Verklaring van dienstplichtig soldaat B. Dankelschijn

Verklaring afgelegd door den dpl. soldaat B. DANKELSCHIJN van M.C.-I-29 R.I.
in de vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen van 16 Juni 1947.
------------

  Ik was ingedeeld bij de sectie van Luitenant RUWARD, bestaande aanvankelijk uit 3 stukken. Ik was no. 2 bij het stuk, waarbij HEERSCHAP no. 1 was. We zijn bij den terugtocht in Utrecht aangekomen met beide stukken.

  Bij Achterberg zijn wij op 13 Mei langs de spoorlijn opgerukt. We waren voor Kapitein TERMATEN, dus voor de infanterie uit. De Luitenant RUWARD gaf ons opdracht hem te volgen, hij was zelf steeds vooraan.
  Bij het oprukken nam Heerschap het stuk op. SPRONG en ik kwamen achter hem aan met de affuit. We werden op een gegeven moment van achteren beschoten. SPRONG en ik hebben daarom even gewacht. HEERSCHAP kroop echter door. Naderhand zijn SPRONG en ik hem gevolgd. Onze stukscommandant sergeant HALEWIJN ging ook mee naar voren, hij kreeg een schampschot in zijn linkerarm.
  We kwamen in stelling bij een boerderij en kregen daar een bombardement. Het 1ste stuk stond in de boerderij, ons stuk (het 2de) even voor de boerderij onder een boom.
  Na het bombardement kwam de Infanterie geleidelijk bij ons en trachtte verder naar voren te komen. Tot 7 maal toe is dit geprobeerd. Ze konden echter niet door een boschrand komen vanwege het hevige vuur. Wij hebben over de Infanterie heen gevuurd, richtende op de boomen van de boschrand. Wij kregen ook mortiervuur van links. Daarna werd ons opdracht gegeven om terug te gaan. Wij vonden hierbij iemand, wiens kaak verbrijzeld was. Wij hebben hem op een ladder meegenomen.

  Uit de boschrand kwamen mannen, die tot op hun hemd uitgekleed waren en riepen: "Niet schieten". De Infanterie achter ons schoot echter toch op hen. Wij hebben uit eigen initiatief er niet op gevuurd.

  De Luitenant RUWARD is een flink militair, die steeds vooraan was en ons liet volgen.

  Na het bombardement zijn HEERSCHAP, SPRONG en ik onder de boom bij de boerderij bij het stuk gebleven en niet verder naar voren geweest. HEERSCHAP was een flink soldaat, waarin ik vertrouwen had.

  De Luitenant RUWARD is bij den terugtocht door de mouw van zijn jas geschoten. Bij het terugtrekken moesten wij de Infanterie dekken. Een Majoor (aantekening: Majoor Pannekoek) kwam vergezeld van een dokter op den weg bij ons en gaf den Luitenant RUWARD daartoe opdracht. Hij moest ons op den weg in stelling brengen. De beide stukken zijn inderdaad opgesteld doch wij kregen op een gegeven moment zodanig vuur, dat de Luitenant RUWARD de opstelling niet wilde handhaven. De Majoor vertrok tengevolge van dit vuur met den dokter in zijn auto. Ik meen gehoord te hebben, dat het Majoor HILLEN is geweest (aantekening: neen).

's-Gravenhage, 16 Juni 1947.

B. Dankelschijn.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 807.91 KB)