Verklaring van kapitein W.D. Monsma

Kapitein W.D. Monsma, verklaart bij zijn verschijning voor de
Commissie Militaire Onderscheidingen, op 27 Maart 1947:
--------------------

Ik had het commando over 2-I-16 R.A.
Kapitein Van Katwijk was Afdeelingscommandant.
Overste P.C. Taconis was de oorspronkelijke Regimentscommandant. Tijdens de oorlogsdagen is Majoor J.S. Loke, die oorspronkelijk Afdeelingscommandant was, opgetreden als Regimentscommandant.
De 2e Batterij stond pl.m. 200 Meter van de weg Elst - Rhenen af.
13 Mei 1940 hebben wij kaartvuur afgegeven 's morgens half 5, is later om 7 uur herhaald.
De 2e en 3e Batterij kwamen in een ingerichte stelling, was prachtig gecamoufleerd en de verbinding tusschen de stukken was ondergrondsch. Verder waren de opstellingen van de vuurmonden volkomen onzichtbaar gemaakt onder de boomen.
De commandopost van de batterij was ingegraven. In de gang achter de stukken waren schuilplaatsen.
Wij zaten in een soort verhooging van het terrein. "Koerheuvel" stond pl.m. 400 Meter voor de batterij. Tijdens het bombardement van Duitsche vliegtuigen op Koerheuvel vlogen de vliegtuigen keurig over onze batterij zonder ons te zien.

In den loop van den dag werd mij gemeld dat van een Sergeant, die uit het voorterrein was gekomen, bericht kwam dat de Duitschers op pl.m. 1000 Meter van de batterij waren, dit bericht heb ik doorgegeven aan de Afdeelingscommandant, waarna bericht kwam "doorvechten". Vanaf dat moment is de munitie voor de nabijverdediging gereed gemaakt. Betrekkelijk kort daarna kwam bericht van de Afdeelingscommandant "terugtrekken". Ik meen dat dit bericht binnen kwam bij Cornet De Vries of Luitenant Maris, zij hebben mij gewaarschuwd, daar ik op dat moment links van de batterij zat om het voorterrein in te zien, en ben ik gegaan naar de post van de Batterij-Officier waar de telefoon was en heb ik mij overtuigd door naar de stem te luisteren dat dit bericht inderdaad van de Afdeelingspost kwam.
Later heb ik nog gehoord van de officieren van de divisie, dat daar een bericht binnen kwam: "terugtrekken", dit bericht was toen niet voorafgegaan door een codewoord. Toen is op last van de Afdeelingscommandant een officier van de Afdeelingsstaf, ik meen Luitenant A.Q. de Flines, naar de Divisiepost gegaan om het bericht te controleren. Deze man kwam bij de Divisiepost welke verlaten bleek te zijn. Hij is daarop voor zoover ik weet meteen doorgegaan naar de Plantage Willem III om de menschen daar te waarschuwen en te zeggen dat zij met de voorwagens naar de batterij moesten komen.
Later heb ik gehoord dat daar een Luitenant van de 1e Batterij was gekomen, een Commandant van de voorwagens, die zoodanig de kluts kwijt was dat hij er van door is gegaan.
Op het moment dat wij bericht binnen kregen: "terugtrekken" kwam een wachtmeester, het kan zijn dat deze Van Schaick was, met voorwagens aan.
Hierna zijn wij allen teruggetrokken en kwamen uiteindelijk in IJsselstein aan.

Betreffende Wachtmeester Van Schaick: Deze heeft zich niet laten leiden door geruchten en de paniekstemming, maar was voldoende flink om niettegenstaande dat toch door te rijden naar de batterij.

's-Gravenhage, 27 Maart 1947.

(get.) W.D. Monsma.

Opgem.: J.v.d.B.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 826.23 KB)