur bij mijn rondgang langs de stelling bevond ik mij te Kesteren bij de school toen de eerste Duitsche vliegtuigen zichtbaar werden. Direct werden ze onder vuur genomen door zware mitrailleurs en Luchtdoelgeschut. Ze vlogen echter te hoog en vervolgden hun weg in Westelijke richting. Later kwamen groote aantallen Duitsche vliegtuigen terug uit Westelijke richting. Ze vlogen nu aanmerkelijk lager met het gevolg dat binnen korten tijd 2 vliegtuigen brandend neerstortten en een derde toestel in de uiterwaarden voor de Manuswaard neerplofte. De Duitsche toestellen beantwoordden ons vuur met hun mitrailleurs. Den gehelen dag vijandelijke vliegtuigen boven de stelling.
6 a 7 toestellen zien vallen tot groote vreugde van den troep. De stemming is heel goed. Alleen een zekeren angst voor handgranaten. De uit te sturen patrouilles werden voorzien van aanvalshandgranaten. In den loop van den dag werd in de Commandopost, t.w. Huis te Lee, een kelder ingericht als schuilkelder en voorzien van drinkwater, levensmiddelen, verband en pioniermateriaal. De kelder bood plaats aan ca. 20 personen. De verdediging van de commandopost werd geregeld en proefalarm gehouden. De telefonische verbinding met den regimentscommandant kwam dien dag niet tot stand ingevolge evacuatie van vee, hetwelk de draden herhaaldelijk stuk trapte. De verbinding is dien dag 3 maal hersteld. Om 16.00 uur zag ik bij de Rhenensche Brug de eerste Stuka die 2 achtereenvolgende aanvallen deed op de luchtdoelartillerie in Rhenen. Verder geen bijzonders.

 

11 Mei Geen bijzondere gebeurtenissen. Den derde groep werd aan mijn compagnie onttrokken ter verdediging van de regimentscommandopost.
Reserve 1e luitenant van Zandbergen moet patrouille loopen in Kesteren en Opheusden tot opsporing van eventuele parachutisten. De telefonische verbinding kwam tot stand.

 

12 Mei Vele en tegenstrijdige berichten doen de ronde. Aanvallen van eenige vijandelijke vliegtuigen. De Grebbe ontvangt vijandelijk artillerievuur en komt ten deele in handen van de Duitschers. Inundatie niet in werking. Wageningen in brand geschoten door eigen artillerievuur. De toestand is weinig overzichtelijk, zelfs eenigszins verwarrend, daar bekend is dat Duitsche militairen gebruik maken van Nederlandsche uniformen.
's Middags de opdracht ontvangen de stoplijn te verlaten en stelling te nemen aan de Zuidzijde van den Rijn, aan weerszijden van de Rhenensche brug, dus front Noord met als taak: verdediging van de brug. De situatie teekende zich hierdoor scherper af, aangezien er door deze maatregel bleek dat er kans bestond op een flankaanval. Verder bleek dat de Rhenensche Brug nog niet kon worden opgeblazen.
In den middag werd er over een spoor op de Rhenensche brug een houten plankier gelegd. Daar niet bekend was gemaakt, dat dit zou gebeuren, gaf dit aanleiding tot eenige verwarring in verband met de uniformkwestie. Later bleek dat dit plankier werd gelegd door Compagnie Pioniers IVe Divisie. 's Avonds werden brug en opritten met eenige oude auto'ss versperd en werden er tevens landmijnen gelegd. Verder werd de compagnie versterkt met 2 secties infanterie van III-46 R.I. onder reserve Luitenant Grotes alsmede met 2 stukken pantserafweergeschut onder commando van Vaandrig Stikker en 1 zware mitrailleur. De opstelling van de compagnie was vrijwel in linie langs den dijk met de 2 secties van III-46 R.I. als reserve een 100 Meter achterwaarts ten Oosten en ten Westen van de spoorbaan. Door ingraven ter plaatse moest de compagnie zich een kleine dekking verschaffen. Munitie voorziening en verpleging verliep goed; ook voor de toegevoegde troepen.
De nacht was koud en kil zoodat het verblijf in het open veld niet bepaald aangenaam was. 's Avonds moesten er in Eck en Wiel de pantserafweergeschut-trekkers worden gehaald. Er was echter niets voorradig zoodat in Lienden de nog aanwezige trekkers van het teruggetrokken 8 Grensbataljon werden verzameld.

 

13 Mei In de vroege ochtend de stelling langs gegaan; Rhenen werd nog doorlopend beschoten; voornamelijk omgeving kerk, maar ook het veer. Geen bijzonderheden. Vervolgens kwam om 8.05 uur het bericht dat de brug zou worden opgeblazen. De positie op de Grebbe was nog niet geheel duidelijk, daar zoowel troepen werden gesignaleerd die, voorzien van een witte vlag en gekleed als Nederlandsche Militair zich in Westelijke richting begaven, en tevens verscheidene groepen sterk 25/40 man zich begaven in Oostelijke richting naar de Rhenensche brug. Bovendien werd er omstreeks dienzelfden tijd in Rhenen nog gevochten. Zelfs te 13.05 uur gingen nog Nederlandsche troepen voorwaarts, terwijl om 13.25 uur nog een 20-tal vijandelijke bommenwerpers de Grebbe bombardeerden.
Te ca. 15.00 uur 2 groepen van ieder 6 man uitgestuurd ter opsporing van parachutisten in het rayon Aalst - Kesteren - Rhenesche brug - Leede - en Ouderwaard - Aalst. Niets verdachts werd geconstateerd.
De brug was inmiddels nog steeds niet opgeblazen en was het ook niet meer mogelijk zulks te doen, aangezien het bruggehoofd aan de Noordzijde door Duitsche troepen was bezet. Wel werden er pogingen aangewend en werden er 2 soldaten gewond. Vermelding verdient hier het moedig optreden van den soldaat, die met gevaar voor eigen leven een der gewonden van de brug haalde. (Hierover is afzonderlijk rapport opgemaakt.) Uiteindelijk is het gelukt de brug door artillerie beschieting onklaar te maken doordat een der bogen in het water stortte. Dit gebeurde omstreeks 18.45 uur.
Tusschen de bedrijven door hadden we bericht ontvangen de voertuigen te bepakken en waren we verder versterkt met ca. 70 man wielrijders van 1e Regiment Huzaren onder commando van Kaptitein Van Zanten.
Bij het eten uitdelen bleek een gedeelte der compagnie onder een luitenant verdwenen te zijn. Later bleek naar Lienden. Een huishoudelijk onderzoek is hierover ingesteld en werd deze zaak naar de Krijgsraad verwezen. Ter versterking werd mij toebedeeld een sectie zware mitrailleurs van I-46 R.I. Tegelijkertijd werd mij medegedeeld dat bij een eventueele terugtocht een scherm zou achterblijven onder mijn commando terwijl de rest van het Regiment zich zou terugtrekken op Lienden en verder Westwaarts. Inderdaad kwam na eenige tijd later het bevel van den terugtocht en vertrok de compagnie onder reserve 1e Luitenant Zandbergen. Het scherm bleef en vertrok Dinsdag 14 Mei om 0.45 uur. Bijzonderheden deden zich niet voor. Het meest indrukwekkend was het brandend Rhenen in een donkeren nacht.

 

14 Mei Aankomst in Vianen. De legering was voorbereid en de bevolking zeer tegemoetkomend. De soldaten hadden het verdiend na zoo'n lange marsch. 's Middags werd de wapenstilstand bekend gemaakt en was er een einde gekomen aan den 5-daagschen oorlog.
Verder bleek mij dat de compagnie op haar terugtocht een auto had verspeeld en dat zoodoende de geheele administratie - rustkamer - officierskoffer - administratiekist enz. verloren waren gegaan.
(Hierover een proces-verbaal opgemaakt)

 

  Commandant 3-II-46 R.I.
De Reserve Kapitein

C.J.W. van Krevelen

bij afwezigheid de 1e Luitenant
(get.) H. Zandbergen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.62 MB)