Verklaring van dienstplichtig soldaat W.H. Baartman

Verklaring afgelegd door den dpl. soldaat W.H. BAARTMAN van M.C.-III-29 R.I.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 12 Juni 1947.
------------

  In den morgen van 13 Mei 1940, toen we op den Grebbeberg een tegenaanval moesten doen, kwam het stuk van de sectie van Vaandrig BUENK, waartoe ik behoorde op een gegeven moment in stelling bij een boerderij. Daar kwamen we onder vijandelijk mitrailleurvuur te liggen, tengevolge waarvan we terugtrokken in een loopgraaf, ongeveer 75 meter terug. De zware mitrailleur lieten we achter. Toen we in de loopgraaf aangekomen waren, vroeg de vaandrig BUENK vrijwilligers om het stuk met toebehooren terug te halen. Met een paar man (w.o. FRANSEN en ik en naar ik meen ook sergeant v.d. EMSTER) hebben we het stuk met toebehooren eenige malen kruipende op en neer gaande onder vuur teruggehaald. We konden alles niet in één keer dragen.
  Het stuk hebben we op de borstwering van de loopgraaf in stelling gebracht. Uit de boerderij, waarbij we aanvankelijk in stelling lagen (zie aanhef dezer verklaring) kregen we terstond nadat we het wapen op de borstwering hadden geplaatst, vijandelijk vuur. We hebben teruggevuurd tot de munitie op was. Ik herinner mij niet meer of ik met FRANSEN het stuk tijdens een vuurpauze één maal naar voren heb verplaatst.
  Daarna zijn we teruggetrokken, waarbij FRANSEN en ik de mitrailleur aanvankelijk op een kruiwagen meenamen. Later moesten we het wapen achterlaten omdat we onder zwaar vijandelijk vuur kwamen. Ik heb de gereedschapstasch verder meegenomen; FRANSEN heeft uit de mitrailleur het sluitstuk verwijderd.
 

's-Gravenhage, 12 Juni 1947.
W.H. Baartman.

Opgenomen: M.
Typ.: M.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 818.39 KB)