Verklaring van reserve-eerste luitenant H.J. Tackenberg

HOOFDKWARTIER VAN DE GENERALE STAF
COMMISSIE VAN ONDERZOEK
--------------------
 

P R O C E S - V E R B A A L

     Op heden de 17e November 1947 verscheen voor onze Commissie: H.J. TACKENBERG, geboren 28 November 1907, wonende Schiebroeksesingel 17 te Rotterdam, in 1940 Reserve 1e Luitenant bij II-11 R.I., die ons het volgende verklaarde:

     "Ik handhaaf mijn verklaring, die ik 17-10-1941 heb afgelegd voor de waarnemend Bataljonscommandant van II-11 R.I., de Kapitein Goossens.
     Toen ik de Luitenant Hoogvliet te Darthuizen aantrof, zat hij op een stoel met zijn kraag los in diepe slaap. Toen ik hem wakker maakte, maakte hij een zenuwachtige indruk en alsof hij enigszins uit het lood geslagen was. Ik weet zeker, dat ik met de commandopost van de Divisie heb getelefoneerd. Ik herinner mij zelfs nog, dat het gesprek in verband met veiligheid werd afgebroken en dat even later door de commandopost werd opgebeld. De Luitenant Hoogvliet is mij nog behulpzaam geweest met het codewoord.
     Ik heb hem medegedeeld, dat hij zich bij de Divisiecommandopost te Remmerden moest melden. Dit spreekt ook vanzelf, want het doel van mijn telefoongesprek was, te weten te komen waar hij heen moest."

     Verder tekent de Kapitein Tackenberg het afschrift van zijn verklaring van 17-10-1941.


De Commissie van Onderzoek,

V.E. Nierstrasz,
Generaal-Majoor tit. b.d.

Mr. C.J. Beukelman,
Reserve Kapitein,
Secretaris.
Voorgelezen, volhard en getekend,

(get.) H.J. Tackenberg,
Kapitein.

(Dit verslag is tot stand gekomen door medewerking van Kim Schormans.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 711.38 KB)