Verklaring van dienstplichtig soldaat G. van Kuilenburg

Verklaring van den dienstplichtige G. van Kuilenburg van M.C.-I-8 R.I., afgelegd in
de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 23 Januari 1947.
-------------

  Ik zat in een pantserkoepel (kazemat No. 19) op den Grebbeberg. Mijn commandant was sergeant Hazewinkel.

  Ik heb den mitrailleur bediend en ik was ook in het bezit van een pistool. Bij den mitrailleur hebben wij elkaar steeds afgewisseld. Ik was No. 4 van het stuk. Ik heb ook de affuit bediend. Deze stond vast.

  Ik weet niet hoeveel banden er verschoten zijn, maar er is wel veel geschoten, want ik zag zwart van het zweet, rook en kruitdamp. Ik heb ook nog aan de zwengel gedraaid voor de luchtverversching in onze opstelling.

  In deze opstelling hebben wij 11 en 12 Mei gezeten. 12 Mei 's avonds tusschen 5.30 en 7.00 uur kregen wij opdracht terug te trekken naar een andere opstelling, welke 100 meter achter ons lag.

  Sergeant Hazewinkel was flink en moedig. Hij gaf goede orders en deze werden ook uitgevoerd. Hij hield er niet van als hij iets beval, dat de manschappen er om heen wilden draaien. Hij heeft er niet aan gedacht terug te trekken.

  Wij zijn ook nog onder artillerievuur van den vijand geweest. Ik stond net in de loopgraaf, de granaten sloegen over de loopgraaf heen; ik kreeg de stukken nog op mijn helm. Ik ben toen in een schuilnis voor levensmiddelen onder den grond gekropen.

  Toen wij bevel kregen om terug te trekken, zijn wij op Luitenant Londo teruggetrokken. Wij kwamen eerst in een loopgraaf van tirailleurs. Deze lag links van den weg. Het was de laan, die uitloopt op Ouwehands Dierenpark. De opstelling van Luitenant Londo lag rechts van den weg. Wij moesten den weg oversteken. Deze lag niet onder vuur.

  Toen wij daar aankwamen, was Luitenant Londo boos. Hij wilde ons eerst terugsturen. Hij zei, dat het bericht van terugtrekken verkeerd was. Ik weet niet meer, wat hij precies gezegd heeft.

  Het optreden van Luitenant Londo was heel goed, moedig. Ik zag tegen hem op. Hij is in de eerste dagen van de oorlog wel bij ons geweest.

  Toen wij terugtrokken, was de mitrailleur nog goed. Hij liep af en toe warm. Wij hebben hem steeds water gegeven. Bij het weggaan hebben wij het stuk van het slot er uit gehaald.


's Gravenhage, 23 Januari 1947.

(get.) G. van Kuilenburg.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.58 MB)