Schrijven van reserve-eerste luitenant Ir. A.A. Bonnema

Ir. A.A. Bonnema
Reserve 1-ste Luitenant 8-R.I.

Elst (Utrecht).
Rijksstraatweg 214

30 October 1941.

Onderwerp: Verslag 4e Mitrailleur Compagnie (4 M.C.)


Naar aanleiding van Uwen brief d.d. 29-dezer "Krijgsgeschiedenis" no. 2103, moge ik U berichten, dat ik inderdaad op den 13-den Mei een kapitein en een luitenant ontmoet heb, die in een dennenboschje aan de Cuneraweg stonden. Als ik mij wel herinner had de luitenant zelfs mijn klewang bij zich, dien hij in mijn commandopost gevonden had, nadat de sergeant-majoor Vos dien verlaten had (zie bldz. 5 verslag) en welken klewang ik, als zijnde hinderlijk, niet had medegenomen op mijn verkenningstocht naar de 1-ste sectie (zie bldz. 4 regel 12 van boven) bij welken tocht ik alleen met mijn pistool in de hand gewapend was.

Deze ontmoeting heeft plaats gehad, nadat ik het stuk van de sectie van sergeant-majoor-instructeur Vos tegengekomen was en mij naar aanleiding daarvan naar mijn commandopost begaf (zie bldz. 5 regel 19 νan onderen).

Hoewel wij ons voorstelden, zijn mij de namen dezer officieren uiteraard weer ontschoten, terwijl ik het onderdeel nooit heb geweten, vandaar dat ik deze ontmoeting, als zijnde onbelangrijk voor Uwe doeleinden, niet in mijn verslag heb vermeld, evenals andere ontmoetingen, waarvan mij namen en onderdeelen niet bekend zijn.

Waarschijnlijk zijn dit echter de door U bedoelde officieren geweest, aangezien de tijd kan kloppen en zij mij bovendien zeiden eene notitie te willen maken van mijne mededeelingen ter verdediging van hun eigen besluit om terug te gaan.

Het is echter pertinent onjuist, dat ik daarbij gezegd zoude hebben een bevel tot den terugtocht van Majoor Apeldoorn te hebben ontvangen. Waarschijnlijk zal ik gezegd hebben, dat Majoor Apeldoorn reeds op den terugtocht was, dat ook commandopost IVe Divisie verlaten was en dat ik aan 4 M.C. het bevel tot den terugtocht gegeven had. Wat ik woordelijk gezegd heb kan ik mij niet meer herinneren, daarvoor was de ontmoeting voor mij te onbelangrijk; maar dat ik pertinent niet gezegd heb een bevel tot den terugtocht te hebben ontvangen, weet ik zeker. Dat heb ik nooit, nergens en niemand verteld.

Ik heb dit bevel eigenmachtig gegeven en ik draag dan ook geheel alleen de verantwoording voor dit bevel (zie bldz. 5, 2e alinea van mijn verslag).

De reserve Eerste Luitenant,
(get.) Ir. A.A. Bonnema

Aan Hoofd Regelingsbureau Landmacht.
Afdeeling I c
's G r a v e n h a g e
Jacob Mosselstraat 2.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 367.42 KB)