Verklaring van dienstplichtig soldaat W. Geertsema

Verklaring afgelegd door den dienstplichtig soldaat W. GEERTSEMA van 2-I-46 R.I.,
in de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 3 November 1947.
------------------

           De Luitenant SCHEEPSTRA was mijn Sectiecommandant.
           Zondag 12 Mei zijn wij vanuit Ingen overgebracht naar het viaduct bij Rhenen. Wij kwamen daar midden in den nacht aan. Wij hebben den geheelen nacht gewerkt aan het in orde maken van de stellingen.
           Maandag tegen 10 uur in den morgen vroeg de Luitenant SCHEEPSTRA vrijwilligers voor een patrouille naar het viaduct om munitie te halen. De Luitenant wist, dat aan de overzijde van het viaduct munitie lag. Wij hadden in de stelling niet te veel munitie, slechts één kist voor de sectie en 120 patronen per man. Ik heb mij met soldaat VAN DEN BRINK voor deze patrouille aangemeld. Ook een korporaal, vermoedelijk korporaal JANSEN, van onze compagnie, was bij de patrouille aanwezig. Of deze zich heeft aangemeld, dan wel is aangewezen, is mij niet bekend. Wij zijn met een kruiwagen naar het viaduct gegaan. Aldaar aangekomen, zag ik aan den overkant een gesneuvelde Nederlandsche militair liggen. Aan eigen zijde stond een korporaal of wachtmeester van de Marechaussee.
           Opeens zei de Luitenant: "Daar aan den overkant zie ik een stuk pag. staan, dat ga ik halen". Ik zei tegen de jongens: "Dat is levensgevaarlijk". Een Hollandsche zware mitrailleur bij een huis bij het viaduct schoot namelijk uit alle macht over den weg, terwijl ook de Duitschers over den straatweg vuurden. Ik weet niet precies waar dit vijandelijk vuur vandaan kwam, mogelijk uit een boschrand. De Luitenant heeft gezegd: "Ik ga het stuk halen"; ik herinner mij niet of hij ons gevraagd heeft mede te gaan. In elk geval zijn wij niet mee geweest. De Luitenant rende weg het viaduct over. Ik heb niet gezien hoe hij over het viaduct gegaan is, want ik heb mij gedekt achter een huisje vlakbij het viaduct. Toen de Luitenant weg was, doch voor hij teruggekeerd was, kwamen ongeveer 100 Hollandsche militairen het viaduct overrennen.
           De Luitenant is in de trekker van het stuk pag. gesprongen en vol gas over het viaduct teruggereden. Ik weet niet, of hij eerst nog een vrachtauto opzij gereden heeft. Mij is niet bekend of in de trekker kogelgaten zaten. Toen de Luitenant terug was, zeide hij: "Wij gaan naar de sectie terug". Over zijn daad roemde hij niet. Wel hebben wij er onder elkaar over gesproken, omdat wij het zeer moedig vonden. In de stelling teruggekomen, kregen wij kort daarop een bombardement van Stuka's. Tengevolge hiervan zijn van de 3e of 4e Sectie 8 of 9 man gesneuveld. Onze sectie leed geen verliezen, omdat de bommen op ongeveer 7 meter afstand vielen. Tengevolge van dit bombardement werd de troep uit elkaar geslagen.
           Ik heb niet gezien, dat een huzaar achter den Luitenant aan over het viaduct gegaan is, of dat er militairen in de trekker zaten, toen de Luitenant terugkwam. Ik heb ook niet gehoord, dat de Luitenant aan een korporaal van de Marechaussee last heeft gegeven met hem over het viaduct te gaan.
           De Luitenant SCHEEPSTRA was een zeer moedig en kundig officier. Een ieder had respect voor hem. Onze Majoor (naam weet ik niet meer) was niet zoo moedig; wij hebben hem ten tijde van het gevaar nimmer bij de troep gezien.

's-Gravenhage, 3 November 1947.

(get.) W. Geertsema.

Opgenomen: M.
Typ.: K.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 882.45 KB)