De gloeiende Betuwe-Stelling


Beter een onrechtvaardige vrede dan een rechtvaardige oorlog.
Cicero.

Tussen Rijn en Waal, aansluitend op de Grebbeberg, de Maas-Waal Linie en de Waal-Linge-Stelling werd voor de oorlog de oude Betuwe-Stelling opgebouwd.
Hier bouwden de artilleristen hun eigen stellingen en commandopost-bunkers. In Lienden werd een zwaar bewapende betonnen bunker in een koeiestal in een van de vele boerderijen ingebouwd. Deze vrijwel onzichtbare bunker bestaat nog steeds en wordt thans als koelruimte voor fruit gebruikt met de classificatie van 'atoombomvrije' schuilkelder.
De Betuwse bevolking stond aanvankelijk nogal gereserveerd tegenover 'al die soldaten'; maar toen het ijs gebroken was ontstond er geleidelijk aan een hechte band. In het najaar van 1939 was de Betuwe een overbevolkt soldateneiland geworden. Vanwege het vele militaire verkeer veranderden wegen, erven, velden en boomgaarden in grote modderpoelen. Met vereende krachten werd er van alles gedaan om het geheel leefbaar te houden.
Toen de Duitse troepen van de 'Gruppe Bruecker' op 11 mei 1940 de Betuwe-Stelling naderden werden zij op gepaste wijze begroet. Mede door voortreffelijke artilleriesteun aan de voorliggende Regimenten Infanterie - 44 R.I. en 46 R.I. - werden verschillende aanvallen afgeslagen en moesten de Duitsers versterking laten aanrukken.
Over de Waal naderden ook enige Duitse Marine-schepen waarop met succes vuur werd uitgebracht door de Rivierbatterij nr. 1 van de Kustartillerie die langs de Waal bij Ochten was opgesteld, de tweede Afdeling van 22 R.A. en de derde Afdeling van 19 R.A. Verschillende schepen kregen een voltreffer en zonken terwijl de rest van de schepen een veilig heenkomen zocht in de haven van Druten. Toen deze schepen later probeerden naar Doodewaard over te steken werden ze weer met succes onder vuur genomen. Het vuur van II-22 R.A. op deze schepen werd geleid door de 1e Luitenant J. C. E. Haex (de latere Luitenant-Generaal en Staatssecretaris van Defensie.), 'de vuurvreter' die in de oorlogsdagen diep respect afdwong bij de soldaten.

Vanwege het vele artillerie-vuur dat moest worden afgegeven werd de veldartillerie versterkt met I-7 R.A., een der Stamregimenten van 22 R.A.. Toen I-7 R.A. op klaarlichte dag de straten van Echteld binnenrukte ontstond er een complete verkeerschaos. Om I-7 R.A. gelegenheid te geven de vijand op gepaste wijze te begroeten, verliet II-22 R.A. haar stellingen in IJzendoorn en verplaatste zich naar Aalst van waaruit ook vuursteun aan de Grebbeberg kon worden verleend.Vanuit Lienden-Kesteren gaf I-22 R.A. voortreffelijk vuurwerk af op de voorposten van de Grebbeberg en artilleerde onder andere een Duitse bevoorradingscolonne die totaal in flarden werd geschoten.

Klik hier voor een uitvergroting
De Spoorbrug Rhenen-Kesteren, die door Wachtmeester Bosch van 3-I-22 R.A. met de laatste granaat werd getroffen » meer
Klik hier voor een uitvergroting
Wat er overbleef van de Duitse bevoorradingscolonne die op weg naar de Grebbeberg door 22 RA werd beschoten.

Bron: boek Het paardenvolk in mei 1940
auteur: J. Klingens, uitgegeven door Jordans te Voorburg
1363