Aarde en Hout

Toen ik enkele jaren geleden een weekend doorbracht in Rhenen om de Grebbeberg uitgebreid te bezoeken, heb ik het bijgevoegde gedicht geschreven. Uit respect en onder de indruk als ik was, toen ik 's avonds in het donker op de restanten zat van één van de kazematten en op het voorterrein uitkeek en me probeerde voor te stellen dat het voorterrein wemelde van de Duitsers, terwijl de stellingen in front- en stoplijn door artillerie werden bestookt; inderdaad, dat kon ik me ook helemaal niet voorstellen; maar daardoor groeide het besef dat het alleen maar respect, ontzag, bewondering en dankbaarheid verdient, wat die Nederlandse soldaten daar hebben gedaan. En mijn gedicht impliceert op geen wijze te beseffen hoe het geweest moest zijn. Maar het is geschreven in de stemming en sfeer van het moment.


Aarde en Hout

In de linie brandt het vuur
en niemand kan het doven
de helden van het laatste uur
worden naar voren geschoven

Een vuurpijl tekent de donkere nacht
en versterkt de nerveuze angst
soldaten turen tijdens hun wacht
uren duren nu het allerlangst

Geluiden klinken in gespitste oren
een stevige grip om het geweer
we denken aan thuis, het lijkt verloren
patronen worden geteld, nog maar een keer

De stelling is gemaakt door eigen handen
en aarde en hout voelen vertrouwd
de vijand moet voor onze linie stranden
of is hiermee ons graf gebouwd ?

Zij komen bij daglicht, als duivels zo fel
en ademloos worden ze aangestaard
paniek slaat toe, nu klinkt het bevel
het vuren breekt los, niemand wordt gespaard

We vechten en vallen, de vaders en zonen
aarde en hout, verscheurd en gebroken
we houden stand en weten te tonen
dat het vaderland bloedig wordt gewroken

Heldenmoed en doodsangst, strijden om voorrang
aangewezen zijn we, alleen op elkaar
de dood nadert mij, nee ik ben niet bang
als ik met gebroken ogen naar de hemel staar


Auteur:
Harald Beerens
Datum: september 2000

1248