Stuk van 6-veld
Dit kanon was een zgn. getrokken achterlader en kwam in gebruik bij het Nederlandse leger vanaf 1894. Het bezat geen beschermingsschild voor de bediening welke bestond uit een stukscommandant en 3 kanonniers. Bij het afgeven van vuur zorgde de schoprem ervoor dat het stuk werd afgeremd en niet te ver doorschoot naar achteren. Het kanon werd verplaatst met behulp van 2 of 4 paarden en later ook op of achter een vrachtauto. Voor dit laatste werden de oorspronkelijke houten raden met ijzeren velgen vervangen door raden voorzien van luchtbanden.In de meidagen van 1940 werd het 6-veld o.a. ingezet als pantserafweergeschut bij de Infanterie-Artillerie, de zogenaamde Batterijen 6-veld. Primitieve richtmiddelen en stijve affuit maakte deze stukken uit 1894 echter ongeschikt voor deze taak. Opgesteld in de voorste linies hebben zij - ondanks alles - voortreffelijke prestaties geleverd.
Kenmerken
Fabriek: | Krupp en Schneider & Cie | |
Kaliber: | 5,7 cm. | |
Materiaal: | staal | |
Lengte kanonloop: | 1,425 m. | |
Vuursnelheid: | 4 schoten per minuut (max. 5 min.) | |
Aanvangssnelheid: | 480 m/sec. | |
Soorten munitie: |
|
|
Gewicht: | kanonloop: | 186 kg. |
affuit: | 380 kg. | |
vuurmond: | 577 kg. | |
Vuurhoogte: | 1 m. | |
Max. dracht: | granaat en brisantgranaat: | 3.500 m. |
kartets: | tot 400 m. | |
Ingevoerd bij Nederlandse leger: | vanaf 1894 | |
Aantal beschikbare stukken in mei 1940: | 206 stuks |