Verklaring van sergeant 1e klasse B.Ph. Grisel

Verklaring van den sergeant 1e klasse B.Ph. Grisel van Staf-8 R.I. afgelegd in de
vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 21 Juli 1947.

-----------------------------------

Klik hier voor een uitvergroting
Bij de commandopost van 8 R.I. op de Grebbeberg. (1939-1940) » meer
  Ik ben in 1945 afgekeurd wegens een in Mei 1940 opgeloopen verwonding aan het hoofd en in mijn rug.

  De Overste Hennink had mij opgedragen bij hem te blijven. Toen op 13 Mei 1940 de hoofdweerstandsstrook was doorbroken, werd ik door Overste Hennink vanuit diens commandopost vooruit gezonden om met een licht mitrailleur in stelling te komen op een punt tusschen de commandoposten van het Ie en IIe Bataljon achter de stoplijn. Ik heb daar gezeten met één man (wie weet ik niet meer) van 's morgens na het licht worden tot 's middags na 12 uur. Ik heb Duitschers zien loopen en zelf ongeveer een halve trommel verschoten. 's Middags kreeg ik opdracht van den Overste om terug te komen, aangezien er militairen, die in het loopgravenstelsel bij den commandopost waren terechtgekomen, daar weer uit wilden om nog verder terug te trekken. Ik kreeg opdracht van den Overste om, wat er ook gebeurde, niemand terug te laten gaan. Ik heb ook reeds de vorige dagen, in totaal ongeveer 40 man (waarbij personeel van de voorposten) weer bij groepjes teruggebracht naar den commandopost van het Ie Bataljon. Ook heb ik militairen, die na teruggetrokken te zijn, in onze commandopost waren terechtgekomen, over ons loopgravenstelsel verdeeld, toen het niet meer mogelijk was deze terug te brengen.

  Het laatste bericht, dat wij van den Majoor Landzaat ontvingen, was: "Mijn commandopost is vernietigd". Met den Overste Hennink ben ik vanuit den commandopost naar voren gegaan. De Overste liet mij op een bepaald punt achter, waar ik op hem moest wachten, terwijl hij zelf verder naar voren ging en constateerde, dat de commandopost van Majoor Landzaat kapot was.

  Wij hadden in den commandopost alleen half scherpe eihandgranaten No. 1.

  Wij kregen op den tweeden of derden oorlogsdag drie vrachtauto's met lichte mitrailleurs; totaal ongeveer 70 stuks. Deze 70 heb ik alleen schietklaar gemaakt (staartstukken ingezet, trommels opgezet, enz.). Dit geschiedde onder vuur, terwijl ik onder één van de vrachtauto's zat. De mitrailleurs zijn gegaan naar het Ie en IIe Bataljon. Wij hielden er een paar over, die ik in de loopgraaf in elkaar heb gezet. Ik deed dit in de loopgraaf, om het moreel van den troep te sterken. In den commandopost hebben wij veel last gehad van zgn. fopprojectielen. Ik ben boven op de loopgraaf gaan staan om te laten zien, dat het niets had te beteekenen. Ik heb militairen in de loopgraaf instructies gegeven in het bedienen van de lichte mitrailleur en in het gebruik van handgranaten.

  Toen ik op 13 Mei in de loopgraaf bezig was met de lichte mitrailleurs in elkaar te zetten, werd ik evenals de Luitenant Moski, sergeant Elfering en sergeant Heuting en eenige anderen door een springende granaat gewond. Ik werd zwaar gewond en raakte bewusteloos. 16 Mei 's avonds om 10 uur werd ik door burgers naar Rhenen gebracht.

  De Luitenant Wolters was een goed officier, die goed met menschen kon omgaan. Hij zat steeds in den commandopost te schrijven. In het gevecht heb ik hem niet zien optreden.

  De Luitenant Moski heb ik dikwijls in het terrein gezien. Hij was rustig en kalm in het geven van zijn bevelen. Hij wekte vertrouwen.

  Kapitein Hullemans heb ik gezien in den morgen van den dag, waarop ik gewond werd. Hij kwam onder vuur over de loopgraaf en stond te praten met een paar soldaten. Wat hij zei, weet ik niet; hij leek mij wat zenuwachtig.

's-Gravenhage, 21 Juli 1947.

B.Ph. Grisel.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.16 MB)