Cornelis Bernardus Johannes Nieuwenhuis

Foto van het graf - klik voor een vergroting
Dienstplichtig Korporaal
Staf III-11 R.I.
Cornelis Bernardus Johannes
Voornaam:
Nieuwenhuis
Achternaam:
22 oktober 1906
Geboortedatum:
Olst
Geboorteplaats:
13 mei 1940
Overlijdensdatum:
-
Locatie sneuvelen:
Militair Ereveld Grebbeberg
Begraafplaats:
5
Rij:
20
Grafnummer:
Nederlands Hervormd
Religie:


Bekijk de militaire rapporten van dit legeronderdeel


Notities

  • Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats)
    Op 18 mei 1940 gevonden in het bos tegenover Ouwehand's Dierenpark, zuid van de straatweg Rhenen - Wageningen. Lag tot 17 april 1941 als onbekende militair begraven.

Beeldmateriaal

  • Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
  • Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting
    Klik hier voor een uitvergroting

Opmerkingen

  • Geen.


"Den Vaderlant ghetrouwe"

28 augustus 1939, 3 dagen voor het uitbreken van de 2e wereldoorlog, kondigde men in Nederland de algemene mobilisatie af. Het Nederlandse leger was beslist te zwak om het hele land te beschermen. Dat zou wel zo lang mogelijk geprobeerd worden, maar uiteindelijk dacht men slechts in staat te zijn de zogenoemde "Vesting Holland" langdurig te verdedigen. Daarmee werd het gebied bedoeld dat achter de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het Hollands Diep en het Haringvliet lag, derhalve de beide provincies Holland en het westelijk deel van de provincie Utrecht.

Zij waren het, de officieren, onderofficieren, korporaals en manschappen, die op de verschillende oorlogsterreinen sneuvelden. Om de Grebbe-linie is het felst gestreden. Bij de Grebbe is de stormloop van de Duitse troepen het langst weerstaan. Bij de Grebbe zijn in Nederland de meeste strijders gevallen. Zwaar is voor de Duitse tegenstander de strijd om de Grebbeberg geweest. De stormers noemden het "Der Teufelsberg" - de duivelsberg. De Berg scheen onneembaar. Boven op de berg, in het beukenbos met zijn diepe insnijdingen, met z'n wondere net van heuvelpaadjes en veilige schuilplaatsen had zich het Nederlandse leger vastgebeten. De strijd was verschrikkelijk. Eten en drinken konden niet meer worden aangevoerd. Het verlaten van de loopgraaf betekende in vele gevallen de dood.

Cornelis Bernardus Johannes Nieuwenhuis, korporaal, ingedeeld bij de Staf van III-11 RI, was in september 1939 aan het begin van de mobilisatie gelegerd in Hoorn. In oktober 1939 werd hij overgeplaatst naar Amerongen. Hij verbleef daar bij het burgergezin Van Straten. Later bevond hij zich te Leersum, waar ze legerkorpsreserve waren. Het III-11 RI heeft gesteund bij evacuaties, deed patrouillegang en bewaakte munitieopslagplaatsen.

III-11 RI is op 10 mei volgens plan verplaatst naar Leersum. Daarvoor lag het in Amerongen. In Leersum was vanaf de 10e in kasteel Broekhuizen het bureau van III-11 RI gevestigd. Dat blijkt b.v uit een verslag van kapitein Franssen. Voor de 10e heeft Nieuwenhuis dienst (telefoonwacht) gedaan op kasteel Amerongen.

11 Mei 1940 schreef hij zijn vrouw de laatste brief: "Alles is en blijft voorlopig goed zullen we hopen. Hou je kalm en wees niet ongerust over mij. We moeten de moed er maar in houden en verder maar afwachten..."

Op 12 mei 1940 kreeg het III-11 RI de opdracht de Stoplijn op de Grebbeberg te versterken. Het bataljon is, zoals uit meerdere verslagen blijkt, per FIETS gegaan. Uit het verslag van kapitein van der Spek blijkt bovendien dat de Verbindingsafdeling beschikte over z.g KABELfietsen. Ook die (naast de andere fietsen) moesten, eenmaal in Rhenen aangekomen, worden achtergelaten. We nemen aan dat de Verbindingsafdeling daar dus mee naar Rhenen is gereden.

De Verbindingsafdeling is, als jullie de verslagen volgen, ook nog met kapitein Franssen mee terug gegaan naar Remmerden en daar door majoor v.d Ploeg opgehaald en teruggebracht naar Rhenen. Het is daarom ook vrijwel zeker dat ze bij de Muziektent (Rhenen) zijn geweest, waar verzameld werd. Vandaar is men zeker te VOET afgemarcheerd naar de Grebbeberg. Het verbindingsmateriaal bleef achter in Rhenen, omdat v.d Ploeg aannam dat men ook in de stoplijn wel over verbindingsmogelijkheden beschikte. Daarom is de Verbindingsafdeling ook als tirailleursectie ingezet.

Toen kapitein Franssen later vanuit de stoplijn terugtrok met zijn compagnie volgde ook de bij hem ingedeelde sectie zware mitrailleurs ten noorden van de Grebbeweg. Aangezien de Verbindingsafdeling daar ook opereerde zal die zonder enige twijfel zich bij deze terugtocht hebben aangesloten. Kapitein Steenbergen meldt in zijn verslag iets over 2 militairen van de verbindingsdienst die hij ontmoette.

"Even voor 10 uur 's avonds leek na een korte vuurpauze de hel los te breken. Duitse zware en lichte mitrailleurs opende plotseling van alle kanten een geconcentreerd vuur op het stoplijngedeelte bij de straatweg. Onmiddellijk daarna renden gillende en krijsend SS-stoottroepen naar voren, die hevig vurend in één overrompelende stormloop de stelling ter hoogte van de weg doorbraken. Alles ging zo razend snel dat onze dodelijk vermoeide soldaten nauwelijks in staat waren om weerstand te bieden. Wat nog weg kon van de aangevallen sectie rende via de loopgraaf naar het noorden. De Duitsers stootten met kracht door en overvielen achter de stoplijn groepen militairen die deel uitmaakten van de eerder opgerukte versterkingen. Het grootste deel van het III-11 RI was op dat moment bezig zich op te stellen op de Straatweg ter hoogte van de ingang van Ouwehands Dierenpark. Hier en daar ontstond een handgemeen waarbij aan beide zijden verliezen werden geleden, maar de meeste Nederlanders werden volkomen verrast en zochten een goed heenkomen in het bos. De SS'ers maakten een dertigtal krijgsgevangenen, die ze als dekking voor zich uitdreven in de richting van het spoorwegviaduct bij Rhenen. We weten reeds dat zij daar werden teruggeslagen door het detachement van de kapitein Gelderman. Ondertussen waren enkele officieren er in geslaagd een dreigende paniek de kop in te drukken en de toestand in de stoplijn te herstellen. Het front werd weer gesloten, waardoor de binnengedrongen vijand van zijn hoofdmacht was afgesneden."

Cornelis Bernardus Johannes Nieuwenhuis werd op 18 mei 1940 in een greppel gevonden, 35 meter zuid van de Straatweg tegenover Ouwehands Dierenpark, en op dezelfde dag begraven op het Militair Ereveld Grebbeberg, Rij 5, Graf nr. 20 (Bron: Rapport van begravingen van sergeant Sellies, verslag sergeant Verheij van M.C.-III-11 R.I.). Vermoedelijk gesneuveld tijdens de hierboven beschreven doorbraak van de SS'ers.

Alle op de begraafplek aangedragen gesneuvelden werden door de registratie groep voorzien van een grote enveloppe van het Rode Kruis, met daarop de gegevens van de plaats waar de gesneuvelden zijn gevonden en onder welke omstandigheden ze zijn gevonden. De gevonden bezittingen werden in de enveloppe gestopt.

Hij lag tot 17 april 1941 begraven als onbekende militair. Het graf werd geopend (april 1941) naar aanleiding van het onderzoek naar Peper (graf 1-63). De bijzonderheden van de gesneuvelden bleken nauwkeurig overeen te stemmen met die van de vermiste, doch vermoedelijk gesneuvelde Nieuwenhuis. In augustus 1940 werd een op het Infanterie bureau aangebrachte ring met inscriptie G.H. 19-6-1939 door de echtgenote van Nieuwenhuis herkend als zijn eigendom. Ook via Genève werd het onderzoek naar hem voortgezet. Mevrouw Nieuwenhuis had namelijk van de heer Thiel-Oevels van de afdeling Helmond van het Rode Kruis bericht gekregen dat haar man in het buitenland vertoefde. Bij de opgraving van de begravene in het graf V-20 bleek deze gekleed in een uniform (zonder tuniek), een roodgeblokte kampblouse, het onderhemd was gemerkt C.B. in de bovenkaak bevond zich een volledig kunstgebit, waarvan één tand los zat. Al deze gegevens werden door de echtgenote van Nieuwenhuis herkend als van toepassing te zijn op haar man. Hierdoor is komen vast te staan dat in dit graf begraven ligt het stoffelijk overschot van Cornelis B.J. Nieuwenhuis.

O.G. Neuschäfer zat ook in de Staf III-11 RI, hij werd op 18 mei gevonden tegenover Hotel de Grebbeberg, ongeveer 40 meter zuid van de Straatweg (dus zeer dichtbij Nieuwenhuis). Ook hier is één van de bronnen het verslag van sergeant Verheij. De hier genoemde overlijdensdatum is 12 mei. Ook soldaat Wegman van III-11 RI is 40 meter ten zuiden van de weg tegenover het Hotel gevonden, op 18 mei.

We hebben vastgesteld dat bij vrijwel alle gesneuvelden van III-11 RI het verslag van sergeant Verheij als bron wordt genoemd. Ook al lagen ze soms honderden meters uit elkaar. Dit wijst haast op een soort zoekopdracht achteraf, niet op waarnemingen op 12 mei zelf. Hij moet ook specifiek gericht zijn geweest op zijn eigen bataljon, want bij anderen (die behorend tot III - 11 RI) wordt hij NIET als bron genoemd, hoewel ze ook in deze omgeving (zeg maar ergens tussen stoplijn en Hotel de Grebbeberg) zijn gesneuveld.

Op 5 januari 1941 werd de dochter van Cornelis B.J. Nieuwenhuis geboren.

Bij de Grebbe is gebleken, dat de Nederlandsche soldaat, zich vastklemmend aan den vaderlandschen bodem, heeft stand gehouden als een man.

bron: Peter W. Nieuwenhuis

Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 1
(PDF, 297.11 KB)
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument 2
(PDF, 1.18 MB)