Terug naar de Grebbeberg

GERARD NIEUWMEIJER WILDE WETEN WAT Z'N VADER IN MEI 1940 MEEMAAKTE

HET WERD EEN LANGE SPEURTOCHT, MAAR Gerard Nieuwmeijer kreeg antwoorden. De Arnhemmer wilde weten wat zijn vader Henri deed gedurende de vijf dagen van strijd na de Duitse aanval op ons land. Op 11 mei 1940 begon de Slag om de Grebbeberg, vandaag 73 jaar geleden. "Ik vond zelfs een boerenknecht die hem heeft gekend. De cirkel is rond."

door CHARLES SANDERS

Klik hier voor een uitvergroting
Henri Nieuwmeijer (rechts) met manschappen van Staf III-19 R.I. (1939-1940) » meer
Met de oorlog had Gerard Nieuwmeijer altijd al iets. Zelfs zijn appartement straalt, ook vanwege het prachtige uitzicht op veteranenlandgoed Bronbeek, iets militairs uit. In de gang hangt een foto van de woning waar hij in 1943 werd geboren; een historische plek tegenover het Amsterdamse Centraal Station. Pal voor de deur schoten de nazi's twee dagen ná de Duitse capitulatie in 1945 nog een Nederlandse marechaussee dood.

"Mijn vader was kastelein", vertelt Nieuwmeijer, "ons café aan de Prins Hendrikkade bleef tot ver in de oorlog open, hoewel dat het in de 'Sperr Zone' van de Kriegsmarine lag. Vader Henri stierf in 1982, moeder Dien drie jaar geleden. Bij het opruimen van hun huis vond ik een schoenendoos met foto's en papieren uit de oorlog. Omdat ik tijdens het leven van mijn ouders nooit antwoorden kreeg, ben ik nadat beiden waren overleden, gaan zoeken."

Het enige wat Henri Nieuwmeijer lang na afloop van de oorlog tegen zijn zoon zei, was dat hij had gediend op de Grebbeberg. Op meerdere plekken werd van 10 mei tot 15 mei 1940 zwaar gevochten, maar de strijd op 'de Greb' geldt als bloedigste front gedurende de korte, maar heftige Duitse aanval op Nederland. De slag duurde van zaterdag 11 tot maandag 13 mei.

Gesneuveld

"Zoveel gesneuvelde soldaten op amper twee vierkante kilometer", zegt Gerard Nieuwmeijer. "Ik had plotseling foto's van boerderijen, van mijn vader op een motorfiets, van jonge soldaten in een kantine, van loopgraven... En ik had de briefkaart die mijn oma ooit naar Henri stuurde. Daarmee ging ik op pad. Terug naar de Grebbeberg. Dit keer niet Nieuwmeijer sr., maar zijn zoon."

Henri Nieuwmeijer kwam in 1925 op voor zijn nummer, negentien jaren jong. Op 29 augustus 1939 werd hij vanwege de oorlogsdreiging gemobiliseerd, ingedeeld bij de wielrijders van het 2e regiment. Gerard belde vorig jaar naar het ministerie van Defensie, waar men wist te melden dat het onderdeel van zijn vader nooit op de Grebbeberg was gelegerd. Maar de ansichtkaart die Gerard in de schoenendoos vond, had wel degelijk een adres op die berg.

Klik hier voor een uitvergroting
Manschappen van de verbindingsafdeling in de kantine te Achterberg (1939-1940) » meer
"Toen moest de ambtenaar toegeven dat ook hij niet alles wist en dat de positie van Nederlandse legereenheden in die dagen weinig overzichtelijk was", aldus Nieuwmeijer. Vervolgens reed hij naar het adres op de kaart.

"Er stond H. van Dolderen-Sundert, aan de Achterweg in Rhenen. Na flink puzzelen kwam ik erachter. Het moest de familie H. van Dolderen zijn, Sundertweg, Achterberg, gemeente Rhenen. De boerderij ging in 1956 over in andere handen, nadat Hendrik van Dolderen overleed."

De nieuwe eigenaar vertelde Nieuwmeijer dat het gebouw in 1945 helemaal nieuw was opgebouwd. De oude boerderij werd door Nederlandse soldaten - net als zestig andere panden op de berg - met de grond gelijk gemaakt. Omdat 300 meter achter het huis een artilleriestelling stond en die had schootsveld nodig. In de nieuwe gevel werd na de bevrijding een gedenksteen gemetseld: de Nederlandse leeuw met het jaartal 1940.

"Ik kreeg hulp van Hens Dekker van de historische vereniging Rhenen en van generaal buiten dienst J. Folmer, voorzitter van de Vereniging Veteranen van het 8e regiment infanterie", vertelt Nieuwmeijer. "De Nederlandse soldaten moesten na de Duitse aanval de eerste klap opvangen. Luitenant-kolonel b.d. E.H. Brongers schreef veel boeken over de meidagen 1940 en hij wist me uiteindelijk te vertellen dat er inderdaad wielrijders waren gedetacheerd op de Grebbeberg."

Drie van hen sneuvelden in de omgeving van Achterberg en Rhenen. Lambertus Cornelissen op 27-jarige leeftijd bij de steenfabriek. Theunis Kuipers reed met zijn motorfiets op een Nederlandse mijn. Aloysius Gerardus Huntjens kwam om door Duits vuur.

Gerard Nieuwmeijer: "Nadat ik mij verdiepte in die strijd van 73 jaar geleden, stuitte ik op schrijnende verhalen. De officierarts van het bataljon deelde aan elke soldaat tien patronen uit. 'Lege hulzen weer inleveren als jullie ze hebben verschoten!' Ook kregen de mannen groene aanvalshandgranaten, want de zwarte verdedigingsgranaten waren er simpelweg niet. Toen een sergeant er vijf in het terrein uitprobeerde, bleek geen enkele te ontploffen. De lading bestond niet uit explosieven, maar zaagsel..."

Klik hier voor een uitvergroting
Staf / verbindingsafdeling van III-19 R.I. (1939-1940) » meer
Op een kruising werden vijftien kanonniers afgezet. Binnen anderhalf uur zou hun geschut volgen. Het kruispunt moest worden verdedigd. Toen de artillerie arriveerde, bleek die zeventig jaar oud. Er was nog nooit mee geschoten, de kanonniers hadden er nimmer mee geoefend. Daartegenover stonden geharde nazi's: 17.500 soldaten van de 207e Wehrmacht-divisie die in Polen had gevochten. En, nog erger: 6.000 man van de SS Standarte Der Führer.

"Na mijn bezoeken aan Achterberg ontdekte ik dat Reijer van de Meijden als 16-jarige knecht op de boerderij aan de Sundertweg had gewerkt", aldus Nieuwmeijer. "Reijer, nu negentig, vertelde mij dat mijn vader de post voor het bataljon rondbracht. Hij was ordonnans, maar deed zijn werk op de fiets. Henri was met nog tien anderen ingedeeld bij het 19e regiment infanterie (Staf III-19 R.I., redactie) en sliep op de boerderij." De oude Van de Meijden, nog steeds woonachtig aan de voet van de berg: "Ik zie Henri nóg het erf op komen fietsen..."

Bij de verdediging van de Grebbe-stellingen sneuvelden 417 Nederlandse militairen. Sommigen werden - zodra hun munitie was verschoten en zij zich met witte vlag overgaven - in koelen bloede door de nazi's gedood. Aan Duitse zijde kwamen officieel 275 soldaten om, maar historici schatten het werkelijke aantal vele malen hoger. Korporaal Henri Nieuwmeijer werd, als veel andere landgenoten in de ochtend van 15 mei 1940, krijgsgevangen gemaakt.

Persoonlijk

Zijn zoon heeft over de oorlogsbelevenissen een fotopresentatie gemaakt die hij op scholen toont. De beelden - onder andere van met Mauser geweren bewapende SS'ers die een Nederlandse bunker besluipen - zijn indrukwekkend. Maar het persoonlijke verhaal erachter is dat nog veel meer. Misschien maar een klein deel van de vaderlandse oorlogsgeschiedenis, maar verteld door de zoon en meegemaakt door de vader.

Klik hier voor een uitvergroting
Familie Van Dolderen met enkele ingekwartierde militairen van de verbindingsafdeling (1939-1940) » meer
Uit getuigenissen van de Nederlanders blijkt dat het een hel was, die paar dagen van strijd op de Grebbe. Slechts in zomeruniform gekleed, met bitterkoude nachten. Amper bewapend en zonder radio- en telefoonverbinding. Bestookt door de zo gevreesde Stuka duikbommenwerpers van de Luftwaffe met hun angstaanjagende sirenes, mitrailleurs en zware bommen.

"De nazi's wisten alles", zegt Nieuwmeijer. "Vlak voor de oorlog viel het al op dat er zoveel Duitse 'toeristen' vanaf de 56 meter hoge uitkijktoren van dierenpark Ouwehands foto's maakten. Later bleek elk stukje loopgraaf bij de vijand bekend."

Over dat dierenpark: "Kort na de Duitse aanval werden alle wilde beesten doodgeschoten, omdat ze sowieso zouden sterven. Voor andere dieren gingen de kooien open. Dus onze jongens lagen daar in het bos te wachten, terwijl ze gek werden van de krijsende apen en gillende papegaaien. 'Ik hoorde voortdurend oerwoudgeluiden en schoot op alles wat bewoog', zou een soldaat later zeggen. Zo bizar kan oorlog zijn."

"Een van de weinige gebeurtenissen waarover Henri in familiekring wel eens sprak, was zijn tijd in krijgsgevangenkamp Neu Brandenburg", vervolgt Gerard Nieuwmeijer. "Het was er smerig, er was amper voedsel. Vader keerde terug naar zijn café in Amsterdam en werd later tewerkgesteld op een werf voor U-boten van de Kriegsmarine."

Klik hier voor een uitvergroting
Henri Nieuwmeijer (staand, links) op het bureau van de verbindingsafdeling (1939-1940) » meer
Aangrijpend is de brief van soldaat Huntjens, gepost op 7 mei 1940, aan zijn ouders. Nieuwmeijer leest voor: 'Ik kom niet naar huis, het ziet er niet goed uit. Wie weet zien we elkaar nooit meer'. Huntjens ligt op het ereveld van de Grebbeberg. Net als matroos Cornelis van Slooten, Koninklijke Marine. Laatste rustplaats: rij 7, graf 2. Hij diende op de kanonneerboot Hr. Ms. Freyr en kwam om in gevecht met Duitse troepen die vanaf de Arnhemse Rijnkade het vuur openden.

Kasteleinsvrouw

Eerder vertelde Nieuwmeijer al in deze krant over zijn moeder Dien, de dappere kasteleinsvrouw. Met de kleine Gerard als baby in de kinderwagen liep ze richting Dam, 7 mei 1945, twee dagen na de Duitse capitulatie. Op miraculeuze wijze wist Dien zichzelf en haar kind te redden, toen dolgedraaide nazi's daar het vuur openden op de feestvierende massa.

Volgens recent onderzoek kwamen daarbij meer dan dertig onschuldige burgers om. Later die dag was mevrouw Nieuwmeijer getuige van de moord op wachtmeester Jan de Jong van de Koninklijke Marechaussee. Recht voor hun huis aan de Prins Hendrikkade 46 werd hij in zijn hart geschoten.

"Moeder, vader en ook ik hadden die dag een beschermengel", weet Gerard Nieuwmeijer. "Wachtmeester De Jong en al die anderen stierven twee dagen na de Duitse overgave en luttele uren voor de komst van de Canadezen. Het gedenkteken aan de muur van het Victoria Hotel, dat herinnert aan dit drama, is er gelukkig nog steeds."

Bron: artikel uit De Telegraaf van 11 mei 2013
met dank aan Gerard Nieuwmeijer / Charles Sanders

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 3.41 MB)