Slot
Op 13 mei omstreeks 1800 uur had C-Brig A het onvermijdelijke terugtochtbevel gekregen, na voordien rond 1630 uur te zijn gewaarschuwd voor de aanstaande retraite. De Grebbelinie was gevallen door de geslaagde Duitse penetratie bij Rhenen. De Brigade zou in de omgeving van Vianen opnieuw verzamelen en aldaar nieuwe aanwijzingen ontvangen. Een uur na het bevel werden alle ondercommandanten met een marsplan geïnstrueerd.
Een scherm van verdedigers zou de terugtocht dekken. De restanten van 8.GB in het noorden bij Lienden en III-33.RI in het zuiden bij Echteld. De beide regimenten zelf moesten eveneens een dun scherm achterlaten dat zich pas op 14 mei, een half uur na middernacht, mocht terugtrekken. 6-1.RH hoorde bij dat scherm. De rivierbatterij, onverplaatsbaar op haar pivot affuiten, werd vernield. De overige onderdelen trokken, zoveel mogelijk met al het materieel en wapens, terug.
Daarmee eindigde de verdediging van de Betuwestelling. Een werkelijke breed opgezette Duitse aanval had men niet ervaren. Een Luftwaffe aanval was de stelling helemaal bespaard gebleven, net als zware artilleriebeschietingen. In die zin hadden de verdedigers van de Betuwestelling de frustratie dat zij een volledig intacte stelling moesten verlaten, terwijl zij bij Ochten een serieuze Duitse bataljonsaanval hadden weten te pareren. Gevoelsmatig was men dus bepaald onbevredigd. Later zouden vele hunner meer begrip krijgen voor de terugtocht, toen eenmaal de status van de benoorden hen gelegen Grebbelinie duidelijk werd.


59
Ereveld »