Verklaring van korporaal J.H.A. Koper

Korporaal Koper, J.H.A., van de 4e Compagnie van de toenmalige Politietroepen, verklaart
bij zijn verschijning voor de Commissie Militaire Onderscheidingen, op 10 Februari 1947:
--------------------------------

  Op 1e Pinksterdag (12 Mei) zaten wij in Amerongen en hebben ons plm. 12 uur verzameld. Wij kregen opdracht van Luitenant Cornelissen, onze Commandant, om naar de Grebbe te gaan. Onze sectie was plm. 30 man sterk. 1 Luitenant, 1 Sergeant-Majoor Instructeur Van der Pijl, plm. 4 of 5 Sergeants, de rest korporaals. Wij hadden 2 lichte mitrailleurs, karabijnen, klewangs en pistolen.
  Wij maakten ons gereed de stelling te betrekken onder aan de voet van de Grebbeberg bij de Bastions. De voorposten van een Bataljon die daar hadden gelegen waren teruggetrokken en nu moest het Bataljon voor straf een tegenaanval doen vanaf de voet van de Grebbeberg in de richting Wageningen.
  De opzet was: Wij zouden in de rug van het Bataljon moeten komen en moesten opletten dat er geen soldaten tijdens den aanval terug zouden trekken en met witte vlaggen of zakdoeken zouden zwaaien. In dat geval moesten wij op hen schieten.
  Luitenant Cornelissen en ik zijn in een auto gegaan, daarachter volgden 2 of 3 motoren met zijspan, daarna volgden de overigen per rijwiel.
  Wij kwamen in Rhenen voor de versperring en moesten de auto verlaten en in het bosch stallen. Onmiddellijk kwamen wij onder vuur. Wij zijn de versperring gepasseerd, er omheen en overheen en kregen opdracht ons te verspreiden. Voortdurend zaten wij onder karabijn- en mitrailleurvuur, wij konden echter niets waarnemen door het kreupelhout. Wij zijn opgerukt tot bij de hoofdingang van Ouwehand's Dierenpark. Daar het vuur steeds heviger werd gaf Luitenant Cornelissen opdracht terug te trekken achter de versperring. Toen wij daar weer aankwamen waren de anderen inmiddels per rijwiel aangekomen. Van daaruit hebben wij het vuur beantwoord. Plotseling bemerkte ik toen, ik had zelf geen mitrailleur, dat er 1 van de 2 weg was. Ik lag vlak bij Sergeant-Majoor Van der Pijl en ik vroeg deze of ik de mitrailleur mocht ophalen, daar ik meende dat deze bij Ouwehand's Dierenpark was blijven liggen. Deze mitrailleur was van, ik meen korporaal Faber en Veldhuis, die de mitrailleur daar hadden achtergelaten.
  Sergeant-Majoor Van der Pijl verbood mij aanvankelijk om te gaan. Hij zei: "ik wil jou daar niet voor riskeeren". Ik bleef echter aandringen. Hij zei toen: "dan gaan wij samen". Wij gingen naar voren midden over de weg die onder vuur lag, door de opening van de versperring, links van de weg het bosch in, terwijl de anderen ons dekten. Sprongsgewijze en kruipende zijn wij door het bosch gegaan dat onder vuur lag en heeft Sergeant-Majoor Van der Pijl de mitrailleur die nog bij Ouwehand's Dierenpark in stelling lag, meegenomen, terwijl ik de 3 trommels meenam, met en zonder foudraal.
  Sprongsgewijze en kruipende zijn wij weer terug gegaan tot achter de versperring. Luitenant Cornelissen was inmiddels, ik meen naar de Commandopost gegaan van de 4e Divisie. Even later kwam hij weer terug en gaf opdracht dat wij terug moesten. Op dat oogenblik zag ik aan de rechterzijde van de versperring op een afstand van plm. 100 à 150 meter Duitschers waarop ik vuurden. De vijand had geen mitrailleur en verdween. Dit duurden plm. 10 minuten waarna ik, daar de anderen terugtrokken, als laatste mee terug ging.
  Wij zijn eerst teruggegaan achter het viaduct Westzijde. Onderweg kwamen wij nog een Compagnie tegen die naar de Grebbe toeging.
  Bij het viaduct hebben wij geen contact meer met den vijand gehad. Hierna kregen wij opdracht terug te gaan naar de Stokweg. Hier stootten wij op eigen troepen die terug trokken. Om deze tegen te houden kregen wij opdracht hierop te vuren, wat wij niet hebben gedaan. Wij hebben ze zooveel mogelijk geformeerd en weer terug gestuurd naar Rhenen. Plm. 500 meter zijn wij met hen meegegaan tot bij Rhenen.

's-Gravenhage, 10 Februari 1947,

(get.) J.H.A. Koper.

Opgem.: J.v.d.B.

("Wegens moedig optreden tegenover de vijand gedurende de gevechten op de Grebbeberg werden de sergeant-majoor der politietroepen A. W. van der Pijl en de korporaal J. H. A. Koper onderscheiden met het Bronzen Kruis. Bij het terugtrekken van hun afdeling op 12 mei 1940 was een lichte mitrailleur met munitie achtergelaten; geheel vrijwillig werden deze voorwerpen onder zwaar vijandelijk vuur door de beide militairen uit het voorterrein teruggehaald." - fragment afkomstig uit het boek De Koninklijke Marechaussee in de Nederlandse samenleving van auteur Mr. W. van den Hoek.)

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 904.59 KB)