Verslag van kapitein A. Wiersinga

AFSCHRIFT.

8e REGIMENT INFANTERIE.
IIe Bataljon - 2e Compagnie.
----------------


O N D E R W E R P :
Krijgsverrichtingen.
----------------

Aan
Commandant 8 R.I.
----------------
 

  Bijgaand doe ik U nogmaals een exemplaar van de verslagen betreffende de krijgsverrichtingen toekomen.
  Ik merk hierbij op, dat U reeds een exemplaar werd toegezonden.

Wageningen, 12 Juni 1940.
De Kapitein,
Commandant van 2-II-8 R.I.,
(get.) A. Wiersinga.


AFSCHRIFT.

VERSLAG KRIJGSVERRICHTINGEN 2-II-8 R.I.
---------------------------------------

  9 Mei 1940.  
 
  23.45 uur bericht ontvangen, dat voor 5.00 uur graad van strijdvaardigheid 3 moest worden bereikt.
 
 
10 Mei 1940.
 
 
  Ca. 3.00 uur graad van strijdvaardigheid 3 bereikt.
 
  Ca. 3.45 uur zeer groot aantal vliegtuigen boven ons gebied.
 
  Ca. 4.00 uur bericht van Commandant II-8 R.I. graad van strijdvaardigheid 4.
 
  Ca. 5.00 uur bericht ontvangen, dat Nederland in oorlog was.
 
  Ca. 6.00 uur aankomst detachement gaszoeklichten uit Wijk bij Duurstede; bericht gezonden, dat de stelling in mijn vak volledig was bezet.
 
  Verder op dezen dag de stelling en commandopost in orde gemaakt, in het bijzonder bij Kruiponder, waar een groot gat in den dijk was ontstaan door den aanleg van een sluis. Met enkele burgerarbeiders en met behulp van machines van de Ballast Maatschappij tot Vrijdagmiddag nog zooveel mogelijk grond verplaatst tot dekking van dit gat en tot verbetering van dit stuk bij Kruiponder.
 
  Ca. 9.00 uur opdracht gegeven aan Luitenant Vos en Adjudant Bison (2 Sectiecommandanten), om 's nachts over de Grift zooveel mogelijk te laten patrouilleeren. Dien nacht geen bijzonderheden.
 
 
11 Mei 1940.
 
 
  Ca. 8.00 uur vijandelijk artillerievuur voor onze stellingen.
 
  Ca. 10.00 uur een 20-tal manschappen, waaronder enkele gewonden, van 19 R.I. komen vluchtend uit de voorposten en deelden mij mede, achtervolgd te worden door Duitschers.
  Op mijn vraag, op wiens commando zij terugtrokken, deelden zij mij mede, dat dit geschied was door hun Commandant (naar ik meen den Eersten-Luitenant De Haas).
  Deze manschappen doorgezonden naar 19 R.I.
 
  Ca 10.30 uur duidelijk waarneembaar, dat vijandelijke patrouilles (z.g. stoottroepen) oprukten. Vuur geopend op vijand, ca. 100 man sterk.
 
  Vanuit de verlaten voorpostenstellingen werd een aanval gedaan op onze stellingen. Hoofdrichting: Dijk - Nieuwe Kanaal. Het gedeelte van mijn Compagnie, dat in de onmiddellijke omgeving van Kruiponder lag, kon toen slechts met één mitrailleur (licht) en geweren en karabijnen vuur uitbrengen op deze aanvallende troepen.
  De eene zware mitrailleur kon door den nieuwen aangelegden dijk slechts met een schootsveld van 100 à 200 meter vuren. De andere zware mitrailleur schoot in Noordelijke richting over het water en de eigen lichte mitrailleur had door de graafwerken van de sluis een doode hoek van 300 à 400 meter. Bovendien waren de aanvallende troepen gedekt door de boerderij Kruiponder en boomen. Met deze middelen (licht mitrailleur, geweren, karabijnen, handgranaten), hebben de manschappen op dien dag op uitnemende wijze den vijand belet, den Grift over te steken.
  Vanaf 12.00 uur lag het terrein achter de frontlijn tot commandopost van tijd tot tijd onder hevig vijandelijk vuur uit de karabijnmitrailleurs en artillerievuur, zoodat de aanvoer van eten en munitie zeer moeilijk was. Bovendien werd de telefonische verbinding met de commandopost van Luitenant Vos en Adjudant Bison en die met Commandant II-8 R.I. geregeld verbroken, zoodat alle berichten per ordonnans moesten worden overgebracht. Tot Zondagmiddag 3 uur heb ik de verbindingen steeds zooveel mogelijk weder door de seiners laten herstellen, hetgeen geschiedde onder hevig artillerievuur.
 
  Ca. 13.00 uur in stekelvarken 23, 2 mitrailleurs door vijandelijk vuur buiten gevecht gesteld; bemanning gewond. Uit steunpunt 10, mitrailleur gehaald en deze hierin geplaatst met andere bemanning. Nieuwe lichte mitrailleur aan Commandant II-8 R.I. gevraagd.
 
  Ca. 16.00 uur vuursteun gevraagd van artillerie. Deze zeer spoedig verkregen en eigen artillerie brengt vuur voor de frontlijn en werd dit eenige malen herhaald; dit vuur verhinderde tevens, dat de vijandelijke troepen versterking kregen.
 
  Ca. 17.00 uur kazemat 31 door vijandelijk artillerievuur beschoten, de zware mitrailleur buiten gevecht gesteld; bolaffuit stuk, zoodat hier geen andere zware mitrailleur meer in te plaatsen was. Deze kazemat was daardoor onbruikbaar. Op Zondag 12 Mei, toen 3 lichte mitrailleurs kwamen, hier licht mitrailleur geplaatst. Steun van eigen artillerievuur aangevraagd.
 
  Ca. 18.00 uur middelste stuk pag. geplaatst in de frontlijn, door vijandelijk artillerievuur buiten gevecht gesteld.
 
  Ca. 21.00 uur vijand trekt van dit gedeelte terug en waargenomen, dat gewonden worden afgevoerd. De aanval werd toen meer in Zuidelijke richting in het griendhout naar het rechter gedeelte van ons vak verplaatst en wel door de troepen, die toen uit de andere verlaten opstellingen der voorposten kwamen.
 
  Gaszoeklichten werkten niet, materiaal zeer slecht. Vijand 's nachts steeds getracht op verschillende punten over den Grift te komen in ons vak, maar dit weten te verhinderen.
  Dezen dag door hevig vijandelijk vuur en het gevecht met den vijand geen gelegenheid geweest voor het verstrekken van warm eten aan de manschappen uit de keuken.
  Munitie en lichte mitrailleurs aangevraagd; Commandant II-8 R.I. dien dag van alles wat er geschiedde op de hoogte gehouden.
  Dezen dag en vooral ook 's avonds lag de stoplijn van II-8 R.I. ook geregeld onder hevig vijandelijk artillerievuur.
  Munitie en 3 lichte mitrailleurs den volgenden morgen gekregen en alle opstellingen van pag., zware mitrailleurs en lichte mitrailleurs nog van nieuwe munitie kunnen voorzien.
 
 
12 Mei 1940.
 
 
  Ca. 3.30 uur zeer hevig artillerievuur.
 
  Ca. 4.30 uur opdracht gegeven de boerderij Kruiponder, die voor den Grift ligt, van den vijand te zuiveren. Hierbij bleek, dat de vijand zich in den nacht had teruggetrokken tot ca. 700 meter voor Kruiponder. Uit deze boerderij werden drie karabijn-mitrailleurs medegenomen, benevens Duitsche kleeding en munitie, welke was achtergelaten. Gesneuvelden lagen in het terrein.
 
  Ca. 5.00 uur aan Commandant II-8 R.I. steun gevraagd van zware mitrailleurs. Medegedeeld werd, dat dit niet mogelijk was en dat ik hierin zelf moest voorzien.
 
  Ca. 5.30 uur mij in verbinding gesteld met den Eerste-Luitenant Storm van M.C.-III-19 R.I., die naast mij lag en heeft deze vuur voorbereid op 200 meter voor Kruiponder. De Luitenant Storm heeft op dezen dag zeer goede hulp geboden bij Kruiponder.
 
  Ca. 6.00 uur verkenningsvliegtuigen boven ons vak, hetgeen zich den geheelen dag heeft herhaald.
 
  Ca. 7.30 uur hevig artillerievuur, hetgeen bijna den geheelen dag voortduurde.
 
  Ca. 8.00 uur de vijand rukt weer op, maar de aanval is nu meer in Zuidelijke richting en wel voor het rechter gedeelte van ons vak en in het vak van 1-II-8 R.I. Dien ochtend twee menschen van de gaszoeklichten en een chauffeur in overleg met Commandant II-8 R.I. opdracht gegeven, in dien mogelijk mijn particuliere auto in Rhenen te nemen, hiermede naar Wijk bij Duurstede te gaan en te trachten, gaszoeklichten te krijgen, die bruikbaar waren met het oog op verlichting voor den a.s. nacht van het gat in den dijk bij Kruiponder, waardoor de vijand 's nachts steeds had getracht door te breken.
 
  Van 11.00 -
13.00 uur
in voorste lijn geweest en met Luitenant Vos en Luitenant Mink van M.C.-II-8 R.I. nog alles besproken.
  Officieren en manschappen hadden 's Zaterdags en des nachts en 's Zondagsochtends op uitnemende wijze hun plicht gedaan.
  Door het bijna aan een stuk voortdurende gevecht vanaf Zaterdagochtend, waren wel velen zeer vermoeid en een gedeelte was zeer zenuwachtig door de voortdurende beschieting.
 
  Ca. 16.30 uur bericht van Luitenant Vos (zie zijn verklaring); de namen der sergeanten zijn mij niet door hen opgegeven, wel is door mij gezegd, de namen der sergeanten te vragen en te noteeren. Aan Luitenant Vos, die door dit bericht m.i. een inzinking heeft gekregen, medegedeeld, dit niet te gelooven, rustig met zijn manschappen te blijven, daar er m.i. geen sprake was van doorbraak.
 
  Ca. 17.00 uur terugtocht uit frontlijn (zie verklaringen van Luitenant Mink en Adjudant Bison).
  Van Luitenant Koerselman, die bij de pag.stukken was geplaatst, na 17.00 uur niets meer gemerkt; vermoedelijk is deze Luitenant krijgsgevangen gemaakt.
  Het vijandelijk artillerievuur werd toen verplaatst achter de frontlijn en verscheidene zijn tijdens dezen terugtocht gewond of gesneuveld.
  Door een ordonnans dit alles onmiddellijk gemeld aan commandopost II-8 R.I.; deze kwam ca. 2 uur later hevig ontdaan terug met de mededeeling, dat de vijand reeds voor de commandopost lag en dat Majoor Jacometti was gesneuveld en het commando door Kapitein Van den Berg was overgenomen.
  Met ongeveer 40 gewapende manschappen en mijn commandogroep in de steunpunten gebleven bij onze commandopost.
  Verkenningsvliegtuigen boven commandopost en zeer spoedig daarna met korte tusschenpoozen hevige artilleriebeschieting.
 
  Ca. 20.30 uur Ritmeester Van Voort van Zijp meldt zich met 4 officieren en deelt mede, met 125 man van 4 R.H. te zijn gekomen.
  Gereedstelling besproken, nl. bij boerderij Koningskampen, om van daaruit bij het invallen van de duisternis te trachten, Kruiponder te heroveren. Door mij aan Ritmeester Van Voort van Zijp medegedeeld, dat dit m.i. nu nog wel mogelijk was, omdat de vijand vermoedelijk met geen grooter aantal dan 50 à 60 bij Kruiponder aanwezig was.
  Verbinding met commandopost II-8 R.I. - ook door middel van ordonnansen - niet meer mogelijk. Artilleriebeschieting blijft hevig. Tegen het vallen van de duisternis Ritmeester Van Voort van Zijp medegedeeld, dat een eerste-luitenant per motorrijwiel geweest was met het bericht, dat hij zich met zijn manschappen direct moest terugtrekken op Berg en Dal (bij Jeugdherberg).
  Met Ritmeester Van Voort van Zijp nog besproken, wat ik onder deze omstandigheden moest doen; het moreel van mijn manschappen daalde hierdoor zeer en ook hij meende, dat ik in dit geval gerechtigd was, terug te trekken. Luitenant De Vries berichtte mij, dat hij uit het linker steunpunt waarnam, dat sterke vijandelijke patrouilles uit de richting van vak 1-II-8 R.I. oprukten.
  Gewacht tot ca. 23.00 uur. Het vijandelijk vuur en patrouilles werd steeds heviger en het gevaar voor omsingeling steeds grooter.
  Het moreel van den troep werd steeds minder en daarna heb ik te ca. 23.15 uur de order gegeven, alles voorzichtig en onder groote stilte te verzamelen aan den kant van den weg bij mijn commandopost. In commandopost zelf alles eerst vernietigd.
  Bericht gezonden door middel van een sergeant aan M.C.-III-19 R.I. Met dit gedeelte van mijn Compagnie mij eveneens naar Berg en Dal begeven, aldaar Maandag te ca. 1 uur gearriveerd.
  Hier ontmoette ik Ritmeester Van Voort van Zijp weder en heb ik mij daarna gemeld bij Majoor Van Dijk, Commandant II-11 R.I.
  In mijn tegenwoordigheid ontnam Ritmeester Van Voort van Zijp den Majoor Van Dijk zijn wapens en werden deze mij ter hand gesteld.
  Met Ritmeester Van Voort van Zijp gegaan naar Overste Marees van Swinderen van 4 R.H. en deze gelastte mij, toezicht te houden op II-11 R.I. Kapitein Van der Ven en Haffmans van II-11 R.I. deelden mij mede, dat zij uit de richting Veenendaal waren gekomen en plaats moesten nemen in de loopgraven achter de spoorlijn, doch in de heerschende duisternis niet wisten, waar zij deze loopgraven moesten vinden. Ik heb mij toen des nachts direct begeven naar den commandopost van Majoor Van Apeldoorn, Commandant II-19 R.I., en een sergeant van II-19 R.I. medegekregen en heb ik op deze wijze II-11 R.I. op zijn plaats gebracht. De sergeant deelde mij mede, dat ook andere regimenten reeds in deze loopgraven waren en er geen plaats meer was voor mijn manschappen.
  Met mijn manschappen daarna in de bosschen achter deze loopgraven gaan liggen.
 
 
13 Mei 1940.
 
 
  Ca. 7.00 uur bij opstelling van artillerie telefonisch verbinding gehad met IVe Divisie en persoonlijk aan Kolonel Van Loon medegedeeld, wat er bij mij was gebeurd. Deze droeg mij op, voorloopig aldaar als reserve met mijn manschappen te blijven. Hevig artillerievuur en aanvallen van bommenwerpers gehad; terugtocht der troepen ving reeds aan te ca. 10.00 uur. Toen ik om ca. 13.00 uur trachtte telefonische verbinding te krijgen met de IVe Divisie, bleek mij na terugkomst, dat de rest van mijn Compagnie, vermoedelijk door aanvallende bommenwerpers met hevig artillerievuur, meegegaan was met de steeds terugtrekkenden.
  Ik heb het restant van mijn Compagnie weder gevonden in Elst en heb mij gemeld bij Kapitein Puffius en tot 17.00 uur stelling genomen langs den Veerweg in Elst.
  Na 17.00 uur opdracht gekregen, mij te verplaatsen naar Amerongen en hier werd mij door Luitenant Van Iterson medegedeeld, dat 8 R.I. zich moest begeven naar Wijk bij Duurstede.
 
  Ca. 22.00 uur de manschappen, die ik in Elst had verzameld van 8 R.I. in opdracht van Kapitein Meeuwsen tot 14 Mei ca. 1.00 uur in Wijk bij Duurstede gelaten en daarna van Kapitein Meeuwsen opdracht gekregen, mij met de grootst mogelijke spoed naar Vreeswijk te begeven.
 
  Ca. 6.30 uur mij gemeld in Vreeswijk op het bureau van Brigade B. In Vreeswijk gebleven en later op last van IVe Divisie zooveel mogelijk manschappen van 8 R.I. verzameld.

De Kapitein,
Commandant 2-II-8 R.I.,
(get.) A. Wiersinga.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 3.68 MB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 747.98 KB)