"(...) Toen hij op 12 Mei 1940 des avonds te ca. 20.00 uur zich bevond bij het café, dat staat direct links over het viaduct op den weg van Rhenen in de richting van den Grebbeberg, werd hij tesamen met nog een 30-tal andere militairen door een troep Duitschers omsingeld en gevangen genomen. Onder bedreiging met pistolen en misschien nog wel andere wapenen, werd ons gelast onze uitrustingen af te leggen. Daarna moesten wij ons achter elkaar opstellen in het midden van den straatweg, front naar het viaduct. Ook hier werd onder bedreiging met pistolen ons gelast onze overjassen en veldjassen uit te trekken, waarbij mij door een Duitscher, vermoedelijk een onderofficier (het was ter plaatse tamelijk duister) het navolgende werd gezegd: "Idioten, warum schiessen Sie, wir haben doch nichts gegen die Holländer, es ist uns blos um England zu tun". Ondergeteekende heeft hierop geen antwoord gegeven. Men liet ons, nadat wij onze overjassen en veldjassen op de straat hadden gedeponeerd, nog even op het midden van den straatweg staan, daar vanaf het viaduct met mitrailleurs in onze richting werd gevuurd. De Duitschers dekten zich langs den weg. Daar wij met onze handen omhoog moesten staan, gebeurde het dat een van onze mannen, die twee plaatsen voor mij stond, door beide handen werd getroffen. (...) Toen tegen den morgen het vuren heviger werd en ook de artillerie begon te schieten, werd ons gelast zoo plat mogelijk te blijven liggen. Dit bleek inderdaad noodzakelijk, daar de kogels dwars door de kamer vlogen, over ons heen. Plotseling, het zal zoo ongeveer tegen 10 uur geweest zijn, werd ons gelast: "Und jetzt heraus, schnell". Wij moesten in ons overhemd, zonder veld- en overjassen de kamer uit, de trap af en de deur uit naar buiten. De Duitschers stonden boven aan de trap ons op te jagen met de wapens in de hand. De eersten die beneden kwamen, durfden niet het huis uit te gaan, daar door onze eigen troepen van de andere zijde van het viaduct zwaar mitrailleurvuur op deze deur en het huis werd afgegeven. Door de bedreigingen der Duitschers moesten wij ten slotte wel doorloopen, waarbij er velen door eigen vuur getroffen werden. Ondergeteekende sprong onmiddellijk over het muurtje in den tuin van het ernaast gelegen huis en viel daar plat in het grind. Een kort oogenblik heeft hij daar gelegen en opgemerkt dat er verschillende gewond bleken te zijn. De Duitschers bleven gedekt in het portaaltje van het huis staan en riepen ons steeds toe door te loopen. Onze eenigste kans was in de richting van het viaduct tegen ons eigen vuur in te loopen, hetgeen dan ook werd gedaan. Persoonlijk kreeg ik den indruk, dat de Duitschers niet wisten wat zij ter plaatse met ons moesten doen en waarschijnlijk achter ons om, zelf het huis konden ontruimen. (...)"
|