Verklaring van wachtmeester B.J. Stertjan

    Verklaring van den wachtmeester Stertjan, B.J. van 3-4 R.H., afgelegd in de vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 21 April 1947.

    Mijn Pelotonscommandant was de 1e Luitenant Baron De Vos van Steenwijk.

    Ik zat aanvankelijk in de commandogroep van het Eskadron. Later heb ik in Heumen het commando over een groep gekregen. Ik ben gegaan vanaf een café in Heumen in opdracht van den Pelotonscommandant via een grintweg naar de hefbrug, die door de Duitschers bezet was. Wij zijn op een afstand van pl.m. 200 meter de brug genaderd. Ik kwam in een weiland te liggen en werd daar onder vuur genomen. Dat vuur kwam van de brug en verder. Het was in hoofdzaak artillerievuur. Schootsvlammen heb ik niet gezien, wel de inslagen van de granaten. In mijn groep is niets gevallen. Wij konden de brug zien. Wij moesten naderhand terug tot in Heumen in opdracht van den Pelotonscommandant. Ik had een verrekijker en kon de Duitschers waarnemen over de brug. Ik heb niet gezien of de Duitschers boven in de brug zaten. Wij hebben ook mitrailleurvuur gehad. Ik lag links van het boerderijtje (links van den weg), dat in brand is geschoten. Ik heb den mitrailleur laten vuren op de brug. Het bevel om terug te trekken kwam van achteren, van den Pelotonscommandant.

    Van Heumen zijn wij met het Eskadron afgemarcheerd naar Amerongen. In Heumen hebben wij nog stelling genomen in het dorp. In Heumen is de Luitenant De Vos van Steenwijk niet met ons meegegaan naar voren. Hij was daar waarnemend Eskadronscommandant. Zijn commandopost was in het café in Heumen.

    Wij zijn gegaan van Amerongen naar Rhenen. In Elst kreeg ik een andere groep van het Peloton van den Luitenant De Vos van Steenwijk. Rechts van den harden weg in de bosschen hebben wij nog even in stelling gelegen. Daarna zijn wij teruggetrokken op last van den Pelotonscommandant. Ik heb daar verschillende infanterie[onderdelen] gezien. Wij hebben hun gevraagd, waar de vijand was. De infanterie, die daar zat, ging voor ons opzij. Ik ben ongeveer drie kwartier in de loopgraaf geweest. Ik vond het niet noodzakelijk om terug te gaan. Er werd beweerd, dat er van achteren op ons werd gevuurd.

    Aanvankelijk zijn wij teruggegaan het bosch uit tot aan den grintweg. Toen het donker werd, zijn wij weer het bosch ingegaan. Wij raakten het verband kwijt en zijn toen langs den zandweg teruggegaan naar de brug. 's Nachts hebben wij daar in stelling gelegen.

    Op den derden dag waren wij op de [west]rand van Rhenen. Ik kreeg van den Ritmeester Van Pallandt opdracht om munitie te halen. Dat heb ik alleen gedaan, door terrein wat onder zwaar vuur van den vijand lag. Ik ging den harden weg terug van Rhenen naar den commandopost van het Regiment (Overste De Marees van Swinderen). Ik heb de opdracht doorgegeven. Verder zorgde de Majoor De Kruyff er voor. Ik heb niet gezien, of de munitie is aangevoerd. 's Morgens om ongeveer 10.30 uur kwam ik terug en bevond den Ritmeester Van Pallandt zich voor in Rhenen. Wij hebben gelegen met een Peloton links van den harden weg en wij zijn nog naar voren getrokken naar de brug over den Rijn. Een gedeelte is nog verder naar voren gegaan. Het was toen middag. Daarna zijn wij teruggetrokken op den hoofdweg door het hevige artillerievuur en hebben toen links van de weg aan de boschrand stelling genomen.

    Daarna zijn wij teruggetrokken met het Eskadron naar een driesprong voor Elst. Daar hebben wij in stelling gelegen tot 's avonds, ook op dit terrein lag zeer zwaar vijandelijk vuur. De Luitenant De Vos van Steenwijk kreeg opnieuw opdracht om te gaan verkennen in Rhenen (13 Mei). Wij zijn gekomen tot vooraan in Rhenen (tegen den avond). Toen kwam ons tegemoet de Luitenant Valckenier Kips, die ons meldde, dat Rhenen nagenoeg was bezet door de Duitschers en zijn wij weer teruggetrokken. Waar die Luitenant vandaag kwam, weet ik niet. (Vermoedelijk van de spoorbrug). Bij den Luitenant waren wachtmeester Du Bie en wachtmeester Roodenburg. De wachtmeester Koopmans is - meen ik - ook steeds bij den Luitenant gebleven. De Luitenant Valckenier Kips is eveneens teruggegaan.

    De Ritmeester Van Pallandt is bij mij geweest met dit papier (verklaring van den Ritmeester Van Pallandt over de flinke houding van den Luitenant De Vos van Steenwijk) en dat heb ik geteekend voor accoord. Volgens mijn inzicht was hij een flink officier. Hij wist het verband in de troep goed te handhaven en is er steeds bij gebleven om zijn jongens het goede voorbeeld te geven.

    De Ritmeester Van Pallandt was een moedig officier. Hij was steeds op de plaats, waar hij behoorde te zijn. In Rhenen was de Ritmeester bij ons. Ik heb hem tweemaal gezien. De eerste maal controleerende en de tweede maal, toen hij mij opdroeg om munitie te gaan halen. Verder was hij steeds bij het Eskadron.

's-Gravenhage, 21 April 1947.

(get.) B.J. Stertjan.

Opgenomen: FMV.
Typ.: K.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 2.09 MB)