Ferdinand Hoogewerff
Motivatie onderscheiding
- Onderscheiding toegekend volgens Koninklijk Besluit 17-02-1951 Nr. 9 wegens:
"Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden op 13 Mei 1940 als sectiecommandant bij de rechtervoorcompagnie van I-24 Regiment Infanterie, welk bataljon een tegenstoot op de Grebbeberg Noord van de Kunstweg Rhenen-Wageningen, ten Oosten van het spoorwegviaduct, moest uitvoeren.
In het bijzonder door, toen hij met zijn vermoeide sectie in de avond van 12 Mei 1940 de loopgraven van een onderdeel in de stoplijn van het 8e Regiment Infanterie aan de Leeuwendaalseweg had bereikt, alwaar in de vroege morgen van 13 Mei 1940 de strijd werd hervat, in verband met een door de vijand ingezette overmachtige aanval, waarbij de stelling onder zwaar vijandelijk artillerievuur geraakte, onder moeilijke omstandigheden stand te blijven houden en te verklaren nimmer te zullen teruggaan, ook niet toen de twee andere daarbij aanwezige officieren zich tijdelijk naar een achtergelegen commandopost hadden moeten begeven en de vijand reeds in zijn rug was doorgedrongen, zodat hij zoowel vijandelijk vuur in front zoowel als in de rug ontving, waardoor een verwarde toestand ontstond.
Nochtans te pogen het moreel van het in de loopgraven aanwezige onderdeel te herstellen en hen aan te vuren en een uitval te doen toen hem bleek dat de vijand in front als het gevolg van het eigen artillerievuur verliezen leed en uitweek.
Daarbij door enkele zijner soldaten gevolgd, over de borstwering uit de loopgraaf te springen en voorwaarts te stormen. Toen hij onmiddellijk daarna op de vijand stootte in geheel ongedekte houding deze met handgranaten te bestoken, waarna hij echter kort daarop tengevolge van het vijandelijk vuur dodelijk werd getroffen."
Tot zover het Koninklijk Besluit.
2-I-24 R.I. onder mijn commando bevond zich op 9 Mei 1940 tussen het Maas-Waalkanaal en het parochiedorp Druten. In de nacht van 10 Mei betrok de compagnie een voorpostopstelling vóór de hoofdweerstandsstrook van 24 R.I.; Hoogewerff commandeerde de rechter voorsectie. 10 Mei verliep betrekkelijk rustig. 11 Mei om 6 uur hadden de laatste eigen troepen, welke in de omgeving van Nijmegen hadden gevochten, de voorpostenlijn doorschreden.24 R.I. trok via Tiel naar Beusichem en Maurik aan de Rijn terug. 2-I-24 R.I. moest tot nader bevel standhouden, volgde na verkregen bevel eveneens en bereikte ‘s avonds Maurik.
Hoogewerff had die dag de achterhoede mijner compagnie gecommandeerd.Nauwelijks was de compagnie te Maurik ingekwartierd, toen een bevel van de bataljonscommandant tot verzamelen volgde. De vermoeide compagnie trok nog dezelfde nacht naar Amerongen en bevond zich in de vroege morgen van 12 Mei met de andere compagnieën van I-24 R.I. in een bosperceel oostelijk van Amerongen. Om 12 uur volgde het bevel tot inkwartiering te Amerongen. Hoogewerff werd o.a. met de inkwartiering van het bataljon belast. Wederom was de rust van korte duur: om 15 uur werd I-24 R.I. gealarmeerd. Om 15.30 uur werd afgemarcheerd naar Rhenen. De berichten omtrent de toestand op de Grebbeberg waren niet ongunstig: slechts enkele vijandelijke patrouilles waren doorgedrongen op de Grebbeberg.
I-24 R.I. kreeg van commandant IVe Divisie opdracht een tegenstoot uit te voeren noordelijk van- en evenwijdig aan de kunstweg Rhenen-Wageningen.
De zon was juist ondergegaan toen I-24 R.I. door Rhenen marcheerde.
Op dat ogenblik waren de front- en de stoplijn van 8 R.I. op de Grebbeberg reeds doorbroken. Het vermoeide bataljon kende heg noch steg. Tijdens het vallen van de duisternis werd het bataljon gereed gesteld oostelijk van het viaduct te Rhenen. Mijn compagnie was rechter-voorcompagnie; Hoogewerff commandeerde de linker-voorsectie.Bij het voorwaarts gaan raakte de rechter-voorsectie aan de kunstweg onmiddellijk in gevecht met de doorgestoten vijand. Hierbij onderscheidde zich de reserve eerste luitenant der Jagers Mr. van der Hoeven, die voor zijn stoutmoedig optreden reeds eerder de bronzen leeuw verkreeg.
Hoogewerff rukte in de duisternis met zijn vermoeide sectie voorwaarts, bereikte de stoplijn van 8 R.I., maar verloor in het bos het verband met de overige delen mijner compagnie.Wat er verder met Hoogewerff geschiedde is hierboven in het Koninklijk Besluit beschreven.
Hoogewerff sneuvelde als een held.
Hoogewerff, Rotterdammer in merg en been, man van fijne beschaving en met een Franse geest, was een goed kameraad en een vader voor zijn soldaten.
Hij rust in een krijgsmansgraf op de Grebbeberg.De Reserve-kapitein der Jagers,
J.J. van Heyst.
Notities
- Uit het rapport Sellies/Verhoeven (bevat o.m. gegevens omtrent sneuvelen en vindplaats)
Op 17 mei 1940 gevonden bij de stelling in de noordoostelijke hoek van de roggeakker. - Overzicht van bevorderingen
2e Luitenant: 1 januari 1928.
1e Luitenant: 1 januari 1932.
bron: boek Naam- en Ranglijst der Officieren - 1940
Opmerkingen
- Geen.
Relevante links
- Verwijzende documenten:
- Vrijdag 17 mei 1940
- Dagboek 2e Compagnie, Ie Bataljon, 24e Regiment Infanterie
- Verslag bataljonsbewegingen en -verrichtingen I-24 R.I.
- Van bloeiende Betuwe naar brandende Grebbeberg - Gedeelde afbeeldingen:
- Willem Kwint
- Gerhardus Bernardus Smink
- Jan Hendrik Stemerdink
- Cornelis Leendertz
- Johan Henri Azon Jacometti
- Gerrit Jan Stulen
- Johannes Christiaan Buwalda
- Marcel Adolf Mignot
- Albertus Veldhuizen - Verklaring van reserve-tweede luitenant J.C. Rentjes
- Gevechtsverslag van reserve-tweede luitenant J.C. Rentjes
- Schrijven van reserve-tweede luitenant J.C. Rentjes
- Verklaring van sergeant S.R.O.I. Th.F. Vos
- Verslag van korporaal J.C. Borgdorff
- Verklaring van dienstplichtig soldaat W.A. Middel
- Dagboek van reserve-kapitein J.J. van Heyst
- Verklaring van reserve-kapitein der Jagers J.J. van Heyst
|