Verhoor getuige vaandrig D.C. de Ridder

PROCES-VERBAAL
VAN
GETUIGENVERHOOR

in de zaak tegen:

C.A. Niemantsverdriet

Heden den dertigsten Juli des jaars negentien honderd een en veertig is voor ons
Mr. J. van Ginhoven
Rechter-Commissaris belast met de behandeling van strafzaken bij de arrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage, bijgestaan door
Mr. G.W. Bannier
waarnemend griffier, verschenen de na te melden getuige, die, na beloofd te hebben de geheele waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen en na, voor zoover zulks niet anders is vermeld, verklaard te hebben niet te zijn in dienst, noch bloed- of aanverwant van

C.A. Niemantsverdriet

op onze ondervraging heeft verklaard als volgt:

Dirk Cornelis de Ridder, oud 28 jaar, landbouwkundig ingenieur, wonende te 's-Gravenhage, Riouwstraat 169,

Tijdens de oorlogsdagen was ik commandant van de 3e sectie van 2-I-8 R.I. Deze had een stelling betrokken in het Noordelijk Hoornwerk te Rhenen, Noord van den Rijksweg Rhenen - Wageningen. Ter zelfder hoogte bevond zich Zuid van dien weg de stelling van luitenant Niemantsverdriet. In den vroegen ochtend van 12 Mei 1940 omstreeks 5 à 6 uur heb ik ongeveer 1000 à 1200 geweerpatronen bij hem laten halen. Er dreigde toen in mijn sectie een munitietekort en hij kon ze toen nog wel missen. In het algemeen maakten wij bij het halen van munitie en bij het overbrengen van berichten gebruik van een witte vlag, wat noodig was om niet door eigen vuur getroffen te worden. Ongeveer 12 uur middag ben ik in de stelling van luitenant Niemantsverdriet gekomen, omdat wij van die stelling niets merkten en om den toestand van onze secties te bespreken. Er lag toen een hevig artillerievuur op onze stellingen. De mijne is er goed afgekomen en betrekkelijk weinig beschadigd. De stelling van luitenant Niemantsverdriet was echter, naar ik toen zag, op verscheiden plaatsen kapot geschoten. Ik vond hem met anderen in een onderkomen. Gezien het vuur zag ik hierin niets abnormaals. Hij sprak er toen over, dat zijn mitrailleurs of een van zijn mitrailleurs - dat kan ik mij niet precies meer herinneren - stuk geschoten waren (was), en zeide, dat hij niet veel munitie meer had. Daar ik zelf ook heel weinig munitie over had, hebben wij besproken, wat wij zouden doen, wanneer de voorraad was uitgeput. Ik heb hem toen gezegd, dat ik in dat geval in den versterkten Griftdijk Noord van den Rijksweg bij een andere sectie stelling wilde nemen. Luitenant Niemantsverdriet wilde echter niet terugtrekken. Gezien het terrein was dit voor hem ook buitengewoon moeilijk. Hij zeide, dat hij ter plaatse wilde blijven Ik heb hem bij ons korte gesprek verteld, dat ik geen kans zag munitie aangevoerd te krijgen. Ik zei dit, omdat ik dien ochtend te 5 à 6 uur sergeant Wolters met enkele manschappen om munitie had uitgestuurd en dezen toen, dus 6 à 7 uur later, nog niet waren teruggekeerd. Ik ben toen naar mijn stelling teruggekeerd en trof daar den soldaat Toelen, die mij wees op een witte vlag, staande op de stelling van luitenant Niemantsverdriet. Mijn sectie heeft vervolgens gevuurd op vijandelijke infanterie, die naar mijn schatting op een afstand van ongeveer 150 meter in de vóór de stelling gelegen boomgaard zat. Even later meende ik ook vóór de stelling van luitenant Niemantsverdriet op ongeveer gelijken afstand een vijandelijke patrouille waar te nemen. Ik heb daarop door mijn rechter mitrailleur vuur laten brengen. Omstreeks 13 uur riep luitenant Timmermans, commandant van de 2e sectie, mij toe, dat mijn sectie terug kon trekken. Ik beschouwde dit als antwoord op mijn aan den compagniescommandant te voren gezonden bericht, dat het naar mijn meening geen nut had met een handjevol munitie ter plaatse te blijven. Ik ben toen teruggetrokken en had op dat oogenblik nog ongeveer een of twee gevulde mitrailleurtrommels over. Nadat ik van mijn bezoek aan luitenant Niemantsverdriet in mijn eigen stelling was teruggekeerd, was het artillerievuur in de buurt van mijn stelling afwisselend hevig en gestaakt. Bij mijn terugtocht zijn wij er nog juist aan ontsnapt en de sectie in den Griftdijk, waarheen wij ons toen begaven, zat bij onze aankomst geheel in de onderkomens en mitrailleurnesten. Ter aanvulling van het als voormeld door mij met luitenant Niemantsverdriet gevoerde gesprek wil ik nog verklaren, dat ik hem daarbij gezegd heb te zullen terugtrekken als mijn munitie op was, onafhankelijk van wat hij zou doen. Ik heb mij later wel eens afgevraagd, of dit gezegde er misschien niet toe heeft medegewerkt, dat Niemantsverdriet de witte vlag op zijn stelling heeft doen zetten.

Voorgelezen, volhard en geteekend.

(get.) D.C. de Ridder

Waarvan proces-verbaal, door Ons, Rechter-Commissaris, met den Griffier geteekend.

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 753.76 KB)