Rapport over korporaal Herbers van reserve-majoor P.S. van Walsem

DIENSTGEHEIM.

Amsterdam, 10 Februari 1951.     

RAPPORT betreffende de dpl. korporaal W.J.A. Herbers.

Rapport behoort bij schrijven d.d. 10.2.51 van de Reserve-Majoor der Genie, Ir. P.S. van Walsem aan C.M.O. te 's-Gravenhage, naar aanleiding van haar verzoek om inlichtingen betreffende bovengenoemde dpl. korporaal.

Oorlogsdagen Mei 1940.

10 Mei 1940.

Plm. 4.00 uur. Aan de dpl. korporaal W.J.A. Herbers, pionier-tekenaar (architect) bij de 4e Compagnie Pioniers, wordt door Commandant 4e Compagnie Pioniers (4 C.P.) opgedragen de leiding te nemen van een reeds aangewezen detachement pioniers met als taak: het leggen van landmijnen plm. 300 stuks in de onmiddellijke nabijheid van de spoorwegovergang bij Achterberg in de Grebbe-stelling, hoofdweerstandsstrook. De landmijnen, voor dit doel opgeslagen op de Hazeberg te Amerongen, moeten door het detachement van korporaal Herbers, sterk 14 man, worden geladen op 2 beschikbare vrachtwagens en daarna vervoerd naar de plaats door Commandant 4 C.P. op de stafkaart aangewezen. Op de niet scherp gestelde mijnen konden de manschappen plaats nemen.

Plm. 6.00 uur. Commandant 4 C.P. geeft aan korporaal Herbers ter plaatse aanwijzingen op welke wijze de landmijnen moeten worden gelegd en wel op afstanden van 1 - 1,5 Meter, verspringend in concentrische halve cirkelbogen aan vijandszijde van de spoorbaan met de spoorwegovergang als middelpunt.

Plm. 20.00 uur. Korporaal Herbers meldt per motorordonnans aan Commandant 4 C.P.: Vijandelijke bommenwerpers mitrailleren de langs de spoorbaan gelegen woonhuizen, welke als onderkomen van de pioniers moesten dienst doen. Pionierdetachement zorgt voor bewaking mijnenveld zowel 's nachts als overdag. Mijnenveld voor 3/4 gereed gekomen. Geen contact met divisie-onderdelen.

11 Mei 1940.

Plm. 18.00 uur. Korporaal Herbers meldt aan Commandant 4 C.P. storingsacties op werkzaamheden detachement pioniers door vijandelijke vliegtuigen. Vijandelijk granaatvuur treft een nabijgelegen baanwachterswoning en boerderij. Door vijandelijk vuur vertraging in het leggen der mijnen. Mijnenveld zo juist gereed gekomen. Contact gezocht met Commandant geniedetachement belast met het ondermijnen van verschillende wegen gelegen achter de spoorbaan in de richting van Rhenen. Geen bijzonderheden.

12 Mei 1940.

Plm. 18.00 uur. Korporaal Herbers meldt aan Commandant 4 C.P.: Wederzijds artillerievuur neemt in hevigheid toe. Wordt aanstonds afgelost door een onder-officier van 4 C.P. met 15 manschappen. Keer met detachement terug naar loods te Elst. (De loods te Elst bevindt zich in de nabijheid commandopost Commandant 4 C.P., alwaar aflossingsploegen van de pioniers en verbindingstroepen Genie zijn ondergebracht).

13 Mei 1940.

Plm. 11.00 uur. Korporaal Herbers meldt persoonlijk aan Commandant 4 C.P. dat aflossingsploeg mijnenveld Achterberg zijn post op eigen gezag heeft verlaten en is teruggekeerd naar Elst.

Commandant 4 C.P., zo juist teruggekeerd van Sectie V 2e Legercorps te Doorn, draagt onmiddellijk op aan Korporaal Herbers met zijn detachement zijn oude post wederom te bezetten. Hetgeen ook onverwijld geschiedde. Door het opdringen van vijandelijke troepeneenheden in de Grebbe-linie trachten eigen troepeneenheden stelling te zoeken achter de spoorbaan. Door dit terugtrekken vinden enkele manschappen en stukken vee de dood in het mijnenveld, alhoewel door korporaal Herbers afgebakend met rode vlaggen.

Na aankomst van korporaal Herbers met zijn detachement (steeds heeft vervoer per vrachtwagen plaats) wordt door hem bewaking door pioniers ingesteld. De rode vlaggen worden weggenomen.

Nadat een nagenoeg volledige terugtocht van eigen troepen achter de spoorbaan had plaats gevonden in de ochtend- en middaguren, verlaat plm. 16.00 uur korporaal Herbers met zijn manschappen het mijnenveld en meldt zich bij de Commandant 4 C.P., welke zich met zijn compagnie groot plm. 180 man te Amerongen bevindt. Enkele vernielingsdetachementen van de 4 C.P. bevonden zich in de ochtend van 10 Mei te De Steeg, Dieren en langs het Dierensch-Apeldoornsch kanaal.

De terugtocht van de 4 C.P. naar de Hollandse Waterlinie wordt te plm. 19.00 uur ingezet.

14 Mei 1940.

Plm. 3.00 uur. De Commandant 4 C.P. bereikt met zijn Compagnie Jutfaas en neemt intrek in het verlaten kasteel van de familie De Geer aldaar.

Opmerkingen:

Enkele dagen na de capitulatie ontvangt Commandant 4 C.P. opdracht van Commandant 2e Legercorps tot het opruimen van alle door de 4e Compagnie Pioniers gelegde mijnenvelden. Dit opruimingswerk is door een 40-tal pionier-vrijwilligers van de 4 C.P. verricht geworden in ongeveer 3 weken. Er werden plm. 1200 mijnen geruimd. Korporaal Herbers bevond zich onder de vrijwilligers.

Dit zeer gevaarlijke opruimingswerk, waarbij Commandant 4 C.P., 1 officier en 2 vaandrigs van de Genie voortdurend aanwezig waren, heeft getoond wat met goede teamgeest, onder zelfbeheersing en discipline, te bereiken is. Slechts 1 pionier heeft bij dit opruimingswerk zijn leven verloren.

De Reserve-Majoor der Genie,

(get.) Ir. P.S. van Walsem.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 1.17 MB)