Aan Grebbeberg is laatste jaren ontzettend veel gewijzigd!

Rhenenaar Mac Gordon Guide van der Pijl tekent aan...

Door Martin Brink

Klik hier voor een uitvergroting
Rhenenaar Van der Pijl op de plaats waar het voormalig hoofdkwartier van majoor Landzaat van het eerste bataljon was. Het bevindt zich boven op de Grebbeberg, ten westen van de hoofdingang van Ouwehands Dierenpark. Een gedenkplaat, bevestigd aan een particuliere woning, herinnert daar nog aan. (Foto: Rob Leenarts vof)
RHENEN - "Weet U dat er in de loop der jaren veel meer is veranderd aan de Grebbeberg? De kwestie bij Van Dam vind ik daarom wat eenzijdig belicht." Mac Gordon Guide van der Pijl is 77 jaar en woont in Rhenen. Met meer dan gemiddelde belangstelling heeft hij het onlangs in deze krant verschenen verhaal gelezen over de ontwikkelingen bij grondverzetbedrijf Van Dam, die aan het voorterrein van de Grebbeberg de nodige wijzigingen illegaal zou hebben gepleegd.

Dat leidde tot een uitvoerig rapport naar de gemeente van de stichting De Greb en de Menno van Coehoornstichting. Beide organisaties strijden voor behoud van het cultuurhistorisch monument en menen dat Van Dam ver buiten zijn boekje is gegaan. Van de gemeente eisen zij dat de situatie weer in haar oorspronkelijke staat wordt teruggebracht. Het bezwaarschrift is nog in behandeling op het gemeentehuis.

Van der Pijl is altijd sterk geïnteresseerd in hetgeen op de Grebbeberg is gebeurd. Opgegroeid in Vlaardingen, kwam hij na de oorlog terecht in Rhenen waar hij een fietsenzaak begon. Later kwam hij terecht bij de organisatie Pro Rege, die in Nederland en in het buitenland bij legeringsplaatsen een Protestants Militair Tehuis opzet.
Van der Pijl werd met zijn vrouw beheerder van zo'n tehuis. Het echtpaar heeft daarom op vele plaatsen in Nederland, maar ook in Israel gewoond en natuurlijk heel wat meegemaakt. Hij kan er veel en smeuig over vertellen en het leverde hem tal van warme contacten op met tal van krijgsmachtonderdelen.
Meer dan twintig keer verhuisden ze. Eind jaren tachtig vinden ze rust in Rhenen, de stad waar ze kort na de oorlog weer neerstreken. Tegenwoordig woont hij aan de Bantuinweg.

Aanvulling

"Aan de Grebbeberg is ontzettend veel veranderd. De Grebbesluis is verdwenen en de toegang tot de berg is niet meer zoals die er vroeger bij lag. En wat denkt u van de huizen die onderaan en bovenop de Grebbeberg zijn gebouwd." Van der Pijl wijst ook op stellingen die in de loop der tijd zonder omhaal zijn opgeruimd. "Daarom vind ik een aanvulling op z'n plaats. Van Dam alleen de schuld geven is niet juist."

De Rhenenaar weet waarover hij spreekt. In de jaren zeventig en tachtig hield hij tal van excursies over de berg. Omdat men wist dat hij jaren in Rhenen had gewoond, werd hij gevraagd er wat meer over te vertellen. Hij verdiepte zich in de materie en trok met allerlei groepen, meestal bestaande uit dienstplichtigen, over het oude strijdtoneel.

Het was dankbaar werk. "Ik vertelde er altijd iets meer bij. Je alleen beperken tot wat gebeurd is, is zinloos. Je moet meer vertellen dan hetgeen op het gevechtsterrein heeft plaatsgevonden. De huidige generatie kent die achtergronden allemaal niet."
"Je moet dus de situatie uitleggen, waarom het allemaal zo gelopen is. Over de toenmalige defensie bijvoorbeeld, waarbij het woord 'bezuinigen' het parool was."

Muiterij

Van der Pijl geeft enkele voorbeelden: "Je moet vertellen over dat jampotje dat de soldaten absoluut moesten laten staan, omdat het defensie een cent per stuk opleverde, en over de voorgenomen salarisverlaging bij de marine begin jaren dertigm hetgeen tot de muiterij op het schip De Zeven Provinciën leidde, je vertelt over die luitenant elders in het land die de ijzeren binten die nodig waren om een stelling te versterken, uit eigen zak betaalde omdat defensie er geen geld voor over had."

"Je vertelt over het doorgeven van orders. Tegenwoordig heeft iedereen een mobieltje, in die tijd was je er niet zeker van of je maat een paar stellingen verder, een bepaalde order die op een briefje was geschreven, wel ontvangen had. Toen ik dat aan de dienstplichtigen meedeelde, keek men daar wel vreemd van op. Zo hadden ze dat nog nooit bekeken."

Ook het 'gebroken geweertje' komt aan bod. Sinds 1830 was er in ons land vrede en niet iedereen voelde de oorlogsdreiging. Uiteraard heeft Van der Pijl het ook over het antieke geschut waarmee het Nederlandse leger werd opgezadeld, over de boomgaard in het voorterrein die niet geruimd werd omdat de legerstaf de veertig mille kosten te duur vond en tenslotte over de spionage in en om Rhenen. Omdat de uitkijktoren van Ouwehands, ondanks herhaald waarschuwen, niet werd weggehaald, konden Duitse officieren als toerist zonder problemen hun gang gaan. "Vanuit de toren hadden ze een uitgebreid gezichtsveld. Juist daarom wisten de aanvallers in mei 1940 precies waar ze moesten zijn."

Excursie

Mac Gordon Guide van der Pijl ("m'n vader was kunstenaar, hij vond dat ik een kunstzinnige naam moest hebben") geeft tegenwoordig nog zelden excursies. Hij weet dat Bernier Cornielje uit Wageningen die taak min of meer heeft overgenomen. Maar omdat hij nog kerngezond is, is hij best bereid om belangstellenden rond te leiden. Wie daar wat voor voelt moet hem maar eens bellen. Wellicht is dan een groep samen te stellen. Zijn nummer is 0317-613068. Wie feitelijke informatie zoekt over de 'slag om de Grebbeberg' kan de speciale site van de eerder genoemde stichting oproepen: http://www.grebbeberg.nl.

Bron: de Rhenense Betuwse Courant van woensdag 18 juli 2001, pagina 3

117