Verklaring van opperwachtmeester Roos en fourier Van Bemmel

4de REGIMENT HUZAREN

1ste ESKADRON.
--------------------------

Verklaring van Opperwachtmeester-Administrateur Roos en Fourier Van Bemmel.

  Op 13 Mei, te ongeveer 9.00 uur, begaven wij ons uit Leersum op marsch naar Rhenen, met de bedoeling om het Eskadron op te zoeken, hetwelk aan de Grebbelinie moest zitten, met de bedoeling wat rookartikelen aan de manschappen uit te deelen.
  Te ongeveer 10.30 treffen wij een 600 meter voor de ingang van Rhenen tot aan de eerste huizen van Rhenen, links en rechts van de weg, alsmede om de boerderijen, naar schatting een bataljon Infanterie aan, dat, naar wij aanvankelijk meenden rust had. De meeste manschappen lagen gedekt in greppels of achter huizen, die hier en daar stonden. Om er achter te komen waar 1-4 R.H. zich bevond, vroegen wij aan de zich aan de ingang van Rhenen bevindende Infanteristen ons de richting te wijzen waar 1-4 R.H. zich mogelijk kon bevinden.
  Wij kregen ten antwoord dat er zich niemand meer in de Grebbelinie bevond en dat de zich aldaar bevindende Infanteristen opnieuw de stelling moesten bezetten ter aflossing van andere onderdeelen, hetgeen echter niet mogelijk zou zijn, daar de Grebbelinie bij Rhenen geheel prijs gegeven zou zijn en de Infanterie er wegens hevig Artillerievuur niet door kon.
  Daarna gingen wij door tot op een afstand van ongeveer 100 meter van de kerk in Rhenen, waarbij wij geen enkel militair aantroffen, en aangezien wij geen enkel gegeven hadden omtrent de plaats waar het Eskadron zich bevond, vonden wij het mede in verband met het hevige artillerievuur, niet verantwoord om verder te gaan.
  Op onze terugweg troffen wij te ongeveer 12.30 nog steeds de hiervorengenoemde Infanterie in rusthouding aan. Volgens de manschappen waren Officieren niet aanwezig.
  Op ongeveer 1 kilometer voor de ingang van Rhenen kwamen wij op de terugweg naar schatting een Compagnie Infanterie tegen, onder leiding van een Kapitein, die voorop liep.
  Op een gegeven ogenblik vielen schoten van de overkant van de Rijn, waarop alle Infanteristen (althans een groot gedeelte) in paniekstemming uit de colonne stoven met het geweer in de hand terwijl zij verschillende schoten losten in de richting van de plaats waar zij meenden te hooren schieten.
  Wij hoorden de Kapitein roepen: "Nu mannen, waar blijven de mannen van 22 R.I. nu toch".
  Daarna hebben wij nog langs een omweg getracht het Eskadron te bereiken, doch dit is ons niet gelukt, daar wij wederom hevig artillerievuur ontvingen. Na aldaar ongeveer een uur vertoefd te hebben en naar verschillende zijden te hebben geïnformeerd naar de ligging van het Eskadron kregen we telkens weer ten antwoord dat het Eskadron verslagen en uit elkaar was, waaraan wij geloof hechten. Langs dezelfde straatweg zijn wij naar Leersum teruggegaan, maar hebben het Bataljon Infanterie niet meer gezien.

De Fourier,
(get.) Van Bemmel.

De O.W.A.,
(get.) Roos.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 788.03 KB)