Houwitser 15 lang 17

Inleiding

Ons leger had op 10 mei maar liefst drie verschillende type vuurmonden van 15 cm in de bewapening opgenomen, waarvan twee uit de mottenballen kwamen. Geen van de vuurmonden was in enige mate modern te noemen, ook al waren ze nog in staat een bijdrage te leveren aan de vuurkracht van onze eenheden die in gevecht met de Duitsers kwamen.
Op 10 mei 1940 hadden wij de volgende geschutstypes van 15 cm: Veldgeschut 15 lang 24, Houwitser 15 lang 17 en de Houwitser 15 lang 15.

Houwitser 15 lang 17

De houwitsers 15 lang 17 (15L17), van Duitse makelij, kwamen in eerste instantie eind 1918 in het bezit van het Nederlandse leger doordat terugtrekkende Duitse troepen de wapens aan de grens met ons land moesten achterlaten. In een later stadium werden de wapens alsnog aan de Duitse regering betaald.

Klik hier voor een uitvergroting
Houwitser 15 lang 17 van III-8 R.A. in de stellingen bij Rhenen. » meer
De houwitser was een uitstekend Duits product. De "Schwere Feldhaubitze 150 mm sFH13", zoals deze in de Duitse Heer werd aangeduid, was de ruggengraat van de Duitse zware veldartillerie gedurende WOI. Tot 1913 was de voorloper van de sFH13, de sFH02, de standaard houwitser. De sFH13 schoot echter ruim 1,000 meter verder dan zijn voorganger, en had een sterkere en betere affuit. De nieuwe houwitser diende de gehele Eerste Wereldoorlog bij de Duitse zware veldartillerie Het had zo'n sterke loop dat pas na 25.000 schoten de vuurmonden hun lopen hoefden te worden verwisseld. Hierdoor konden de wapens lange tijd aaneengesloten, zonder al te groot onderhoud, aan de frontlijnen dienst doen. In totaal werden door Krupp en Rheinmetall-Borsig 3.409 houwitsers sFH13 gebouwd.

In de jaren 1939 en 1940 dienden nog een kleine 700 van deze vuurmonden bij het Duitse leger. Het werd gebruikt als een opleidingswapen en een kanon voor "dritte Welle" (laagste kwaliteit) troepen. Een kleine honderd sFH13 werden in 1942 op buitgemaakte Franse pantserwagens (Lorraine) gebouwd en deden daarna als gemechaniseerd geschut redelijk succesvol mee met de gevechten in Noord-Afrika. Deze combinatie werd in het Duitse leger bekend als "15 cm s.FH. 13 auf Gw Lorraine Schlepper (f), Sd. Kfz. 135/1".

De opvolger in het Duitse leger was de in 1934 ingevoerde Rheinmetall-Borsig "schwere Feldhaubitze 15 cm sFH18". Deze zou ook in de meidagen tegen ons land worden ingezet. Tegen de Grebbeberg bijvoorbeeld in de Duitse artillerie regimenten AR.256 en AR.207.

Nederland nam in 1918 de versleten houwitsers over van de Duitsers. De houwitsers werden al vrij spoedig in de mobilisabele organisatie ingedeeld, en zodoende grotendeels opgeslagen. Alleen de schooleenheden werden op de stukken onderricht. Een deel bleef echter bij de parate eenheden - net als bij de houwitser 15L15 - bij gebrek aan vervangend nieuw geschut. Samen met de eveneens oude houwitsers 12L14 vormen de houwitsers 15L17 de zogenaamde IIIde afdelingen van de regimenten artillerie op divisieniveau.

In mei 1940 zijn 40 vuurmonden 15L17 bij de regimenten artillerie ingedeeld, en wel bij III-3RA (5e Divisie: 8 stuks); III-5RA (7e Divisie: 12 stuks); III-6RA (3e Divisie: 8 stuks) en III-8RA (4e Divisie: 12 stuks).

Meidagen 1940

We bespreken alleen kort de gebeurtenissen rond III-8RA.

Stellingen waren ingenomen door 3 batterijen (tot 1 mei slechts 2 batterijen) op de Koerheuvel in Rhenen, met een schitterend uitzicht over Rhenen en richting Achterberg. Bediening geschiedde door de lichting 1940, en dus uiterst onervaren. De afdeling verplaatst zich een aantal malen tussen reserve en wisselstellingen, en ligt geregeld onder vijandelijk artillerievuur.

Op 11 mei wordt driemaal een uitwerkingsvuur (batterijvuur) afgegeven op "de zuidelijke toren" in Wageningen. Rond het middaguur geeft men stormvuur (afdelingsvuur) op positie frontlijn voor Kruiponder (vuur 123). Dit stormvuur wordt nog twee keer herhaald.

12 Mei begint men (rond het middaguur pas) met een vuur voor de frontlijn ten noorden van het Nieuwe Kanaal (ter hoogte van vuur 128). Het vuur wordt een keer herhaald. Vervolgens worden kort na elkaar de vuren 125 (afsluitingsvuur ten noorden van autoweg voor de frontlijn) en 123 (stormvuur frontlijn Kruiponder) afgegeven. Vuur 123 wordt kort daarop een keer herhaald. Rond het avonduur wordt met de gehele afdeling een afsluitingsvuur in de hoofdweerstand, west van Kruiponder (afsluitingsvuur 141) afgegeven. Het laatste vuur van de dag wordt om 19.00 uur afgegeven op een vermeende vijandelijke batterij.

Klik hier voor een uitvergroting
Onklaar gemaakte houwitser 15 lang 17.
Op maandag 13 mei begint men in de nacht met voorbereiding voor vuur 655. Dit vuur dient als voorbereidingsvuur voor de divisieartillerie ten bate van de grote tegenaanval. Van 4.30-5.00 uur wordt dit vuur in laag tempo afgegeven. De langste aaneengesloten periode dat de afdeling actief zal zijn gedurende de oorlogsdagen. Vervolgens geeft het dagboek van afdelingscommandant kapitein 't Land een onmogelijk vuur aan (het betreft vrijwel zeker een notitiefout). Er wordt gesteld dat om 05.00 uur op 13 mei een vuur wordt gegeven op vt.168-442. Dit is echter een punt ruim west van kilometerpaal 25, midden in de Nederlandse stellingen. Het vuur zou zijn afgegeven ter bestrijding van vijandelijke artillerie. Vlak voor 6 uur wordt vuur 665 tien minuten lang afgegeven, opvolgend door de drie batterijen. Vervolgens wordt een half uur lang durend vuur op Wageningen gelegd (storend vuur 161), ter hoogte van de synagoge op en bij de autoweg Wageningen - Rhenen. Rond 10 uur in de ochtend wordt abusievelijk het vuur 143 afgegeven, wat een afsluitingsvuur is 250 meter voor de zuidelijke stoplijn. Tegen 10.30 wordt een kort vuur afgegeven met een batterij op een van de steenfabrieken aan de Nederrijn, net west van Wageningen. Even later wordt een kort uitwerkingsvuur gegeven op een vermeende Duitse batterij bij de Slagsteeg, net oost van de inudatie. In de vroege middag ontvangt de batterij bevel van de DAC de vuurmonden onklaar te maken (!) en te verzamelen bij Elst. De terugtocht wordt aanvaard. Men komt later aan in Tul en 't Waal. Later trekt men naar Vreeswijk en eindigt te Benschop. De batterij had 3 gesneuvelden te betreuren.

Kenmerken

Fabrikaat:  Krupp / Rheinmetall Borsig (Duitsland)
Model:  15 lang 17 (15hwL17; 15.17)
Kaliber:  15 cm. (14,97 cm. binnendiameter) (looplengte 255 cm.)
Vuursnelheid:  5 schoten per 2 minuten, maximaal 5 minuten
Elevatie / traversehoek:  0°/+45°; traversehoek 10° (+5°/-5°)
Affuit:  Radaffuit met loopreminrichting, zonder vuurmond reminrichting
Aanvangssnelheid:  365-385 m/s (Duitse bg van 40.8 / 42 kg)
Soort munitie:  Brisantgranaat (31.89 / 40.2 / 42.35 kg) (met snelle en trage buis)
Gewicht:  Vuurmond:  3.500 kg. (schatting)
  Loop:  2.135 kg.
Tractie en wielen:  Acht paarden (tien paarden in zwaarder terrein) of zes paarden (acht paarden in zwaarder terrein) van zwaar beslag.
Maximale dracht:  8.500 m. (NL bg)
8.675 m. (Duitse bg)
Bemanning:  6 man plus een stukscommandant
Ingevoerd bij Nederlandse leger:  vanaf 1918
Aantal beschikbare stukken in mei 1940:  40

Beeldmateriaal

Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 11.80 MB)