De helden van Mei 1940

Plechtige herdenking

Op 14 Mei zal het geheele Nederlandsche volk plechtig herdenken den weerstand, die de koninklijke landmacht in den tachtig-urigen oorlog van 1940 tegen den overweldiger heeft geboden en allen, die als slachtoffers daarbij vielen.
De minister van Oorlog heeft aan den chef van den generalen staf de regeling van deze herdenking opgedragen. In samenwerking met het nationaal instituut is een programma opgesteld.
Als centrum van bijzondere plechtigheden zijn aangewezen de volgende plaatsen, die in de oorlogsdagen brandpunten van strijd zijn geweest: Iepenburg, Kornwerderzand, Dordrecht, Middelburg, Mill, Maastricht, Zutfen, Groningen en voorts alle garnizoensplaatsen. In Barneveld zal het 43ste eskadron van het eerste regiment huzaren bijzonder herdenken de officieren van dit onderdeel, die allen gesneuveld zijn. De belangrijkste plechtigheid is die op den Grebbeberg. Deze vormt het middelpunt van de herdenking voor de geheele koninklijke landmacht.
Behalve de koninklijke militaire kapel nemen de volgende troepen aan de plechtigheid deel: een compagnie, gevormd uit de 1e divisie, een compagnie behoorende tot het depôt Nederlandsch-Indië (lichte infanterie bataljons), een compagnie gezagstroepen en een detachement, bestaande uit vertegenwoordigers van de scholen, zooals de pantserschool, artillerieschool en de "opleiding koninklijke landmacht" (z.m. leerlingen van officiersopleidingen), een afdeeling van de koninklijke marine.
Zooveel mogelijk wordt personeel, dat in Mei 1940 aan den strijd op den Grebbeberg heeft deelgenomen, bij deze detachementen ingedeeld.
Ook de jeugd, die alom in de herdenking betrokken worden, zal hier een eigen plaats innemen. Het Nederlands Instituut heeft zich met de Nederlandsche jeugdgemeenschap verstaan.
Aan weerszijden van den toegangsweg tot de begraafplaats zal een eerewacht worden opgesteld van het regiment grenadiers.
In verband met de zeer beperkte ruimte op den Grebbeberg, kunnen, behalve genoemde troepen, slechts aanwezig zijn militaire en burgerautoriteiten, militaire attaché's en ten hoogste twee nabestaanden van ieder der militairen, die op den Grebbeberg begraven zijn. Voorts oorlogsinvaliden, die op of in de nabijheid van den Grebbeberg aan den strijd hebben deelgenomen of thans in de omgeving woonachtig zijn. Voor elk van deze groepen is een bepaalde plaats op het terrein aangewezen.
Het verloop der plechtigheid:

  1. korte redevoeringen van den minister-president, prof. ir. W. Schermerhorn en den luitenant-generaal J.J.G. baron van Voorst tot Voorst, oud-commandant van het veldleger. Deze oud-commandant van het veldleger spreekt in plaats van generaal Winkelman, die nog niet geheel hersteld is van een operatie.
  2. kranslegging namens het Koninklijk Huis, de regeering, land- en zeemacht, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger en den bond van Nederlandsche militaire oorlogsslachtoffers;
  3. declamatie van het gedicht "De Dooden" van Muus Jacobs, door een vertegenwoordiger van de jeugdorganisaties;
  4. treurmuziek door de Koninklijke Militaire Kapel;
  5. hoornsignaal "De laatste Post";
  6. om 12 uur precies: eerbewijs voor de gevallenen (1 minuut stilte);
  7. hijschen van de Nederlandsche vlag (welke tevoren halfstok hangt);
  8. uitreiking van onderscheidingen aan nabestaanden der gevallenen en aan militairen; circa 120 onderscheidingen, militaire Willemsorden en andere zullen worden uitgereikt;
  9. het "Wilhelmus van Nassouwe", begeleid door de Koninklijke Militaire Kapel.

In tegenstelling met de overige plaatsen, waar de ruimte de toegang van velen mogelijk maakt, is het op den Grebbeberg onmogelijk meer dan de daartoe uitgenoodigden toe te laten. De geheele plechtigheid aldaar zal echter door de radio worden uitgezonden.
Als bijzonderheid kan nog worden gemeld, dat ook het vaandel van het regiment, dat zooveel lauweren oogstte op den Grebbeberg, het Arnhemsche 8e Regiment Infanterie, aanwezig zal zijn. Twee strijders van dit regiment hebben met doodsgevaar deze vaan uit den strijd gered, een officier heeft het tijdens de bezetting weten te verbergen. De plechtigheden in de overige herdenkingsplaatsen dragen een karakter, gelijk aan die op de plaats, waar de meest verwoede veldslag werd geleverd en waar de meeste jonge levens werden vernietigd in de heldhaftige poging, de Duitsche overweldiging te keeren. Het is deze heldenstrijd en het zijn deze helden, die heel het Nederlandsche volk op 14 Mei plechtig gaat herdenken.

Bron: Het Geldersch Dagblad - Groot Arnhem
2e jaargang - no. 180 - woensdag 8 mei 1946

3391