Schrijven van reserve-eerste luitenant R.A. Soeters
HOOFDREGELINGSBUREAU
REGELINGSBUREAU LANDMACHT
Afdeeling I C.
-------
Nr. 1548.
Onderwerp:
Krijgsgeschiedenis.
---
's-Gravenhage, 7 April 1941.
Willem Lodewijklaan 1.
Uit Uw verslag van 31 Mei 1940 betreffende de lotgevallen van 8e Batterij 6 Veld kan ik niet juist nagaan, wat Uw persoonlijke ervaringen zijn.
Ik verzoek U derhalve mij omtrent het volgende in te lichten:
a. Waar bevond U zich op 11 Mei bij het begin van den Duitsche aanval;
b. Welke zijn Uw lotgevallen dien dag geweest en waar zijt U tenslotte terechtgekomen.
Mij is slechts bekend, dat U zich [met?] den Reserve 2e Luitenant Terpstra in de fabriek De Plasserwaard heeft [getracht?] het vuur van I-8 R.A. waar te nemen.
De Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf,
V.E. Nierstrasz.
Aan Reserve 1e Luitenant R.A. Soeters
(is van 8 R.A., was Commandant 8e Batterij 6 Veld)
==========================================================================
Amsterdam, 26 April 1941.
Onderwerp
Krijgsgeschiedenis
No. 1548
Aan de Generaal Majoor Chef van het Hoofdregelingsbureau.
Naar aanleiding van Uw schrijven No 1548 waarin U mij verzoekt enkele vragen te beantwoorden bericht ik u.
- Op 11 Mei bij het begin van den Duitschen aanval bevond ik mij in de commandopost van Commandant III-8 R.I. bij de Anna Hoeve.
- 's Ochtends 11 Mei
Ik bevind mij in de commandopost van Commandant III-8 R.I.
Eigen telefoonverbinding met de stukken 6 Veld heb ik niet.
Wat de verbinding met de stukken 6 Veld betreft maak ik gebruik van ordonnansen en gedeeltelijk van de telefoon via de Compagniescommandanten.
Van het rechter stuk komt het bericht binnen dat het door licht veldgeschut van de vijand beschoten wordt.
Na eenige tijd ontvang ik bericht dat het rechter stuk 6 Veld door een schot van de vijand buiten werking is gesteld (zie verslag rechter stuk 6 Veld).
Aangezien stuk 6 Veld niet meer bruikbaar is en de schietsleuf van de opstelling ingestort is, stel ik mij in verbinding met Commandant 8 R.I., die mij ter vervanging van den vuurmond een stuk 6 Veld of pag. toezegt, dat deze bij de Steenfabriek “De Plasserwaard” zal worden opgesteld.
De manschappen van dit rechter stuk begeven zich daarop naar de Steenfabriek.
Ondertusschen ontvang ik bericht van het 2e stuk dat zij vijandelijke bedrijvigheid waarnemen op den hoek Straatweg - Grebbedijk. Ik meld dit aan Luitenant Terpstra die op zijn beurt onze artillerie hiervan in kennis stelt.
De telefoonverbinding is zeer gebrekkig.
Er wordt langzamerhand meer geschoten door vijandelijke artillerie.
Ik ontvang bericht van bediening rechter stuk dat zij bij de Steenfabriek zijn aangekomen.
Veel artillerievuur van de vijand bij Anna's Hoeve, eenige tijd daarna zijn de telefoonverbindingen met Commandant 8 R.I. verbroken.
Door de verbindingsofficier de Luitenant Schaap wordt besloten lijnpatrouilles uit te zenden om verbindingen te herstellen.
Na eenige tijd, waarschijnlijk tegen het middaguur, begeef ik mij naar de bediening van het rechter stuk bij de Steenfabriek om te zien of het beloofde stuk 6 Veld of pag. reeds aangekomen is, en om de nieuwe opstelling voor dit stuk achter de steenhopen in orde te maken.
De Luitenant Terpstra gaat mee om ons artillerievuur zelf waar te nemen.
In de Steenfabriek vind ik de bediening van het rechter stuk. Het nieuwe stuk 6 Veld of pag. is nog niet aangekomen.
In de voorposten breekt heviger infanterievuur uit.
Na eenige tijd wordt ik aan de telefoon geroepen waar de Luitenant Schaap mij bericht dat wij terug moeten komen.
Wij verlaten de Steenfabriek en begeven ons een eindje terug langs de dijk, en dan de boomgaarden in [...] achter uit de commandopost te bereiken.
Wij bevinden ons nu op een open stuk terrein, naar ons wordt er heftig door de infanterie geschoten. Vlak bij ons suizen de projectielen langs.
Daar wij denken dat de vijand al vlak bij of misschien al in de commandopost zit gaan wij terug.
Weer bij de Grebbedijk gekomen ontmoeten wij evenals op de heenweg groepjes terugtrekkende infanterie.
De Luitenant Terpstra gaat terug naar de Grebbe om verbinding te zoeken met de artillerie en ik begeef mij weer naar voren naar de uitkijkpost in de Steenfabriek om mij bij de bediening van het rechter stuk te voegen, en zoo mogelijk weer telefonisch contact met Commandant III-8 R.I. te krijgen.
Op de uitkijkpost aangekomen vind ik deze volkomen verlaten, manschappen van het stuk 6 Veld weg; telefoon weg, geen verbinding meer met de commandopost.
Over de geheele voorpostenstrook wordt nu flink door de infanterie geschoten.
Ik heb de indruk dat de geheele voorpostenstrook langs de Grebbedijk verlaten is, want ik zie niemand meer.
Ook de vijand zie ik niet, maar het uitzicht is ook niet erg mooi, daar er zich hier veel boomgaarden in het terrein bevinden.
Aangezien voor mij alle contact met Commandant III-8 R.I. verbroken schijnt te zijn, ga ik terug, langs de onderkant van de dijk naar de Grebbe, waar ik mij gemeld heb bij Commandant 8 R.I. die mij opdroeg de resten van het 3e bataljon te verzamelen.
Tegen de avond vertrek ik met de manschappen naar Plantage Willem III te Elst waar wij 's avonds laat aankomen.
Ik kan U nog mededeelen dat ik dit verslag zoo goed en zoo kwaad als het ging gemaakt heb, aangezien ik mij alle details niet meer precies weet te herinneren.
Amsterdam 26 April 1941
(get.) R.A. Soeters
Haarlemmermeerstraat 92-II
Amsterdam (W)
|