Verslag van reserve Luitenant-Kolonel J.M. Kolff
VERSLAG OVER DE GEBEURTENISSEN GEDURENDE DE VIJANDELIJKHEDEN VAN 10 MEI TOT EN MET 14 MEI 1940. = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = Betreft alleen 46e Regiment Infanterie. (min 1e Bataljon) -o-o-o- |
In den morgen van den 10den Mei bleek een oorlog te zijn uitgebroken tusschen Duitschland en Nederland. Groote aantallen Duitsche vliegtuigen overvlogen ons gebied en al spoedig werden de opstellingen in het geheele regimentsvak, alsmede de commandoposten door vijandelijke vliegtuigen onder vuur genomen. Deze vliegtuigen werden door ons krachtig onder vuur genomen, met het gevolg dat al spoedig meerdere vliegtuigen omlaag stortten. In den avond werd een Duitsch vliegtuig voor de voorposten neergeschoten. De bestuurder werd als eerste krijgsgevangene doorgezonden naar den commandopost van Brigade A. Voorts werd in den laten avond bericht ontvangen, dat de "Groep Betuwe" was teruggetrokken. Den 11den Mei begon de vijandelijke beschieting van den Grebbberg. Vanaf dit oogenblik werden onze stellingen bij tusschenpoozen door vijandelijk artillerievuur bestookt. De voorposten in het vak van IV Divisie waren toen reeds teruggenomen. Het Opheusder pontveer bleek onvernield aan de noordelijke Rijnoever te liggen. Zondag 12 Mei. Maandag 13 Mei. |
Op 14 Mei te circa 11.00 werd het navolgende bevel ontvangen:
|
||||||||||
SPOED | ||||||||||
|
||||||||||
De Kolonel, Commandant Brigade A., o/l de waarnmend Chef Staf, get. de Boer. |
||||||||||
Aan: Commandant 46e Regiment Infanterie |
Naar aanleiding van dit bevel werd de kaart bestudeerd, waarbij bleek dat voor de vijandelijke pantserwagens de weg Goudriaan - Noordeloos - Meerkerk - Lexmond - Vianen geheel open lag, terwijl de vijand ook via Meerkerk of over Ameide - Sluis - Achthoven of over den weg langs en aan de oostzijde van het Merwedekanaal het legeringsgebied kon naderen. Commandant 8 Grensbataljon, die gedeeltelijk over rijwielen beschikte, kreeg opdracht om 3 lichte mitrailleurgroepen op rijwiel, onder commando van een officier, waaraan toegevoegd 3 stukken pantserafweergeschut 8 Grensbataljon op te stellen: |
a. | 1 stuk pantserafweergeschut, waarbij een lichte mitrailleurgroep opgesteld driesprong kunstwegen Motorgemaal, vierkant 132-441. |
b. | idem, opgesteld aan den driesprong van wegen zuidelijk van Lexmond |
c. | idem, opgesteld aan den driesprong van wegen noordelijk van Stoomgemaal, vierkant 130-441. |
De aanwezige K. rollen medevoeren. Bericht mij zoodra de opstellingen zijn ingenomen.
Vervolgens worden commandant 1e compagnie 2 bataljon 46e Regiment Infanterie; commandant Mitrailleur Compagnie 2e bataljon 46e Regiment Infanterie en commandant 46e Compagnie pantserafweergeschut ontbonden en het navolgende bevel uitgegeven: |
Vijandelijke pantserwagens drongen door tot Goudriaan. Door troepen van 8 Grensbataljon worden de navolgende wegen afgesloten: 1e. driesprong Kunstwegen Motorgemaal vierkant 132-441; 2e. driesprong Kunstwegen zuidelijk van Lexmond; 3e. driesprong Kunstwegen noordelijk van Stoomgemaal vierkant 130-441. |
De 1e compagnie 2e bataljon 46e Regiment Infanterie (min een sectie), waaraan toegevoegd een sectie Mitrailleur Compagnie 2e bataljon 46e Regiment Infanterie en 3 sectiën 46e compagnie pantserafweergeschut, het geheel onder commando van commandant 1e compagnie 2e bataljon 46e Regiment Infanterie stelt zich op in tweede lijn achter 8 Grensbataljon.
opdracht: |
a. | een sectie infanterie, een stuk zware mitrailleur en een sectie pantserafweergeschut sluit in den zuidrand Helsdingen de wegen af, gaande in zuidelijke en zuidwestelijke richting. |
b. | een sectie infanterie, een stuk zware mitrailleur en een sectie pantserafweergeschut sluit den weg langs het Merwedekanaal en den Kruisweg af, ter hoogte van Biezenmolenbrug. |
c. | een sectie infanterie, een sectie pantserafweergeschut komen als mobile reserve bij "de zeven boompjes", vierkant 134-444. |
De aanwezige K. rollen worden medegevoerd. Voor de infanterie staan gevorderde rijwielen bij het gemeentehuis Vianen gereed. Voor de zware mitrailleurs twee vrachtauto's. Commandant 1e compagnie 2e bataljon 46e Regiment Infanterie zal zoo spoedig mogelijk afmarcheeren en de opstellingen laten innemen. Verbinding per motorordonnans. Bericht mij ten minste elke twee uur, ook negatief en zoodra de opstelling is ingenomen. Voor verpleging wordt dezerzijds zorg gedragen. Omstreeks 17.00 uur werden de regimentscommandanten bij commandant Brigade A. ontboden. Bij eene bespreking deelde commandant Brigade A. mede, dat de toestand ernstig was en het met het oog op vliegergevaar niet wenschelijk werd geacht zijn troepen dusdanig eng gedurende den nacht zouden legeren. Het werd wenschelijk geacht dat de Brigade in verzamelvorm, den nacht zou doorbrengen buiten de bebouwde kommen van het legeringsgebied. Aan mij werd opgedragen het 46e Regiment Infanterie in colonne op te stellen in de boomgaarden Oost van den weg langs het Merwedekanaal, front zuid, met het hoofd bij de Biezenmolensche brug, zoo noodig de compagnieën geecheloneerd opstellen. De kruispunten van wegen tenminste 10 meter vrijlaten. De staart van de colonne mocht de Hagerweg niet in noordelijke richting overschrijden. Juist nadat ik de bevelen aan de ondercommandanten had uitgegeven, om onmiddellijk de voorgeschreven opstelling in te nemen. Kwam het gerucht, dat Nederland de wapenen had neergelegd. Kort hierop ontving ik van commandant Brigade A. het bevel: "Verzamelvorm niet innemen. De troepen blijven legeren in hun rayons." Als bijlagen voeg ik hierbij de verzamelstaten van berichten van compagnieën 2e en 3e bataljon 46e Regiment Infanterie, zoomede een verslag van den Regiments-Arts 46e Regiment Infanterie, en verslagen van de Artsen, belast geweest met de geneeskundige verzorging in de hulpposten van 3e en van 2e bataljon en in de Hulpverbandplaats en de verzamelplaats marschvaardige gewonden. |
BROUWER, Cornelis | geb. 17-2-1920 te Apeldoorn; |
Van DIJK, Otto | geb. 24-11-1906 te Rotterdam; |
HEIDENREICH, Anton Henricus | geb. 18-7-1920 te Amsterdam; |
HOOGEVEEN, Cornelis | geb. 7-5-1912 te Rotterdam; |
KNIJFF, Willem Martnus | geb. 13-1-1914 te Oudenbosch. |
De vier laatstgenoemden werden op mijn last van de plaatsen, waar zij gevallen en tijdelijk ter aarde waren besteld, naar Vianen overgebracht. Hier werden de lijken gekist en vond op Maandag 20 Mei op het Kerkhof te Vianen eene plechtige begrafenis plaats, waarbij het ingevolge eene prijzenswaardige samenwerking van R.K. en Protestantsche Geestelijkheid mogelijk was om vier mannen in elkaars onmiddellijke nabijheid ter ruste te leggen. Het geheele regiment was om de graven vereenigd, terwijl talrijke familieleden der gesneuvelden de plechtigheid bijwoonden. De dienstplichtige BROUWER is in het Ziekenhuis te Utrecht overleden. De gevallenen van 1e bataljon 46e Regiment Infanterie konden niet worden opgespoord en zijn vermoedelijk op den Grebbeberg begraven. In totaal zijn van 46e Regiment Infanterie gevallen 12 manschappen, terwijl 2 officieren en 13 soldaten werden gewond en nog 14 man worden vermist. Hieronder volgen nog eenige opmerkingen van algemeenen aard. Terwijl bijna acht weken, tijdens de strenge vorstperiode niet kon worden gewerkt en daarna de ruim 80 centimeter diepe hal in den vaste kleigrond het werk belemmerden, waren de gevechtsopstellingen in mijn regimentsvak geheel gereed, toen de oorlog uitbrak. De schuilplaatsen waren voor 95 procent gereed. Het afdekken met zoden was beëindigd; het camoufleeren vrijwel gereed. |
a. | dat reeds den eersten avond (10 Mei) de groep Betuwe door de stelling terugtrok en medegedeeld werd, dat de Duitschers geen gevangenen maakten. |
b. | dat den tweeden dag (11 Mei) de voorposten voor de Grebbe stelling met witte vlaggen voorop, teruggingen en meerdere vluchtende groepen, zwemmende of met bootjes over den Rijn trokken, onder andere een afdeeling van circa 50 man, waarbij een officier, die later bleek te zijn de Luitenant Lindeman, D.H. van 8e Regiment Infanterie, gruwelverhalen vertellende, onder andere dat de Duitschers geen krijgsgevangenen maakten, maar of de Nederlandsche militairen ontwapenden en voor zich uitdreven om dienst te dien als schermen of hen te samen dreven in een schuilplaats en er dan handgranaten in wierpen. |
c. | het vrijwel onafgebroken bombardement op den mijn geheele vak domineerenden Grebbeberg; het vrije spel van de Duitsche vliegtuigen (bombardementen), terwijl Engelsche of Fransche hulp uitbleef, de hevige branden aan de overzijde van den Rijn vanaf Wageningen tot en met Rhenen en terwijl dit alles al die dagen bijna werkloos moest worden aangezien, omdat zich immers vrijwel geen doelen aan onze infanterie - wapenen aan de overzijde van den Rijn hebben geboden. |
Ik wensch in het bijzonder hulde te brengen aan mijne voorposten, die, alhoewel zij zich met omsingeling bedreigd wisten, tot het oogenblik van het bevel voor den terugtocht (op 13 Mei, omstreeks 17.00 uur) rustig en paraat op hun post zijn gebleven en met uitzondering van de versterkte Sectie nabij de boerderij Maneswaard, welke tengevolge van het vijandelijk vuur niet meer terug kon, in goede orde tot achter de stoplijn zijn teruggegaan. Ik noem hier in 't bijzonder de commandant voorposten de reserve kapitein van SCHALKWIJK J.G., Commandant 2e compagnie 3e bataljon 46e Regiment Infanterie met zijne compagnie; de beide sectiën van Mitrailleur Compagnie 3e bataljon 46e Regiment Infanterie onder bevel van den reserve 1e luitenant NOOYEN, A.A.H., de 46e Batterij 6 Veld (min 1 stuk) plus 1 stuk pantsergeschut onder bevel van den reserve kapitein SCHOUTEN W.J. Ik wil in dit verband mede de aandacht vestigen op de motor-ordonnansen, die na het stuk schieten van de telefoonverbindingen de berichten hadden over te brengen naar de voorposten. en later naar de frontlijn en die vaak onder vuur hun moeilijken taak hadden te verrichten. Ik noem hierbij de dienstplichtigen BOS H.J.; HEIDENREICH J.A.C. MUNNIKREDE A.J. Helaas moet ik eenige uitzonderingen maken en hierbij rapporteeren: |
1e. | De Commandanten van beide Sectiën, opgesteld op den uitersten linkervleugel van de linkerflankdekking, resp. de reserve 1e luitenant BARNHOORN J. en de vaandrig CROMMELIN H.O.H., die eigenmachtig en zonder redenen met hun sectiën in den middag van 13 Mei te circa 15.30 uur het stellingvak hebben verlaten en met de witte vlag voorop, eigener beweging zijn teruggetrokken naar Lienden, waarvan zij geen mededeeling hebben gedaan aan commandant linkerflankdekking. Beiden behooren tot 3e compagnie 2e bataljon 46e Regiment Infanterie. Deze zaak is door mij onderzocht en aanhangig gemaakt. |
2e. | De reserve officier van gezondheid der 2e klasse RENOUT W. heeft eigener beweging, met het geneeskundig personeel, den door hem te bezetten hulppost van het 3e bataljon 46e Regiment Infanterie op den 11den Mei 1940 te circa 21.00 uur verlaten en zich met een vrachtauto naar Tiel begeven, zonder hiervan bericht te zenden en later voorgevende, dat hij zich alleen en verlaten zou hebben gevoeld en zich met omsingeling bedreigd achten. Hij is eigener beweging den volgenden dag teruggekeerd, daar hij van ordonnansen vernomen had, dat er niets aan de hand was. De zaak is door mij onderzocht en aanhangig gemaakt. |
3e. | Rapporteer ik, dat de reserve veldprediker PLOMP, Ds. C.R. eigenmachtig het regiment heeft verlaten. Met de regiments Hulpverbandplaats is hij teruggegaan in de richting Culemborg. Alhoewel de dd. officieren van Gezondheid hem raadden zich weer bij zijn regiment te vervoegen is hij via Vreeswijk teruggegaan en bij het Hoofdkwartier van het Veldleger te Gouda terecht gekomen. Hier zou de Veldprediker bij het Hoofdkwartier van het Veldleger hem, omdat hij eeniger mate geschokt was, tijdelijk aan diens bureau hebben verbonden. De PLOMP heeft nagelaten mij omtrent de redenen van zijn eigenmachtig vertrek in te lichten. Deze zaak is nog bij mij nader in onderzoek.
|
Ik wensch te eindigen met een woord van dankbare hulde aan de officieren, onder-officieren, korporaals en soldaten van mijn regiment van wie gedurende deze vijf dagen het alleruiterste gevergd is. Noch de bedreiging van beide flanken, noch een beschieting op 13 Mei omstreeks 19.00 uur door vijandelijke batterijen van de richtingen Druten en Wageningen gelijktijdig ondernomen vermocht in de hoofdweerstandslijn verwarring te stichten. En zoo heeft 46e Regiment Infanterie stand gehouden tot op het oogenblik, waarop 13 Mei omstreeks 20.30 uur de bevelen voor den terugtocht de voorste lijn bereikten, welke terugtocht vervolgens in goede orde en volgens de gegeven bevelen is geschied. |
|
|