Slag om Grebbeberg wordt op papier uitgevochten
"Moet ik op voorhand een uitspraak doen over een tekst die er nog niet is?"
Door Martin Brink
WAGENINGEN/RHENEN/DEN HAAG - "Moet ik nu een uitspraak doen over een boek dat er nog niet is, waarvan de tekst zelfs nog niet gereed is en waarvan je dus niet weet hoe het in de herdruk zal komen? Hoe moet ik dat op voorhand doen?" De president van de rechtbank in Den Haag, mr. A.H. van Delden vatte de zitting van een aantal eisende partijen tegen de Sectie Militaire Geschiedenis aldus samen. De eisers wensten zwart-op-wit verandering van passages in het boek 'Mei 1940, de strijd op Nederlands grondgebied' dat in 1990 verscheen en waarvan er zevenduizend stuks over de toonbank zijn gegaan. Een herdruk ligt in het verschiet. Het geplande verschijningsjaar 2000 is niet gehaald, nu komt het boek na juli 2001 in de handel. Dinsdagochtend diende het kort geding in een afgeladen rechtszaal.
De zaak suddert al jaren. Wim Jagtenberg (84) uit Wageningen is een Grebbeberg-veteraan. Toen hij met het boek 'Mei 1940' geconfronteerd werd, stond hij perplex. Daar stonden passages in dat de Nederlandse soldaat net zo erg was geweest als de SS-ers die de Grebbeberg hebben aangevallen. Een en ander was gebaseerd op één verklaring.
In de slotconclusie gaan de samenstellers daar nog verder op in. Jagtenberg wilde deze en andere passages veranderd hebben. Sinds 1991 is hij daar mee bezig en mobiliseerde iedereen om ertegen in het geweer te komen. Over het boek bracht hij zelfs op eigen kosten een brochure uit waarin hij met tal van tegenargumenten komt.
Vage toezeggingen
De zaak werd sinds de verschijning van de tweede druk van dit 'tegenboek' naar een climax gedreven. Jagtenberg heeft altijd het gevoel gehad dat hij op sleeptouw wordt genomen. Slechts vage toezeggingen heeft hij gekregen in persoonlijke gesprekken met de verantwoordelijken: Herman Amersfoort en Piet Kamphuis, respectievelijk onderzoeker/wetenschapper en directeur van de Sectie Militaire Geschiedenis in Den Haag. Het werd een onverkwikkelijke zaak waar zich steeds meer mensen mee gingen bemoeien.
De stellingname van de sectie, het willens en wetens naar voren brengen van nieuwe argumenten rond de strijd in mei 1940, begon al in 1989 toen het boek 'Ergens in Nederland' werd gepresenteerd en waarin mobilisatie en meidagen in de Gelderse Vallei centraal staat.
Amersfoort beschrijft hierin dat de afgeslagen aanval op Scherpenzeel slechts het terugtrekken van de vijand was. Van een heroïsche strijd waarbij de Nederlanders zich kranig hebben verweerd, was geen sprake. Men trok zich slechts terug om elders de aanval in te zetten. Dat was in tegenspraak tot hetgeen op dat moment als algemeen werd aanvaard. Het hoofdstuk werd slechts 'grommend' ontvangen door enkele oud-strijders.
In mei 1990 kwam 'Mei 1940' uit. In wetenschappelijke kringen oogstte het boek veel lof, het werd zelfs voorgedragen voor de Dr. Lou de Jong-prijs. Bij de Grebbeberg-veteranen kwam het hard aan om te moeten constateren dat zij qua oorlogsmisdaden gelijkgesteld werden met de aanvallende SS-ers.
In het boek staat het voorbeeld van soldaat G. Migchelbrink die op de Grebbeberg na zijn overgave nog een SS-er had neergeschoten waarna hij zelf ook het leven liet. Na de uitgave is bekend geworden dat deze passage herzien moet worden; nieuwe feiten kwamen aan het licht. De sectie heeft reeds in 1991 toegezegd dit anders te zullen beschrijven.
Omdat Jagtenberg geen bevredigend antwoord kreeg, én omdat hij merkte dat vooral deze passages werden gebruikt als lesmateriaal op militaire opleidingen, bleef hij strijden om rectificatie en schaarden zich steeds meer personen om hem heen.
Individuelen zoals luitenant-kolonel Eppo Brongers die veel heeft gepubliceerd over de meidagen van 1940, Willem van Meegen uit Wolfheze wiens vader ook deelnam aan de Grebbestrijd maar ook oud-strijdersverenigingen en de grootste vakbond voor defensiepersoneel VBM/NVO kwamen in het geweer. Ook zij wensten rectificatie. Het werden in totaal 27 eisers.
Steun
Advocaat mr.dr. G.G.J. Knoops had dinsdag anderhalf uur nodig om de grieven van Jagtenberg c.s. uiteen te zetten. Op de valreep had Knoops steun gekregen van Grebbeberg-onderzoeker Bernier Cornielje uit Wageningen die op persoonlijke titel een felle schriftelijke aanklacht maakte tegen de werkwijze van de sectie en dat met feiten onderbouwde. Eind augustus was hij door de samenstellers aangezocht om als 'meelezer' te fungeren. Deze troef werd door advocaat Knoops regelmatig uitgespeeld. Maar landsadvocaat H. Boukema liet de tegenpartij fijntjes weten dat "een debat tussen wetenschappers en belangstellenden niet gewenst is."
In een brief, behorende bij de processtukken, meldt de sectie daarover "dat indien hij een professioneel geschoold historicus was geweest, dan zou hij een kritische houding hebben aangenomen tot de bronnen en niet alle onbekende Nederlandse gevechtsverklaringen aan elkaar gelijk hebben gesteld, maar langs de weg van de bronnen kritisch hebben vastgesteld dat in werkelijkheid sprake is van een glijdende schaal van elkaar in aard en ernst verschillende gevallen."
Volgens landsadvocaat Boukema berust het gelijkstellen tussen de Nederlandse soldaten en fanatieke SS-ers op een misverstand. De passages worden verkeerd gelezen en daarna verkeerd geïnterpreteerd. "Het is nooit de bedoeling geweest om de Nederlandse soldaat en de SS op één lijn te zetten. Dat staat er ook niet."
"Maar waar hebben we het hier over? Over een boek dat al tien jaar geleden is uitgekomen en reeds zeven jaar uitverkocht. Wat willen we: een preventief verbod? De noodzaak ontbreekt in dit geval en gaat in tegen de vrijheid van meningsuiting."
Hij verbaasde zich er over dat het tot een kort geding moest komen. Het was ook geen spoedeisende zaak, zeker omdat alle gewijzigde teksten nog niet in de computer staan. Een verbod op teksten die niet geschreven mogen worden, ging hem veel te ver want ook de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek en de daaraan verbonden conclusies komt dan in gevaar.
De president van de rechtbank liet doorschemeren niet op details te willen ingaan. Wel meldde hij in zijn eindbetoog het vreemd te vinden om een oordeel te geven over een nog niet verschenen boek. Op vrijdag 22 december om 10.00 uur doet hij uitspraak.
Winnaars
Wat de uitspraak van de rechter ook zal zijn: winnaars van dit juridisch steekspel zijn op voorhand Jagtenberg en de zijnen. Die hebben in de afgelopen jaren zóveel aanhang gekregen dat brede publiciteit op alle fronten niet achterwege kon blijven.
Sinds de tweede druk van een kritische beschouwing op het boek 'Mei 1940', vorig jaar opnieuw door initiatiefnemer Wim Jagtenberg laten verschijnen, is er uitputtend veel aandacht in de media geweest. Ondanks herhaaldelijk verzoek heeft de sectie daar geen weerwoord op willen geven. Alle aandacht die de zaak nu heeft gekregen kan niet koud langs de wetenschappelijke onderzoekers voorbij zijn gegaan en ongetwijfeld zal men daarmee rekening houden met de productie van de teksten.
Bron: de Veluwepost van vrijdag 15 december 2000, pagina 5
|