Verklaring van korporaal ziekenverpleger T. Hansen

Korporaal Hansen T., verklaart bij zijn verschijning voor de Commissie Militaire Onderscheidingen, op 8 Mei 1947:

Klik hier voor een uitvergroting
Op de kaart zijn de twee posten welke betrekking hebben op het verhaal van Korporaal ziekenverpleger T. Hansen gemarkeerd. (1940)
  Ik was eerst in de mobilisatie ingedeeld bij 2-II-8 R.I., onder Commandant Kapitein Wiersinga.

  10 Mei 1940 was ik Korporaal ziekenverpleger bij Dr. Bakema. Vanuit ons kwartier in Rhenen zijn wij naar de hulpverbandplaats aan de Grift gegaan bij de Grebbelinie.
  Wij waren meen ik met 8 man. O.a. Dr. Bakema, ziekendrager Bakker en Poppinga. De eerste dag hebben wij enkele kleine gevallen gehad, verder is er niet veel gebeurd. Zover ik mij kan herinneren was de verbandplaats ongeveer 30 meter lang en 8 meter breed. Er waren geen rode kruis herkenningstekens.

  Op 11 Mei hebben wij enkele gewonden verpleegd en afgevoerd naar de andere hulpverbandplaats. Er was een weg aangelegd, deze was wel geklopt maar nog niet gestampt en was onbegaanbaar om gewonden over te vervoeren. Wij zijn daarom door het weiland gegaan. De 2e hulpverbandplaats lag tussen de Grift en de Grebbe.

  Op 12 Mei 1940 tegen 5 uur was van beide kanten de infanterie vertrokken. Wij zijn de loopgraaf nog ingegaan om de laatste gewonden op te halen. Zover ik mij nog kan herinneren was de rest aan het terugtrekken. Er waren 2 zwaar gewonden bij die wij met 2 draagbaren hebben vervoerd naar de hulpverbandplaats. Wij hebben met Dr. Bakema overlegd wat te doen. Hij zei als het enigszins mogelijk is dan moeten de gewonden worden afgevoerd. Andere ziekendragers die bij ons waren zijn met de gewonden naar de andere hulpverbandplaats gestuurd. Dr. Bakema, J. Bakker, Poppinga en ik zijn achtergebleven en een half uur daarna vertrokken. Wij kregen onmiddellijk vuur waardoor wij van granaattrechter tot granaattrechter sprongen, tot wij op de weg kwamen waar wij in een sloot kropen. Toen Bakker en ik deze sloot waren doorgekropen kwam Korporaal Ridderhof van de zware mitrailleurs en haalde ons op. Ik meen dat Dr. Bakema nog bij de zware mitrailleurs is geweest en gevraagd heeft om een van die mensen even naar de lichte mitrailleurs te sturen en om te vragen het vuren te staken daar wij hier last van hadden. Langzamerhand zijn wij teruggegaan en kwamen bij de 2e hulpverbandplaats waar Dr. Bakema reeds was aangekomen. Hier was ook de Bataljonscommandant Kapitein v.d. Berg. Poppinga is in het weiland gebleven. Tijdens krijgsgevangenschap hoorde ik van hem dat hij tegen de morgen terug was gegaan naar ons onderkomen waar wij vandaan kwamen en deze bezet vond door de duitsers waar hij krijgsgevangen werd gemaakt.
  Later heb ik ook gehoord dat de 3 gewonden met een met paarden bespannen wagen afgevoerd zijn naar Rhenen, onder zeer moeilijke omstandigheden. Ik meen dat ziekendrager Smeman hier ook bij was.

  De volgende morgen werden wij in de 2e hulpverbandplaats krijgsgevangen gemaakt. Een van mijn kameraden hebben zij nog van achteren in zijn been geschoten omdat hij zijn uitrusting niet gauw genoeg afgaf.
  We moesten duitse gewonden ophalen van onder aan de Grebbeberg. Later werden de duitse gewonden door andere overgenomen omdat wij weer verder op transport werden gesteld naar Wageningen.

  Betreffende Dr. Bakema. Hij is een man uit duizenden. Hij was altijd zelf vooraan. Moest er aangepakt worden, deed hij zelf ook direct mee. Ik weet nog dat hij 's Zaterdags avonds nog had gezegd. Jongens artillerie is maar een treffer, de meeste schoten vallen er naast. Hij hield de jongens kalm. Hij is ook een keer meegeweest om eten te halen met twee andere jongens, dit duurde een paar uur, onder artillerievuur. De jongens hebben allen hun plicht goed gedaan, mede dank zij Dr. Bakema.

's-Gravenhage, 8 Mei 1947.

T. Hansen.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.10 MB)