Verklaring van wachtmeester-titulair J. Wiering

Verklaring van den Opperwachtmeester der Rijkspolitie (destijds Wachtmeester tit.) J. Wiering,
afgelegd in de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 14 April 1947.
------------------------------

   Ik was ingedeeld bij het onderdeel van Kapitein Gelderman.
   Wij zijn in opdracht van Kapitein Gelderman bij elkaar getrommeld. Wij moesten naar den Grebbeberg. Onze taak was de troepen, die een beetje de kluts kwijt waren, moreele steun te geven. De menschen, die terugkwamen, moesten wij weer naar hun onderdeel brengen.
   Wij zijn gekomen tot bij het Viaduct bij Rhenen; dit zijn wij overgetrokken. In de bosschen richting Grebbeberg hebben wij terugtrekkende soldaten verzameld in een groep. Deze groep is later onder bevel van Kapitein Van Heist teruggegaan.
   Kapitein Van Heist was buitengewoon manhaftig. Ik meen, dat hij van het 8e R.I. was. Hij was de eenige officier, die zijn positieven bij elkaar had en datgene deed, wat hij moest doen.
   Toen wij nog op den Grebbeberg waren, kwam de groep onder bevel van Kapitein Van Heist na een half uur terug. De Kapitein zei: "Het is niet meer te houden, wij moeten zien dat wij over het Viaduct komen".
   Vóór den oprit van het Viaduct stond een zware mitrailleur opgesteld. Midden in den nacht wilden wij het Viaduct overtrekken, maar door de bezetting van den mitrailleur werd ons toegeroepen, dat wij er niet over mochten.
   Gezamenlijk deden wij een poging om over de brug te komen, waarbij ik, toen ik bij de versperring kwam, met twee grote sprongen dwars het viaduct overliep naar de andere zijde (rechter) voor den mitrailleur langs. Wachtmeester Roelofsen, die voor mij liep, werd getroffen. Ik liep door eenige dennenboompjes, die voor camouflage terzijde van het viaduct waren opgesteld, waarbij ik kwam te vallen in een kuil, waarin een zware mitrailleur was opgesteld; ik viel boven op den mitrailleur, waarbij ik mij ernstig bezeerde. Ik ben vervolgens naar Kapitein Gelderman gegaan en heb hem bericht, dat Wachtmeester Roelofsen gesneuveld was en dat hij op het viaduct lag. Hierop werden de Friesche ruiters verwijderd en kwamen de militairen, die zich aan de overzijde van het viaduct bevonden, het viaduct over. Wachtmeester Roelofsen is door v.d. Krol, Fortuin, de Kapitein Gelderman en mij weggedragen, in een woning. Ik ben naar buiten gegaan en heb geroepen om een dokter. Deze was toevallig in de buurt. Hij heeft Roelofsen onderzocht, maar kon alleen de dood constateeren.
   De Kapitein Gelderman heeft geen opmerkingen gemaakt, dat ik terugkwam.
   Toen kregen wij opdracht om de menschen aan de Westzijde van het viaduct bij elkaar te houden en in verband te brengen. Dit heb ik den geheelen nacht door gedaan.
   Toen de troepen van ons waren overgenomen door een officier van het leger was onze taak hiermede afgeloopen en zijn wij 's morgens om een uur of 6 naar Doorn teruggegaan. Dit hebben wij op eigen initiatief gedaan omdat Kapitein Gelderman niet meer aanwezig was. De Opperwachtmeester Knol had op dat moment voor ons de leiding. Deze heeft gezegd: "Wij zullen ons melden bij den Generaal Harberts".
   Marechaussee Oordt is 's morgens omstreeks 10 uur teruggekomen in Doorn. Hij was helemaal van streek. Hij had geen opdracht.

's-Gravenhage, 14 April 1947.
J. Wiering.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 973.96 KB)