Onbekende en vermiste militairen
Op 15 mei 1940, de capitulatie was pas een dag oud, werd een klein identificatieteam samengesteld bestaande uit enkele Nederlandse Rode Kruis-medewerkers en een tweetal geestelijken. Dat team stond voor de loodzware opgave om de Nederlandse gesneuvelden op en rond de Grebbeberg te registreren en te identificeren. Het aantal gesneuvelden was op dat moment onduidelijk, gesproken werd over duizenden doden voor beide partijen. Het team werd geassisteerd door Duitse militairen die hiervoor speciaal waren opgeleid en zich direct achter de oprukkende Duitse oorlogsmachine bevonden. Burgers uit Elst en Rhenen werden door de Duitsers aangewezen om het terrein af te zoeken naar gewonden en gesneuvelden en om boven op de Grebbeberg de massagraven te delven.In de drie daaropvolgende dagen (16, 17 en 18 mei) werden ruim 307 gesneuvelde Nederlandse militairen uit het gebied verzameld, werd bij allen getracht de identiteit vast te stellen en vervolgens (ongeacht uitkomst) werden zij op dezelfde dag begraven. Ongeveer 2 weken later, op 3 juni, werden nog eens 79 lichamen naar de Grebbeberg overgebracht. Omdat het merendeel van de bij de Grebbeberg ingezette militairen op dat moment in krijgsgevangenschap verbleef, kon er geen slachtofferlijst worden opgesteld. Het gevolg was dat identificatie plaats moest vinden op basis van de (persoonlijke) bezittingen die op het lichaam van de gesneuvelde werden aangetroffen. Helaas was de Nederlandse militair niet altijd even zorgvuldig wat betreft het dragen van zijn identificatieplaatje en/of zakboekje of waren hem deze bescheiden - bijvoorbeeld door krijgsgevangenschap - afgenomen (hoewel dit tegen de regelen der internationale verdragen was). Wanneer er te weinig of geen aanwijzingen werden gevonden, bijvoorbeeld omdat het lichaam zwaar verminkt of verbrand was, werd de betreffende gesneuvelde begraven als 'onbekend', al dan niet aangevuld met rang en/of het legeronderdeel (bijv. 8 R.I.). Aantekeningen, bijgehouden van iedere gevonden gesneuvelde militair, moesten op een later moment helpen om alsnog te trachten de identiteit vast te stellen.
Achteraf gezien kun je niet anders concluderen dan dat het identificatieteam, gegeven de toenmalige omstandigheden, voor een loodzware uitdaging stond. Voor een uitgebreide analyse van iedere gesneuvelde ter plaatse was geen tijd, gebitsgegevens waren vanwege het ontbreken van een slachtofferlijst niet voorhanden en veelal hadden de lichamen al dagen in de openlucht gelegen. Veel aanknopingspunten voor een betrouwbare identificatie waren er dus niet. Dit had als gevolg dat na de voltooiing van het Grebbekerkhof in totaal 46 graven als graf met een onbekend slachtoffer stonden geregistreerd (ruim 11%). Gedurende de eerste oorlogsjaren hield een onderzoeksteam van het Nederlandse Rode Kruis zich bezig met het verzamelen van informatie over gesneuvelde en vermiste Nederlandse militairen. Aan de hand van die informatie werden de gegevens die waren verkregen in de vier dagen van identificatie en begravingen op de Greb met elkaar vergeleken. Het ultieme doel was vanzelfsprekend het vaststellen van de juiste identiteit van alle graven. Tot eind 1942 deed men de nodige pogingen om het plaatje kloppend te maken, met o.m. als tastbaar resultaat dat van een aantal graven de stoffelijke resten werden verwisseld (o.a. een aantal graven die op 3 juni zijn overgebracht) na gebleken fouten bij de eerste teraardebestelling. Een groot aantal graven van onbekenden werd in de periode 1940-1942 geopend om op basis van gegevens van familie, het gebit en aangetroffen kledingresten alsnog te kunnen bepalen wie daar daadwerkelijk lag begraven. Hierdoor kon eind 1942 worden geconcludeerd dat nagenoeg in alle gevallen, hoewel soms met een kanttekening, de identiteit was achterhaald.Hieronder zijn een 2-tal overzichten opgenomen van de als onbekend slachtoffer begraven Nederlandse militairen. Als bron fungeerde een document van het Informatie-Bureau van het Nederlandsche Roode Kruis gedateerd november 1942 en ondertekend door dhr. G.J.J. Fiolet. De grafnummers geplaatst tussen haakjes duiden volgens dit document op graven die tot november 1942 niet zijn geopend voor nader onderzoek. De opgegeven grafnummers zijn conform oorspronkelijke nummering (mei 1940).
In 1940 als 'onbekend' begraven gesneuvelde Nederlandse militairen (op grafnummer)
In 1940 als 'onbekend' begraven gesneuvelde Nederlandse militairen (op datum herkenning)
Gesneuvelde Nederlandse militairen waarvan geen graflocatie bekend is (vermist)
Tijdens de slag om de Grebbeberg in mei 1940 zijn 424 Nederlandse militairen gesneuveld. Van hen konden 419 man worden geïdentificeerd en begraven (2010), het merendeel op de Grebbeberg zelf, de rest elders in Nederland, vaak ook in particuliere graven. De stoffelijke resten in één graf op de Grebbeberg (rij 3 graf 41) konden tot op heden (2010) niet worden geïdentificeerd. Op de steen staat vermeld 'Onbekende militair'. Vijf militairen staan nog steeds als vermist geregistreerd. Hun lichaam is na de oorlogsdagen nooit geïdentificeerd, mogelijk zelfs niet gevonden.
Meerdere malen is geprobeerd één van de vijf vermisten in verband te brengen met de 'Onbekende militair', maar tevergeefs. Het is niet uitgesloten dat een aantal van hen toch op de Grebbeberg ligt begraven. Dit wordt ook geconcludeerd in een rapport van het Nederlandse Rode Kruis betreffende de opgravingen in de periode 1 t/m 5 juni 1942 van 'de als "Onbekende" op het Grebbekerkhof te Rhenen ter aarde bestelde Nederlandsche militairen': Er dient echter rekening mede te worden gehouden, dat mogelijk enkele militairen onder een verkeerde naam zijn begraven. Drie vermisten kregen in 1954 een In Memoriam-steen op het Militair Erekerkhof op de Grebbeberg (rij 8). In april 2005 werd op de Grebbeberg een nieuw monument onthuld ter nagedachtenis van de gevallenen in de meidagen van 1940 die geen of geen bekend graf hebben. Ook de vijf vermisten van de strijd om de Grebbeberg staan hierop vermeld.
In maart 2011 is middels DNA-onderzoek vast komen te staan dat de stoffelijke resten van de onbekende militair op de Grebbeberg toebehoren aan de soldaat W.F. Brummelhuis. Daarmee heeft het graf van de Onbekende militair ruim 70 jaar na de Slag om de Grebbeberg een naam gekregen. De stoffelijke resten uit rij 3 graf 40 (graf 41 volgens nummering mei 1940) werden op vrijdag 8 april 2011 onder grote belangstelling met beperkte militaire eer herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg in Rhenen.
|