Verslag van kapitein N. Hogerland

2-11 G.B.

Beneden Leeuwen, Juli 1940.  

Verslag van de gevechtshandelingen van 2-11 G.B. van 10 t/m 14 Mei 1940.

    In verband met het verloren gaan van alle bescheiden en het in krijgsgevangenschap doorbrengen van de geheele Compagnie zijn de tijden en feiten niet geheel juist meer te reconstrueeren.


10 Mei.
pl.m. 3.30 uur     13 Duitsche gevechtsvliegtuigen passeeren boven Weurt, even daarna gevolgd door ontelbare Duitsche bommenwerpers.
pl.m. 4.00 uur     Bericht ontvangen van Commandant 11 G.B. omtrent grensoverschrijding, even later gevolgd door het bevel vernielen, pl.m. 5 minuten later vernieling uitgevoerd. (Volgorde van vernieling der bruggen: Graafsche brug bij station, brug Weurt, Graafsche bruggen, Neerbosch, Spoorbrug, later gevolgd door voetbrug).
pl.m. 5.00 uur     Voorbereiding van afsluiting der wegen tegen pantserwagens aan de Oostzijde der brug doen uitvoeren. Terugtrekkend personeel van versperringsploegen en marechaussee in het linker vakgedeelte doen oversteken.
pl.m. 7.00 uur     Bericht ontvangen dat de vijand voor de versperring der Hezelpoort geweest was, doch zich had teruggetrokken. Nog geen aanraking met den vijand.
pl.m. 10.00 uur     Schootsvelden op het sluisterrein laten maken. Bevel gegeven Standhouden tot het uiterste. De troep zooveel mogelijk in de stelling doen rusten. Vuur ontvangen op de commandopost van laagvliegend vliegtuig. Nagegaan of de sluisdeur verwijderd kon worden. Niet uitgevoerd, daar het verschil in waterstand de stelling in het nevenvak achterwaarts zou doen onderloopen.
pl.m. 14.30 uur     Bericht ontvangen van Commandant 11 G.B. van wijze van teruggaan bij eventueel verlaten der stelling.
pl.m. 15.00 uur     Bericht ontvangen van linker Sectie rechter nevencompagnie, dat de compagnie de terugtocht aanving. Persoonlijk het nevenvak verkend, hetgeen verlaten werd. Opdracht gegeven de zijwegen af te sluiten met K. Rollen, de Sectiecommandanten bevelen verstrekt voor sprongsgewijze terugtocht. Geen tijd gehad de sluisdeur te vernielen.
pl.m. 15.30 - 15.45 uur     Terugtocht aangevangen. 1-11 G.B. nam na Beuningen denzelfden marschweg. Stelling genomen in Ewijk tot pl.m. 21.00 uur, in Deest tot pl.m. 23.00 uur. Vooruit gegaan om verband op te nemen met de Voorposten te Druten, waar de versperring gesteld bleek. Onder achterlating van alle voertuigen van den trein, de hindernis gepasseerd. Het stuk pag. moeten afgeven aan de voorposten.

11 Mei.
pl.m. 0.30 uur     Wegens afwezigheid van de Bataljonscommandant werd het commando over het Bataljon door Kapitein Boers overgenomen. (Opmerking kantlijn: "De Bataljonscommandant met de trein mede.")
pl.m. 1.30 uur     Verdere orders gevraagd op het Stafkwartier Brigade B. in Beneden Leeuwen. Het Bataljon moest zich naar Zoelmond verplaatsen. (Opmerking kantlijn: "De Bataljonscommandant weder terug bij het Bataljon. Orders ontvangen.")
pl.m. 4.00 uur     Afgemarcheerd naar Beneden Leeuwen. Te Tiel zijn 2 Secties door de drukte uit het verband der compagnie gedrukt en naar Zoelen gegaan.
pl.m. 14.30 uur     De geheele compagnie te Zoelmond weder bijeen gelegerd. Kantonnementsbeveiliging uitgezet bij Ravenswaay.

12 Mei.
pl.m. 2.00 uur     Compagnie gealarmeerd en stelling genomen te pl.m. 3.30 uur wegens bericht van Ve Divisie, dat parachutisten in de omgeving zouden zijn.
8.00 uur     Compagnie gedeeltelijk ingerukt.
pl.m. 13.00 uur     Terrein in zuidelijke richting afgezocht naar parachutisten.
17.00 - 20.00 uur     2 maal met de geheele compagnie moeten uitrukken om het terrein af te zoeken naar parachutisten, op last Staf Ve Divisie (onjuiste berichtgeving).
21.00 uur     Afmarsch van het Bataljon naar Amerongen.

13 Mei.
2.00 uur     Te Amerongen bevelen ontvangen voor verplaatsing naar Rhenen. Aangezien de Compagnie op een open dijk stond, is door mij de Compagnie in verschillende boerderijen opgesteld in afwachting van den afmarsch.
pl.m. 9.00 uur     Afmarsch uit Amerongen. Rijwielen onder bewaking achtergelaten.
pl.m. 11.00 uur     Met 1 sectie de uiterwaarden afgezocht naar vijandelijke scherpschutters, 2 schoten ontvangen uit de richting Rhenen, daarna Compagnie opgesteld bij paal 107.
pl.m. 13.30 uur     Mondelinge opdracht ontvangen om met 1 sectie de tegenoverliggende hoogte te onderzoeken naar in Hollandsche uniform gekleede Duitschers (opdracht vaag). Met pl.m. 20 man en 3 mitrailleurs terrein afgezocht; geen resultaat.
pl.m. 14.00 uur     Teruggeroepen. Het Bataljon werd verzameld. Aldaar de mondelinge opdracht, de spoorbaan te bezetten vanaf het viaduct tot pl.m. 300 meter links. Eigen troepen bevonden zich in die lijn. Afmarsch met 1e Compagnie voor, 2e Compagnie volgend.
pl.m. 14.30 uur     Voor Rhenen (hetwelk langs de hoofdstraat in brand stond) halt gehouden. De 1e Compagnie ging voorwaarts en ontving, na het passeeren van de toren door een gedeelte van de compagnie, vuur. (Vermoedelijk uit de toren of vuur op groote afstand uit de voor gelegen stelling). Hierna begon een vuren in het wilde weg op den toren door onderdeelen van de 1e en 2e Compagnie. De Bataljonscommandant werd op dit moment weggeroepen. Van links vielen treffers in den staart van het Bataljon, (van eigen mitrailleur, vermoedelijk uit de richting oude watertoren), waardoor aldaar een kleine paniek ontstond. De daar opgestelde zware mitrailleur begon op de toren van Rhenen te schieten (zonder opdracht) daar de Commandant vijand in de toren zag loopen (hetgeen absoluut onjuist was). Een onbekend onderdeel (huzaren of wielrijders), wilden met mitrailleurs van achter de compagnie op Rhenen het vuur openen, hetgeen door de Commandant 2e Sectie belet werd. Na korten tijd is het gelukt het vuur te doen ophouden en de compagnie te doen voorwaarts gaan. Op dit moment kwamen zes vijandelijke bommenwerpers laag over de troep vliegen en wierpen aan de Oostzijde van Rhenen bommen. Hierna kwam de Sergeant-Majoor Instructeur (S.M.I.) (Van Reen?) met enkele soldaten terug met het bericht, dat hij de Kapitein Boers had zien sneuvelen, terwijl van alle zijden mitrailleurvuur werd ontvangen.
    Hierna is door mij persoonlijk de 4e Sectie van de Compagnie Boers naar voren gebracht en opdracht gegeven het stuk pag., hetwelk in een huis gevlucht was, tevoorschijn te halen.
    Zuid en Noord van Rhenen kwamen toen vluchtende troepen te voorschijn. Hierna heb ik mij bepaald tot het bijeenhouden van den Compagnie. Een Compagnie van vermoedelijk 19 R.I. onder Kapitein Bax trok Noord van Rhenen terug. De Commandant deelde mede te moeten terugtrekken. Van deze Compagnie is door mij een vrijwilliger gevraagd om voorwaarts te gaan verkennen. Persoonlijk is door mij de brandende hoofdstraat verkend, waarbij bleek, hierlangs geen troep te kunnen sturen.
    De Sectie M.C. van de Compagnie Boers komt terug met nog 1 stuk over. Gezien de situatie en den toestand van de troep, is door mij besloten pl.m. 500 meter terug te gaan en aldaar stelling te nemen, waarop de Sectiecommandanten door mij zijn ontboden en bevel kregen: "Teruggaan tot bij paal 107 om aldaar stelling te nemen, de 3e Sectie dekt terugmarsch". Per motorordonnans is door mij aan de Bataljonscommandant ongeveer bericht: "de stelling door de troepen verlaten". "Kapitein Boers gesneuveld". "Rhenen staat in brand, niet te passeeren". "Ik trek langzaam terug".
    Bij het teruggaan kwam de Bataljonscommandant mij tegemoet en droeg mij op terug te trekken, waarbij deze de volgende stelling zou nagaan. Pl.m. 1.5 Kilometer achterwaarts zou een achterhoede stelling worden ingenomen door huzaren. Bij het achterwaarts gaan bleek de Commandant 24 R.I. de Sectie Mortieren van 2-11 G.B. bij 24 R.I. te hebben ingedeeld.
    Een ordonnans kwam met het bericht, dat de Kapitein Boers met een gedeelte van 1-11 G.B. terug kwam uit Rhenen. Door mij is stelling genomen tot deze gepasseerd was.
pl.m. 21.00 uur     Stelling genomen Oost van Elst, waarna het bevel kwam om terug te trekken via Amerongen naar Vreeswijk.

14 Mei.
    2-11 G.B. treed op als achterste echelon van de achterhoede van 24 R.I., marschweg Amerongen, Overlangbroek, Nederlangbroek, Cooten, Honswijk, Vreeswijk.
pl.m. 8.00 uur     Bij Gooische dorp van de Bataljonscommandant de opdracht ontvangen om met een vrachtauto met soldaten naar Vreeswijk te gaan en daarna terug te komen om de Bataljonscommandant en 1 Sectie M.C. op te halen. Teruggaande was de weg voor fort Honswijk in het Compagniesvak van de Kapitein Prins afgesloten en werd in de richting van Culemborg geschoten. Het bevel om de versperring te openen werd niet opgevolgd, terwijl het verzoek om een verkenningspatrouille naar voren te sturen niet direct werd uitgevoerd. Aangezien ik alleen was, is door mij langs de weg verkend tot pl.m. 600 meter van de spoorbaan, waarbij vuur werd ontvangen vanaf de spoorbaan, terwijl uit een boerderij gevuurd werd (bleek later 4 M.C. onder 1e Luitenant Bonnema te zijn, welke zich heeft overgegeven).
    Teruggaande is door mij een rapport uitgebracht op het stafkwartier Brigade B, dat de Bataljonscommandant plus een Sectie M.C. van 11 G.B. zich nog in het voorterrein bevond en vermoedelijk niet meer konden terugkomen (pl.m. 11.00 uur).
    Te 12.00 uur was de Compagnie (minus 1 Sectie M.C., 1 Sectie Mortieren van 8, 1 stuk pag.) verzameld in fort Honswijk.
    Des namiddags paniek op het fort wegens valsch bericht van naderende vijandelijke pantserwagens. Motor met zijspan ter beschikking gevraagd voor tegenhouden van de vluchtelingen.
    Na afloop rapport uitgebracht op het Brigadebureau, waar even later het bericht van Capitulatie binnenkwam.
    Teruggegaan naar Honswijk en de Compagnie verzameld.


De Kapitein,

(get.) N. Hogerland.

Typ.: jw.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 3.67 MB)