Stekelvarken 17 komt weer even tot leven

Door Pieter de Vries

Klik hier voor een uitvergroting
Rob Meeuwisz, Jos Rams en Bernier Cornielje bij het stekelvarken - Foto: Epi van de Pol
RHENEN - Alleen het oorlogsmonument en de begraafplaats herinneren aan de Slag op de Grebbeberg. De rest ligt begraven onder mos en struiken. Alleen wie goed zoekt vindt in de bossen nog sporen van de slag.

"Die veteranen van het Achtste Regiment Infanterie lopen hier soms rond te stappen", zegt Rob Meeuwisz. "Overal op de wereld kunnen veteranen ergens naar toe waar ze iets herkennen dat herinnert aan de plek waar ze vochten. Maar op de Grebbeberg is nauwelijks iets te zien."

Meeuwisz is lid van de Stichting De Greb, die documentatie verzamelt en rondleidingen geeft over het slagveld. De leden van De Greb hebben onlangs een bunker opgeknapt: de S-17, op de flank van de Grebbeberg. Ze willen er meer bunkers terugbrengen in de oorspronkelijke staat.

De oplevering van de eerste bunker wordt zaterdagmiddag gepast gevierd. Daarvoor zijn de oude mannen van het Gelderse regiment 8 R.I. uitgenodigd bij Stekelvarken 17, zoals ze dit type bunker noemden. Achter de betonnen kolos met zijn drie schietgaten is met houten schotten de borstwering hersteld. Piketpaaltjes markeren oude loopgraven, verderop tussen de beukenbomen. Zaterdag staat er een ook tent met een terrasje. Het Wagenings koor Punt Uit zingt daar liedjes uit de mobilisatietijd: het Grebbelied, Blonde Mientje. Mannen in uniform van 8 R.I. brengen het tafereel verder tot leven. In de bunker dreigt opnieuw een zware Schwarzlose-mitrailleur richting Wageningen. Het feestje is niet alleen voor de veteranen van 8 R.I. Iedereen is welkom.

Organisator Meeuwisz hoopt vooral op veel jeugd. Speciaal voor hen hangen in de bomen de 'Getuigenissen van de Berg'. Als ze zaterdag van het oorlogsmonument lopen naar de bunker aan de Heimersteinselaan zien ze onderweg vellen papier. Daarop staan verhalen van mannen die hier vochten, de overlevenden, de gesneuvelden of vermisten. Zoals Bartus van de Wal uit Ochten. Vermist, zijn lichaam is nooit gevonden.

Waar is Bart gebleven? De eerste tijd na de Slag blijft de deur van zijn ouderlijk huis 's nachts open, want Bart mag bij thuiskomst niet voor een gesloten deur komen te staan. Bij het slachten in november bewaren zijn ouders nog een ham voor hem. Hun hoop gaat maar heel langzaam over in berusting. Pas twintig jaar na de oorlog wordt een gedenksteen voor hem geplaatst op de Grebbeberg.

"Je kunt vertellen dat hier 380 mensen liggen", zegt de gids van de Grebbeberg, Bernier Cornielje. "Maar het verhaal van één mens is vaak indringender dan al die grote cijfers." De Stichting De Greb heeft met de opbrengst van een videoband, die op televisie is uitgezonden, Stekelvarken 17 opgeknapt. De bijnaam dankt het ding aan de propagandaplaatjes met geweerlopen uit de schietgaten. De werkelijkheid van de S-17 was minder krijgshaftig. Maar wel tekenend voor de situatie van Nederlandse verdedigers.

In de middag van 12 mei trekken de Duitsers de Grebbesluis over en bij Heimerstein de berg op, door de bossen achter de S-17 langs. De verdedigers horen hoe hun bunker van achteren wordt beschoten. Ze kunnen weinig uitrichten, de zware mitrailleurs staan de andere kant op gericht en zijn niet te draaien. Ook het vijftig meter verderop gelegen koepelgeschut is goedkoop uitgevoerd en kan niet ronddraaien. Beide bunkers bestrijken een hoek op het oosten, waar geen vijand te zien is. Om het moreel in de bunker op te krikken liet sergeant De Kok de boerderij Kruiponder, een kilometer verderop in het Binnenveld onder vuur nemen, waar wat Duitsers de Grift overstaken. Het schieten had weinig effect, maar trok wel de aandacht trok van de Duitsers achter hen op de berg, die met verdubbelde energie de achterkant de weerloze bunker onder vuur namen.Om negen uur 's avonds geeft de bemanning van de bunker zich over.

De uitnodiging van Stichting De Greb maakt veel los onder de veteranen. Cornielje: "Ik kreeg een telefoontje van een reserve-luitenant, die zijn commandopost had vlakbij deze bunker. Hij was hoogst verbaasd toen ik hem wist te vertellen met wie hij daar had gezeten. Met niemand op de hele wereld kon hij daar nog over praten en nu sprak hij een onbekende die al die namen kende. Hij vond het vreselijk jammer dat hij niet kon komen", zegt Cornielje. "Voor zulke mannen organiseren we dit. Als we zaterdag een paar van hen een borreltje kunnen aanbieden op ons terras bij de bunker, is de dag al geslaagd."

Bron: de Gelderlander - Regio Vallei van woensdag 19 juni 2002, pagina 1

138