Schrijven van reserve-tweede luitenant J.C. Rentjes

J.C. Rentjes
Reserve 2e Luitenant
3-II-8 R.I.
------------

Onderwerp:
Krijgsgeschiedenis.

A f s c h r i f t.

Haarlem, 4 Februari 1941.

  In antwoord op Uw schrijven van 31 Januari 1941 Nr. 1337 deel ik U het volgende mede.
  Uit mijn verslag blijkt de wijze waarop, wanneer en onder welke omstandigheden de versterking van 3-II-8 R.I. door I-24 R.I. heeft plaats gevonden.
  De wijze waarop de 1e Luitenant Hoogerwerff is gesneuveld is mij onbekend. (zie zoojuist ontvangen verslag van sergeant Vos) Dit moet gebeurd zijn in de stelling van 3-II. De vijand is gekomen m.i. volgens -.-.-.-.-. (zie kaartje). In front was dit niet mogelijk. Het terrein was geheel vlak tot aan den Cuneraweg.
  Vaandrig Claassen is op mijn sectie teruggeweken daar zijn stelling in puin geschoten was. Zijn mitrailleurs hebben een plaats in mijn sectie gekregen. Hij heeft des morgens in mijn stelling mede het vuren geleid tegen den vijand die in "Weltevreden" was genesteld (is gedurende de nacht gebeurd).
  Het bericht is van mij afkomstig en is geschreven nadat de luitenant Hoogerwerff en de vaandrig Terpstra met hun sectie de stelling hadden bezet - dus in de nacht van 12 / 13 Mei 1940.

  Toelichting op het bericht (van Luit. Rentjes)
  In de stelling waren zeker 2 keer te veel menschen in verband met de beschikbare ruimte in onderkomens. Daardoor moest er noodgedwongen wel soldaten in de loopgraaf verblijf houden hetgeen het verkeer en vooral het moreel niet bevorderde. Wanneer je bij een bombardement in een schuilnisje zit met de deur ervoor is dat nog altijd beter - en zeker voor 24 R.I. dat toen nog niets had meegemaakt - dan in de loopgraaf zonder horizontale dekking.
  Sergeant Holtmaat is commandant mitrailleur Nr. 1 geweest.
  Het commando bleek later wel te voeren te zijn.
  Spann sneuvelde Zaterdagmorgen en werd niet afgevoerd. Het was geen aanlokkelijk gezicht achter de stelling steeds een gesneuvelde onder een tentzeiltje te hebben liggen.
  Vaandrig Terpstra heeft bij zijn komst alle mogelijke inlichtingen ontvangen die een commandant krijgt wanneer hij een sectie in verdediging komt aflossen.
  Al had hij geen inlichtingen ontvangen dan had hij voldoende gegevens kunnen putten uit de zeer duidelijke terreinschetsen en staten die bij elke mitrailleur volgens voorschrift waren opgehangen. Daarbij was het volkomen toevallig dat er nog menschen van 3-II in de stelling waren, dat had evengoed niet het geval kunnen zijn (tegenstoot).
  Door de slechte verbindingen was ieder op zich zelf aangewezen en om dat te kunnen doen is men vaandrig of luitenant of wat dan ook. We kregen geen van allen "inlichtingen". Dat was onmogelijk.
  Vaandrig De Ridder heb ik in mijn stelling niet gezien. Wel de luitenant Slager van I-8 R.I., doch alleen (zie verslag).
  U ontvangt hierbij ook mijn verslag dat nogal uitvoerig is. Ik geloof niet dat er meerdere belangrijke dingen te melden zijn. Indien nodig zal ik U gaarne nog persoonlijk mijn geschrevene komen toelichten.
  Voor mij is mijn verhaal natuurlijk duidelijk; voor iemand die het verslag gewoon leest zijn er zeker nog onduidelijkheden.
  Zoojuist ontvang ik het verslag van sergeant der S.R.O.I. Vos. Ik sluit het hierbij in. Ook het verslag van sergeant Wormgoor gaat hierbij. Gaarne zou ik gemelde verslagen of duplicaten ervan terug ontvangen.
  Hopende U zoo volledig mogelijk ingelicht te hebben verblijf ik van U met de meeste hoogachting,

De reserve-tweede-luitenant,
(get.) J.C. Rentjes.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.94 MB)