Schrijven van dienstplichtig sergeant A.J.D. Lensink
HOOFDREGELINGSBUREAU
REGELINGSBUREAU LANDMACHT.
--------------------
Afdeling Ic.
Nr. 1809
--------------------
Onderwerp:
Krijgsgeschiedenis.
's Gravenhage, 26 Augustus 1941.
Willem Lodewijklaan nr. 1
Teneinde de krijgsgeschiedenis zoo juist mogelijk te kunnen beschrijven verzoek ik u mij de volgende vragen te willen beantwoorden.
- Om welke reden zijt U met Uw groep op 11 Mei 1940 teruggetrokken uit Uw stelling in de voorposten?
- Hoe laat begon Uw terugtocht, welken weg heeft U gevolgd, waar bent U terechtgekomen en wat is er toen verder met U en Uw groep geschied?
- Waarom heeft U geen bericht aan Uw Sectiecommandant sergeant-majoor Blom gezonden omtrent Uw voornemen om terug te gaan?
- Hoe luiden de namen en adressen van hen die tot Uw groep behoorden?
de Generaal-Majoor,
o.l. de Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf
V.E. Nierstrasz.
Aan:
- Voormalig dienstplichtig sergeant G.J. van Raaij. v.d.Hellaan nr. 10, Arnhem.
- Voormalig dienstplichtig sergeant A.J.D. Lensink. LINTELO, gemeente AALTEN.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Aalten, 28 Augustus 1941.
Hoogedelgestrenge Heer,
In antwoord op uw schrijven d.d. 26 dezer kan ik U op de door U gestelde vragen het volgende mededeelen.
- De reden van mijn terugtocht berust op een misverstand. Uit het voorterrein kwam een groep (terwijl er al enkele soldaten terug waren) die mij mededeelden ongeveer dit: "We moeten terug want alles heeft zich overgegeven."
Inderdaad was op de stellingen van de nevencompagnie de witte vlag zichtbaar, terwijl ook de stellingen verlaten werden. Dus denkende dat deze mededeeling een bevel was, om een omsingeling te voorkomen, ben ik die groep gevolgd tot de bataljonscommandopost. - Het tijdstip van terugtocht is mij niet bekend, het is in de namiddag geweest. Bij de bataljonscommandopost bleek dat er geen terugtochtsbevel bestond. Op aanwijzing van de Bataljonscommandant ben ik naar de straatweg gegaan om daar te trachten stand te houden en zoo mogelijk de stelling weer te bereiken. Aan de straatweg was ook de vaandrig Nahuijsen, onder wiens leiding wij hebben standgehouden zoolang onze mitrailleurs werkten.
Daarna teruggetrokken langs de straatweg tot de sluis en toen in de richting van een aan de Rijn liggende steenfabriek. Troffen toen de 1e luitenant Lindeman van onze compagnie. Onder diens leiding zijn wij de rivier over getrokken en hebben op 13 Mei te Werkhoven de divisietrein bereikt. In de namiddag met de trein gegaan naar Schoonhoven, en vandaar op 14 Mei naar Polsbroek waar wij het capitulatiebericht vernamen. - Hiervoor als reden de meening te handelen op bevel.
- Jansen, G.Ch.
(korporaal); in Betuwe achtergebleven om wond op wang.
Meurkes, G.A.
; Vermoedelijk bij Grebbesluis achtergebleven.
Boom, H.J. van den
; Vermoedelijk achtergebleven bij Bataljonscommandant.
Heerdt, F.G. Ter
Ingen, M. van
; van patrouille niet teruggekeerd.
Meijer, W.J.H.
Stuijvenberg, G.C. van
Mennings, W.H.
Scheerder, E.
Wijnveld, J.
Adressen zijn mij niet bekend.
|
