Verklaring van sergeant-majoor B.L.A. Blom

Sergeant Majoor B.L.A. Blom, verklaart bij zijn verschijning voor de
Commissie Militaire Onderscheidingen, op 5 December 1946:

------------------------------------------------

Klik hier voor een uitvergroting
Het stuk bouwland waarin de stelling van Sergeant Majoor Blom (3e sectie 1-III-8 R.I.) was gelegen (2000)
  Ik had het commando van de 3e sectie van 1-III-8 R.I., in de voorpost van het rechter vak, gelegen tusschen de Grebbeberg en Wageningen. Mijn opstelling lag in de boomgaard 'Boomlust'.
  Ik ben bij de middelste groep gebleven omdat deze het dichtst bij de commandopost was en zodoende mijn linker- en rechtergroep beter kon bereiken. Toen de 4e sectie teruggetrokken is, is de linkergroep met die sectie meegegaan waarvan 2 menschen die naar de Commandopost van de B.C. gegaan waren, onder wie Sergt. v. Eck.
  Op een gegeven moment meldde de post van de uitgang dat er een witte vlag geplaatst was op het steunpunt aan de zuidezijde van de afweg in het steunpunt van een zware mitrailleur onder commando van Vaandrig Tack van M.C.III (mitrailleurcompagnie van het 3e bataljon). Migchelbrink stelde zich vrijwillig ter beschikking om deze vlag daar weg te halen onder hevig mitrailleur en mortiervuur. Dit heeft hij gedaan en het bleek dat het steunpunt verlaten was.
  Uit oostelijke richting kwam de vijand de Afweg oprukken. Ik liet ze zo dicht mogelijk naderen tot op plm. 100 meter afstand en nam ze daarna onder vuur waardoor ze verdwenen. Dit is zoo minstens 4 keer gebeurd. Meerdere malen gebruikten zij het gebouwtje dat voor ons lag als dekking, hierna kwamen zij niet meer.
  De post geplaatst aan de uitgang van het steunpunt, dpl. soldaat Nagelhout, meldde mij dat het noordelijk steunpunt door de vijand bezet was. Er werd vanuit dat steunpunt door den vijand met een machinegeweer geschoten in mijn richting. Hierna heeft Mighelbrink de bezetting onder vuur genomen. Ik stond er naast en nam met mijn kijker waar dat als hij geschoten had er dadelijk een ander achter het machinegeweer ging liggen. Hij heeft plm. 4 keer hierop gevuurd toen het vuren daar eindigden.

Klik hier voor een uitvergroting
Het zicht vanuit de stelling van S.M.I. Blom (3e sectie 1-III-8 R.I.) op de straatweg Rhenen-Wageningen (2000)
  Om ongeveer 3 uur heb ik ordonnans soldt. Mulder weggestuurd naar de commandopost van de C.C. (compagniecommandant). Hij is daar heen gegaan om te informeren hoe de toestand in het algemeen was. Misschien heeft hij ook een bericht meegnomen met het verzoek om artillerievuur op het gebouwtje te leggen dat plm. 150 meter voor ons lag in oostelijke richting. Hij is niet meer teruggekomen in verband met het hevig artillerievuur dat in de omgeving lag.
  De rugweer zat gelijk ter hoogte van de takken der vruchtbomen. Het steunpunt was in rechte lijn. Mijn bedoeling was geweest bij het bouwen om deze in hoefijzervorm op te zetten. Dit was echter afgekeurd, zoodat ik nu alleen het schootsveld in front had. Bovendien had ik noch verbinding met links, noch verbinding met rechts. Verbinding kon ik alleen verkrijgen als ik buiten mijn steunpunt kwam.
  Op een oogenblik was de mitarilleur onklaar. V.d. Linden en Sprukkelhorst resp. schutter en helper gingen direct over tot het uit elkaar nemen van het wapen. Zij maakten de slagpinstang schoon en plaatste hem na deze ingevet te hebben met wapenolie weer op het wapen. Hij wekte nog niet, werd weer uit elkaar gegooid en toen heb ik zelf de onderdeelen nagekeken waarbij ik ontdekte dat de punt van de slagpin was gebroken. Direct een reserve slagpinstang genomen, eerst schoongemaakt van zand en vuil, daarna geolied en in het wapen geplaatst waarna de mitrailleur weer werkte. Dit hebben ze op een zeer rustige wijze gedaan of er niets aan de hand was.
  Er werd in het steunpunt geschoten vanuit de boomen. Om dat te weren heb ik met scherpe handgranaten (no.3, no. 1 was niet uitgereikt) gegooid. Hierdoor hield het vuren op. Korporaal Rasink hielp mij met het het aanbrengen van de slagpijpjes. Hierna begonnen de Duitschers met handgranaten te gooien. Deze handgranaten kwamen allemaal neer op het aangebrachte kippengaas. Door de vering van het gaas zeilden deze handgranaten over de loopgraaf heen en kwamen aan de voorzijde van het steunpunt.
  Aangezien ik zelf geen tegenmaatregelen meer kon nemen omdat ik geen slagpijpjes meer had voor de aanwezige handgranaten no.3 moest ik vlug besluiten, of ten onder gaan of mij over geven, het laatste heb ik toen besloten. Ik nam snel een geweer met een bajonet, stak daarop hoofdkussen gevuld met stroo en stak dat boven de loopgraaf uit. Hierna sprongen de Duitschers van alle kanten op mijn steunpunt en moesten we een voor een het steunpunt uit. De eerste menschen werden aangeschoten waarvan er 2 sneuvelden (Migchelbrink en Riggeling) en 1 zwaar gewond werd (Alberts).

  Betreffende Mulder: Heeft alle opdrachten die ik hem verstrekte naar behoren uitgevoerd, steeds onder vijandelijk vuur.

Klik hier voor een uitvergroting
Sprukkelhorst, Mulder, Blom en Van der Linden onderscheiden - 3e sectie 1-III-8 R.I. (15 juli 1948) » meer

's-Gravenhage, 5 December 1946,

(get.) B.L.A. Blom.

 

 

 

 

 

 

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 1.41 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 2.31 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 3
(PDF, 482.29 KB)