Schrijven van dienstplichtig soldaat Th.J. Berns

Afdeeling I c
No. 1125

Regelingsbureau Landmacht
's-Gravenhage

Krijgsgeschiedenis

Lobith, 21 December 1940.

  Op Uw rondschrijven d.d. 10 December '40 deelt dienstplichtige Berns, Theodorus Johannes als tirailleur van 2-III-8 R.I. het volgende mede:

  Mijn Compagniecommandant was Kapitein Maas en mijn Sectiecommandant 1e Luitenant Boom.
  Op 9 Mei tegen 12 uur alarmsignaal. Hierop werd ik aangewezen de munitiekarren op te laden en de keukenwagens te begeleiden naar de stelling van de Grebbeberg.
  Nadat deze taak volbracht was heb ik mijn plaats in mijn groep in onze stelling ingenomen.
  Mijn stelling lag op ca. 200 à 300 meter afstand vóór Ouwehands Dierenpark in het kreupelhout. Eigen troepen van 2-II-8 R.I. in het voorterrein welke na eenige tijd, nadat wij de stelling bezet hadden, langs en over ons heen terug trokken.
  Op het commando vuren, gaven wij vuur af in het voorterrein en op de hoofdweg, opzij van onze stelling.
  Ik zag een colonne, in het grijs gekleede troepen de hoofdweg opkomen. Hieruit klonk het commando "ophouden met vuren", waarop wij ophielden met vuren daar wij dachten dat het eigen troepen waren. Toen ons echter bleek dat het vijand was, hebben wij het vuren op commando van de groepscommandant hervat.
  Onder ons vuren verspreidde de vijand zich, doch wist door ons vuren heen naar Rhenen door te trekken.
  Wij bleven met ca. 11 man in onze stelling. Mijn groepscommandant was inmiddels naar de nevensectie gegaan en heb ik hem onder het vijandelijk vuur bij de 2e Sectie opgehaald. Onder leiding van mijn groepscommandant hebben wij de vijand voortdurend onder vuur genomen.
  Na herhaalde aanvallen van de vijand op onze stelling moesten wij onze stelling, welke onhoudbaar bleek, aan de vijand laten en werden wij verspreid.
  Ik heb mij bij de Commandant van de "P.A.G." gemeld.
  Van deze stelling uit werd de vijand in de rug, richting Rhenen, onder vuur genomen, doch moest deze stelling zich ook spoedig overgeven. Met 5 kameraden ben ik in een nevenstelling gevlucht, van waaruit wij de vijand voortdurend onder vuur genomen hebben.
  Toen het dag begon te worden werden wij gedwongen ons over te geven.
  Ik werd met mijn kameraden naar de Wageningsche Berg gebracht en van daaruit in groepen van 50 man naar de Coehoornkazerne te Arnhem overgebracht.
  Hier bleven wij tot Woensdag na Pinksteren waarna wij naar Duitschland getransporteerd werden.

De dienstplichtige,

(get.) Th.J. Berns.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 707.15 KB)