Nawoord - Zin of zinloosheid van de strijd

Een nog altijd levendige discussie wordt gevoerd over de zin of onzin van het Nederlandse verweer in mei 1940. Er zijn er die vinden dat Nederland het Deense model - directe capitulatie - had moeten kiezen, omdat verweer tegen het oppermachtige Duitsland bij voorbaat zinloos was geweest. Zeker met een leger dat op haar taak niet was voorbereid.

Als men alleen zou kijken naar mei 1940, en de Nederlandse situatie zou isoleren, ofwel de zaak uit haar context halen, dan is er wat voor te zeggen voor een these dat Nederland een onmiddellijke capitulatie zou hebben moeten overwegen. Maar er was geen sprake van een geïsoleerde situatie, geen sprake van slechts ons land dat werd aangevallen. Dan is zo'n these dus ook kansloos.

Vooreerst geldt dat in het westen de sterkte van het Duitse militaire apparaat algemeen redelijk bekend was. Niet in de finesses, maar er was geen sprake van grote onderschatting van het Duitse potentieel. Die was er wél als het aankomt op het Duitse militaire gogme, de operationele en tactische kwaliteiten van dat leger. In het westen was men overtuigd van de kracht van met name Frankrijk. En dat was op papier niet onterecht. Het Franse leger was het grootste van Europa, met de meeste tanks en de meeste vuurmonden. Dat werd dan nog eens geassisteerd door een half miljoen Britten, die ook een leger met een reputatie hadden.

Nederland en België beseften terdege dat zij alleen, of zelfs gezamenlijk, geen schijn van kans zouden hebben tegen Duitsland. Maar beide landen wisten dat bij een Duitse inval Frankrijk en Engeland zouden aansluiten bij hun strijd. Nederland had in december 1939 beide landen verzekerd dat een Duitse inval door haar zou worden beantwoord met actief verweer, waarop informeel duidelijk werd gemaakt dat de beide grootmachten vervolgens zich zouden verbinden met Nederland.

Was het zo vreemd dat Nederland veel verwachtte van het miljoenenleger van Frankrijk, van de koloniale grootmacht Engeland; van de beide overwinnaars van WOI? Een retorische vraag. Zoals het vandaag de dag nog steeds geldt voor de grondslag onder het NAVO verdrag. Men mag van (toekomstige) bondgenoten verwachten dat zij na een casus belli inderdaad aansluiten en dat in gezamenlijkheid veel te bereiken valt. Wat is anders de zin van zich verbinden met (potentiële) bondgenoten?

Daarnaast is het onwerkelijk om te verdedigen dat het Deense model had moeten worden gevolgd. Denemarken had ten tijde van de Duitse inval nog geen 20,000 man onder de wapenen. De Duitsers stonden bovendien al in het regeringscentrum toen zij de capitulatie afdwongen. Nederland had 280,000 man onder de wapenen en de Duitse poging ook onze regering in eigen burelen tot capitulatie te dwingen mislukte geheel. In die zin waren de situaties in de basis al ongelijk.

Voornamer is dat de redenatie van de aanhangers van de 'direct capituleren' these vergeten dat dergelijk handelen Duitsland alleen maar sterker had gemaakt. Stel dat België en Nederland vrijwel onmiddellijk gecapituleerd hadden. Dan was door beide legers, toch zo'n kleine miljoen man bij elkaar, geen enkele afbreuk gedaan aan het Duitse leger. Als de teneur was geweest dat de Duitse kwaliteit [versus het gebrek daaraan aan Geallieerde zijde] de aanleiding had moeten vormen voor capitulatie, dan was Duitsland niet met een gedecimeerde luchtmacht de Battle of Britain ingegaan. Dan was Duitsland in juni 1941 met een nog veel sterker leger de Sovjet Unie binnengevallen. Dat is dus de antithese.

Er zijn nog veel meer argumenten aan te voeren om wél te verdedigen. Daarvan is de voornaamste de belangen die Nederland had de Geallieerden vol overtuiging aan haar zijde te houden voor de eveneens bedreigde Nederlandse archipel in het oosten. Ook daar was een dreiging van omvang aan de orde en ook daar zou men slechts in verbondenheid een kans op verdedigingssucces hebben. Zou men nu het thuisland ineens aan de westerse vijand hebben gelaten, dan zou een pleidooi voor verbonden verdediging in het oosten wel erg ongeloofwaardig zijn geweest.

Grootschalig afbreuk doen aan een machtige vijand kon zelden ineens, althans in het prenucleaire tijdperk. Dat is een proces, zoiets gaat geleidelijk. Het Derde Rijk was een machtig huis, dat steen voor steen moest worden afgebroken. Nederland nam haar verantwoordelijkheid daarin, en droeg haar steentje bij. En er is alle reden die keuze te rechtvaardigen en te verdedigen.

145