Opening van de tentoonstelling 'Daar spraken wij nooit over...'

Woensdag 23 november 2005 vond de officiële opening plaats van de tentoonstelling "Daar spraken wij nooit over..." op het Militair Ereveld Grebbeberg. Deze permanente tentoonstelling in het informatiecentrum op het ereveld is tot stand gekomen op initiatief van de Oorlogsgravenstichting (OGS) en met de financiële steun van de Minister van Defensie. Ook Stichting De Greb heeft een (heel) klein steentje bijgedragen in de vorm van enkele foto's. Met de opening van de tentoonstelling wordt tevens het 60-jarig bestaan van de Oorlogsgravenstichting op 13 september 2006 ingeluid. Een jaar waarin diverse activiteiten op de agenda staan.

De tentoonstelling zelf besteed aandacht aan de verwerking van het oorlogsleed van nabestaanden en oud-strijders van de Grebbeberg. De tentoonstelling behandeld de persoonlijke ervaringen van drie Nederlandse militairen: J.A. Vermeer, korporaal bij 1-I-24 R.I., D.J. Heinen, soldaat bij 3-I-8 R.I. en N.W. Lingen, Luitenant bij 1-I-24 R.I. Vermeer en Heinen overleefden de strijd om de Grebbeberg niet en liggen beiden op het Militair Ereveld Grebbeberg begraven. Luitenant Lingen had meer geluk en was vandaag persoonlijk aanwezig.
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting

Voor de opening was een grote tent geplaatst op het terrein tussen het informatiecentrum en de beheerderwoning in. Na ontvangst met koffie, thee en gebakje heette dhr. Bijsmans (OGS) iedereen van harte welkom en gaf het woord aan de President van de Oorlogsgravenstichting, Vice-admiraal b.d. N.W.G. Buis. Oorspronkelijk zou Prof. mr. Pieter van Vollenhoven de opening voor zijn rekening nemen, maar door de gebeurtenissen (brand) op Schiphol was hij helaas verhinderd. Gelukkig had de Minister van Defensie Henk Kamp kans gezien ruimte in zijn agenda te maken zodat hij bij deze bijzondere opening aanwezig kon zijn. De Minister sprak over de ruim 800 graven op de Grebbeberg, over de meer dan 400 gesneuvelden op de Grebbeberg in mei 1940 en het enorme verdriet dat daardoor is ontstaan en het ontbreken van opvang en hulp aan nabestaanden. Oud-strijders en nabestaanden kregen geen mogelijkheid om hun verdriet op een goede manier te verwerken of er over te praten. Tijdens de oorlog niet en na de oorlogsjaren ook niet, het land moest toen immers opgebouwd worden! Terugkijken naar het verleden hoorde daar niet bij. Het verdriet werd daarom in stilte verwerkt en veelal het hele leven meegedragen, hierbij refererend naar het motto van de tentoonstelling: "Daar spraken wij nooit over...".
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
Klik hier voor een uitvergroting
 

Na zijn toespraak overhandigde Minister Kamp aan de nabestaanden van korporaal Vermeer en soldaat Heinen en aan dhr. Lingen persoonlijk een exemplaar van het boekje "Daar spraken wij nooit over..." dat tegelijk met de tentoonstelling is uitgebracht en verder ingaat op de ervaringen van de 3 militairen. Ook de overige aanwezigen ontvingen een exemplaar van dit boekje dat overigens voor slechts 5 euro te verkrijgen is bij de Oorlogsgravenstichting: http://www.ogs.nl. Daarnaast is er een gratis educatief programma beschikbaar gesteld voor het middelbaar onderwijs.

Na de officiële handelingen volgde de rondgang door de tentoonstelling en kon iedereen zelf het resultaat aanschouwen. Een prachtig initiatief dat de bezoekers van het ereveld volop mogelijkheden biedt zich te verdiepen in hetgeen heeft plaatsgevonden op en om de Grebbeberg in mei 1940...


Over de Oorlogsgravenstichting

De Oorlogsgravenstichting werd op 13 september 1946 opgericht. Zij onderhoudt ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven zijn gelegen in meer dan vijftig landen, verspreid over vijf continenten. Daarnaast verzorgt de Stichting ongeveer 8000 in Nederland verspreid gelegen graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten.

De werkzaamheden worden in Nederland uitgevoerd door 27 medewerkers en gecoördineerd door het hoofdkantoor in Den Haag. Bij de controle van de in Nederland gelegen oorlogsgraven ontvangt de Stichting assistentie van ruim 440 honoraire medewerkers, zogenoemde "consuls". Het kantoor in Jakarta coördineert de werkzaamheden van bijna 130 medewerkers van de Stichting in Indonesië.
Foto's: Rutger Bol
Download brondocument in PDF-formaat Brondocument
(PDF, 653.30 KB)